Ron Verhoef
Op 14 maart jl. overleed Tony Benn, wellicht de bekendste vertegenwoordiger van de linkerzijde van Labour. Dat hij zo links was is opmerkelijk. Hij kwam uit een familie van hoge adel, die liberaal was en bevriend met niemand minder dan Winston Churchill. Zijn vader, later hijzelf, was burggraaf van Stansgate. Ondanks de vriendschap met Churchill stapte zijn vader aan het einde van zijn politieke carrière over van de Liberalen naar Labour. Benn startte zijn loopbaan direct na de Tweede Wereldoorlog als gematigd Labourlid.
Gedurende zijn verblijf in het Lagerhuis werd Benn echter steeds linkser. In 1963 leverde hij zijn adellijke titel zelfs in omdat hij vond dat het socialisme niet te verenigen was met adellijke titels. Om afstand te kunnen doen moest overigens eerst de wet worden aangepast, een aanpassing die hij zelf indiende.
In 1964 werd hij voor het eerst minister, in dit geval van het Postwezen. Tijdens zijn ambtsperiode creëerde hij de Girobank en ontwierp een systeem waarin mensen met de postbus konden meerijden. Door dit systeem werden verafgelegen bieden op het platteland, met name in Wales en Schotland, voorzien van een vorm van openbaar vervoer zonder teveel extra kosten. De postbus reed immers toch. In 1970 beëindigde zijn ministerschap.
Zijn tweede ambtstermijn als minister duurde van 1974 tot en met 1979, toen hij minister van industrie en technologie was. In deze periode zette hij zich in voor de verbetering van de arbeidsvoorwaarden voor de staatsbedrijven. Hij verzette zich ook tegen de privatisering van de staatsbedrijven. Na 1979 voerde hij de linkse oppositie tegen Thatcher aan.
Anders dan de meeste sociaaldemocraten, die steeds meer naar rechts bewogen, bleef Benn links en werd eerder nog socialistischer. Hij beschouwde zichzelf ook als socialist en niet als sociaaldemocraat. Met het aan de macht komen van Tony Blair werd dat zeer duidelijk. Hij verzette zich tegen de zogenaamde derde weg van Blair en stemde tegen privatiseringen. Benn was ook prominent aanwezig bij de anti-oorlogsdemonstraties tegen de oorlogen in Joegoslavië, Irak en Afghanistan. Ondanks het feit dat Labour steeds rechtser werd en Benn steeds linkser, bleef hij tot het einde van zijn leven lid van Labour. Wel steunde hij openlijk linkse kandidaten en soms met succes, zoals in 2000 toen hij de linkse Ken Livingstone steunde in zijn succesvolle poging burgemeester van Londen te worden. Tony Benn werd 88 jaar.
Iets eerder op 11 maart overleed een andere linkse Engelsman, namelijk Bob Crow. Crow was voorzitter van de kleine vakbond RMT (een vakbond voor het transportwezen via spoor, zee en weg). Onder zijn voorzitterschap veranderde de RMT van een bijna sektarische overlegbond naar een strijdbare bond. Een bond die daardoor bovendien groeide. Crow verzette zich tegen de privatiseringen van het spoor en leidde eind jaren negentig een aantal succesvolle stakingen. Bovendien koos de bond ook voor solidariteit met de postbodes, maar ook met Cuba en tegen de oorlog in Irak.
Ook Crow was aanvankelijk lid van Labour en de RMT was verbonden aan Labour. In het begin van de eeuw raakte hij er echter steeds meer van overtuigd dat Labour de basiswaarden van het socialisme verliet en dat de arbeiders niets meer van de partij te verwachten hadden. In 2003 nam hij dan ook de opmerkelijke stap om de band tussen de RMT en Labour te verbreken. In plaats daarvan trad de vakbond toe tot de Scottish Socialist Party. De band tussen de SSP en de RMT bleef tot 2007 in stand. In dat jaar brak de SSP in meerdere delen uiteen na tegenvallende verkiezingsresultaten.
Crow bleef zich echter wel inzetten voor de oprichting van een nieuwe arbeiderspartij. Daar zou het echter nooit van komen. Tot het eind toe bleef hij wel voor een strijdbare vakbond en die lijn werd door zijn eigen bond gesteund. Zijn positie als voorzitter stond nooit ter discussie, zelfs niet toen hij met de SSP in zee ging.
Crow was te vinden bij veel stakingen van zowel zijn eigen RMT als van andere bonden om zijn steun te betuigen. Ook bij de landelijke demonstraties liep hij altijd mee. Na de dood van Margaret Thatcher haalde hij nog eens de kranten omdat hij weigerde iets positiefs over haar te zeggen. Op aandringen van een journalist zei hij: "Wat mij betreft mag ze wegrotten in de hel". Het leverde hem een storm van verontwaardigde reacties op maar hij nam zijn woorden niet terug. Bob Crow overleed aan een aneurysma en werd 53 jaar.
Met het overlijden van Benn en Crow verloor de linkse beweging in Engeland twee inspirerende en belangrijke exponenten. Ze zullen zeker gemist worden.