Communisten en vakbeweging

"(...) Maar de ergste demoralisatie dreigde van de berusting en de passiviteit tegenover de mensonterende methoden van de machthebbers in de maatschappij, die het gevoel van menswaardigheid en zelfrespect van de werkloze ten diepste krenkten en hem hoonden als een waardeloos en weerloos object, een "luie steuntrekker die leefde op kosten van de 'belastingbetaler'."

De RVO en de werklozenbeweging deden datgene waarin de officiƫle leiders van het NVV tekortschoten. Zij brachten samenwerking en organisatie onder de bedrijfsarbeiders en de werklozenmassa, verklaarden hun de oorzaken van de crisis en toonden hun een uitweg. Zij brachten hen 'van onder op' bij elkaar en in beweging in demonstraties en meetings en zij organiseerden stakingen in de fabrieken en werkverschaffingen. Deze stakingen in de werkverschaffing waren vooral het mikpunt van de vervolgingen door de steuninstanties en ook de politie en justitie. En niet minder door de besturen van SDAP en NVV. De bourgeoisie vatte de werkverschaffingskampen, traditiegetrouw, op als de 'werkhuizen' en 'veenkolonies', waarin zij in vroegere tijden de paupers opgeborgen had, een soort inrichtingen van weldadigheid waarvoor de arbeiders dankbaar moesten zijn. De partij en de RVO hielden de arbeiders duidelijk voor ogen dat het gewone ondernemingen waren...(...)"

Uit: Paul de Groot, 'De dertiger jaren', blz. 99.