Anna Ioannatou
Al eerder schreven we over de talloze nieuwe bewegingen en partijen en/of partijtjes aan het Griekse politieke firmament (Manifest 3 o.a.). De namen worden steeds romantischer, zoals de 'Olijfboom' en de 'Rivier', waarbij de eerste aan een zekere politieke formatie in Italië doet denken. De 'Olijfboom' is een formatie, pas opgericht door de Pasok, die allang aan hevige erosie onderhevig is en er duidelijk rekening mee houdt binnenkort niet of nauwelijks meer te bestaan; als politieke partij tenminste. De 'Olijfboom' is een poging een nieuwe sociaaldemocratische tegenpool op te bouwen tussen Nea Dimokratía en Syriza.
Kenmerkend hiervoor is de volgende zin uit de politieke verklaring van de nieuwe formatie: "Olijfboom-Democratische Groepering" is een belangrijke stap voor de reorganisatie en de vernieuwing van de bredere progressieve ruimte". (...) "Het land heeft een radicale verandering nodig en die verandering is niet de zaak van slechts één partij die met de bonus van de kieswet een magere parlementaire meerderheid zal garanderen (50 zetels voor de winnende partij, A.I.) en gebruik zal maken van gelegenheidsbondgenootschappen". Er verder op wijzend dat "een nationale verstandhouding, een realistisch programma, stabiliteit en volharding in de toepassing nodig zijn voor een sterke democratische progressieve groepering".
Gezien het programma, de ideologie en de terminologie, gebruikt bij de oprichting van de 'Olijfboom', gaat het om een poging de Pasok uit de as te doen herrijzen, maar dan anders en vooral met een andere naam, zodat het nieuw lijkt. De Griekse heersende klasse heeft in de 20ste eeuw heel vaak de haar dienende partijen herdoopt. De Pasok mag wel ter ziele zijn, maar de ruimte bestaat nog steeds, volgens de verklaring van een Pasok-kaderlid. De partij zou overal en nergens zijn. 'Nergens' in de electorale zin van het woord, 'overal' in de zin van sociale organen, zoals vakbonden en gemeentebesturen.
Nog ziellozer vist de pas opgerichte 'Rivier' in troebele 'progressieve' wateren. De oprichter verklaarde dat deze nieuwe formatie "ideeën steelt van links en van liberaal". Maar altijd wel met Europese Unie-opvattingen als bindmiddel: "... wij verdedigen Europa. Ook in onze strategische keuzes dient de optiek niet die van de Griek te zijn, maar van de Europeaan". Deze "eenheid van de verschillenden" zou met anderen samenwerken om aan een meerderheid van 50 procent te komen. Wat de samenwerking betreft houdt hij de deur open naar zowel Nea Dimokratía als Syriza... In de opiniepeilingen wordt 'De Rivier' flink stroomopwaarts gestuwd, want er wordt uiteraard druk en tendentieus 'geopiniepeild' met het oog op de verkiezingen van mei (Europese en lokale besturen) en de politieke reservetroepen staan al klaar om voor het geval dat traditionele formaties grote verliezen lijden ontevreden kiezers op te vangen en te ontradicaliseren. Afgezien van een hausse aan nieuwe formaties is er de laatste tijd sprake van een hausse aan volksafgevaardigden, die van partij veranderen.
Deze formatie is opgericht door de ex-voorzitter van de Synaspismos (nu deel van Syriza) en jarenlang Europees afgevaardigde voor de Communistische Partij (KKE), Alekos Alavanos, en is een ander sociaaldemocratisch voorstel voor systeemmanagement, want het enige daadwerkelijke verschil met de andere partijen geldt het beheer van het kapitalisme. Kernpunten van het programma zijn: uittreding uit de eurozone (terug naar de nationale munt, de drachme, die je kunt devalueren), afschaffing van het memorandum en opnieuw onderhandelen, nationalisering van de banken en overheidscontrole op strategisch belangrijke bedrijven en een democratische economische planning voor de reorganisatie van Griekenland. Kapitalistische productieverhoudingen blijven buiten schot. Het verband tussen economie en politiek blijft in het duister. De nationale munt wordt verbonden met een gunstig investeringsklimaat. Voor dit doel wordt er onderscheid gemaakt tussen "koloniale roofinvesteringen" en "wederzijds gunstige" investeringen. Maatstaf voor dit onderscheid is het "respect voor de Griekse staat". Het geheel heeft een waas van nostalgie naar nationale onafhankelijkheid. De voorzitter van Plan B is niet de enige die suggereert dat Griekenland een kolonie van de trojka is.
De ontwikkelingsmogelijkheden van de gedevalueerde munt worden gebaseerd op internationale voorbeelden, zoals het Argentinië van de jaren 2000, het monetaire beleid van het huidige China, het beleid van de VS tijdens de crisis van 1929 en de devaluatie van de jaren 50 in Griekenland, waarbij bij het laatstgenoemde voorbeeld wel gezegd wordt dat het om een ontwikkeling voor de sterken ging. Alsof dit bij de andere voorbeelden ook niet het geval was!
Plan B is boven alle klassen verheven, aldus de voorzitter: "De veroorzakers van de Griekse crisis zijn de grote mondiale, Europese en nationale klassenconflicten. Daarom dienen wij niet uit het oog te verliezen dat de arbeidersklasse tegenwoordig de mogelijkheid heeft ongelooflijk brede bondgenootschappen te sluiten. Alle middengroepen zijn getroffen en in die zin zal een heel belangrijk deel van de samenleving er baat bij hebben. Ik geloof dat zelfs de top van de samenleving getroffen is, maar die zoekt oplossingen in de richting van nog meer inlijving en afhankelijkheid". Wat grote organisaties als de EU betreft streeft het Front naar een "consensuele echtscheiding", waarop dan een natuurlijke en niet gewelddadige relatie dient te volgen.
En wat de doelstellingen betreft? Een "democratische economische planning voor de reorganisatie van Griekenland" kan moeilijk waargemaakt worden in omstandigheden waarin de anarchie van de kapitalistische markt en een meedogenloze concurrentie heersen en monopolies de macht in handen hebben, als tenminste onder 'democratisch' verstaan wordt: rekening houdend met de behoeften van de bevolking.
De devaluatie van de nationale munt om makkelijker te kunnen exporteren zal tot prijsstijgingen leiden. Argentinië is daar een voorbeeld van, waar devaluatie van de munt vergezeld ging van een prijsstijging op de binnenlandse markt. Via de duurdere importen zal de inflatie toenemen en een zwarte markt voor de euro en de dollar ligt in het verschiet.
Plan B wordt ingepakt in een algemene kritiek op de rol van de EU en vormde de basis van het 'Initiatief tegen de euro en de EU', waaraan een paar linkse splintergroeperingen meededen. De kritiek op de KKE is weer, dat de communisten alles zouden verwijzen naar de "Dag des Oordeels", d.w.z. naar een toekomst waarin het volk de macht heeft, maar zonder onmiddellijke politieke doelstellingen. Dus een utopie. In plaats van een onbereikbaar ideaal na te streven, is het dus beter te sleutelen aan het bestaande. Voorwaar, een aloude opportunistische opvatting in een nieuw, aan de tijd aangepast jasje.