Wiebe Eekman
Duizenden wetenschappers over heel de wereld werken vrijwillig mee aan het IPCC, het 'Intergovernmental Panel on Climate Change'. Het IPCC doet géén eigen onderzoek, maar voegt de bestaande kennis in de wereld samen. Om de vijf à zeven jaar brengen ze een nieuw aangepast rapport uit. Steeds in drie delen.
Deel één gaat over de vorderingen in de wetenschappelijke verklaring van de klimaatverandering. Dat werd op 26 september 2013 in Stockholm bekend gemaakt en stelt dat de klimaatverandering nu onomstotelijk wetenschappelijk bewezen is. De voorspellingen uit de vorige rapporten worden bevestigd door de wereldwijde metingen sindsdien. Bijzonder ernstig is dat de metingen steeds de hoogste marges bevestigen in de vork van onzekerheidsmarges die de wetenschappers uit voorzichtigheid meegeven.
Deel twee geeft een beschrijving van de gevolgen van die opwarming en verandering voor de mensen en de natuur. Dit tweede deel werd vrijgegeven op 31 maart 2014 in Yokohama, Japan. De huidige bijna 1ºC opwarming maakt dat de klimaatontaarding al over heel de wereld te voelen is, ook in Europa.
Deel drie behandelt de mogelijkheden om die effecten van de klimaatverandering milder te maken. Dat deel wordt op 13 april 2014 vrijgegeven in Berlijn. De eerste twee delen zijn eerder wetenschappelijk van aard, het derde deel is ook politiek. Er woedt een voortdurende strijd tussen wetenschappers die de neoliberale markteconomie nog steeds als de oplossing zien en de wetenschappers die meer sociaal gemotiveerd zijn of die eerder vertrekken van de logica eigen aan de natuurlijke ecosystemen.
Met de huidige bijna 1ºC gemiddelde temperatuurstijging worden heel wat ecosystemen in de wereld aangetast. Het duidelijkste is dat bij de Noordelijke ijszee en bij de koraalriffen. De verzuring en de opwarming verstoort de bestaande voedselketens van plankton voor vissen naar zeezoogdieren en zeevogels.
Op meerdere plaatsen in de wereld sterft het boombestand af, wat nog iets anders is dan de ontbossing door mensen. Water wordt niet meer gebufferd en voor de mensen is het niet meer leefbaar. Veenlanden verdrogen, zoals we gezien hebben in Ierland de afgelopen zomer, zodanig dat de Ieren hooi van het vasteland moesten invoeren voor hun vee. De permafrost in de toendra en op de berghellingen ontdooit. De biodiversiteit gaat achteruit. De natuur kan niet volgen.
Met het afsmelten van de sneeuwlagen en gletsjers in de bergen wordt er onvoldoende water gebufferd. Dat brengt overstromingen in wintertijd en droogvallen van rivieren in de zomer met zich mee. Voor onze landen wordt opdrogen van het grondwater gemeld. De landbouwopbrengsten gaan door de gecombineerde fenomenen met twee procent omlaag, de komende jaren. Als er al geen ergere vernieling van oogst is door branden bij droogte of door overstroming. Zonder ingrijpen zal dat oogstverlies oplopen tot meer dan de helft tegen 2050.
Voor Europa melden zij de komende jaren toename van de extreme weersfenomenen. Overstromingen enerzijds en anderzijds hittegoven en droogtes. Dat heeft een groot effect op luchtvervuiling en volksgezondheid.
Telkens wordt er bij gezegd dat de minst bedeelden, zowel in het Zuiden als in het Noorden, het het zwaarst te verduren krijgen. We zullen hele volksverhuizingen zien uit de meer barre streken naar de betere streken. Maar die betere streken compenseren geenszins het verlies aan bewerkbare en bewoonbare gronden. Het rapport spreekt over een enorme toename van conflicten.
Uiteraard leven we bijna in heel de wereld onder kapitalistische eigendomsverhoudingen, die de gevolgen van het klimaatgebeuren enorm uitvergroten. Zij die veel geld hebben kunnen zich beter overeind houden. Er zullen nieuwe markten ontstaan op basis van al die misère. Terwijl de gehele maatschappij verlies lijdt zullen individuele kapitalisten dik verdienen aan de verkoop van lapmiddelen.
Het rapport becijfert ook de vergoeding van de schade. Die zou de komende jaren telkens 70 à 100 miljard dollar zijn voor de ontwikkelingslanden alleen. Veel meer dan hen beloofd werd in de conferenties. In de rijke landen zal het economisch verlies van het bnp twee procent bedragen bij een opwarming tot 2,5ºC. Dat zou neerkomen op 1400 miljard dollar of 1000 miljard euro. Men verwacht bij de huidige ontwikkeling dat de opwarming daar voorbij schiet naar 3,7ºC. De economische kosten die we dan betalen kunnen ze niet meer berekenen omdat er teveel onbekenden zijn.
Adaptatie, dat is hogere dijken bouwen, het hele rioleringsstelsel aanpassen, zoet wateropslag bouwen, heraanleg van wegen en spoorlijnen, van hoogspanningskabels, van de gebouwen, zodat ze bestand zijn tegen stormen en overstroming.
Mitigatie, dat is alles wat enerzijds minder broeikasgassen uitstoot en anderzijds wat het opvangen van CO2 verhoogt, agro-ecologische landbouw bijvoorbeeld of natuurlijke herbebossing.
Het grote probleem waar we voor staan is dat alles uitgerekend wordt in dollars en niet beschouwd wordt vanuit de noden van de mensen en de draagkracht van de natuur. Men probeert het verlies aan ecosystemen te vertalen in geld en dan een vergelijking te maken met wat het meest rendabel is. Een absurde redenering. Het vijfde rapport laat alvast begrijpen dat nietsdoen aan het milder maken van het klimaateffect enorme kosten voor aanpassing en herstel van schade zal meebrengen. Voor de kapitalisten, buiten die van de verzekeringsmaatschappijen, nog altijd géén probleem. Dat opent gewoon nieuwe markten.
Het vijfde rapport maakt duidelijk dat we nu in de komende twee jaar moeten handelen om de trend te keren in 2015. Het jaar dat men een wereldwijd klimaatakkoord wil bereiken in Parijs. De drastische ommekeer die we nodig hebben betekent structurele maatregelen nemen in de maatschappij om het fossiele energiegebruik terug te dringen tot bijna nul. Tegelijk het opnieuw versterken van de draagkracht van de verschillende ecosystemen, een algemeen aansterken van de natuur. Tja, dat is een hele maatschappelijke strijd.
Nota: dit vijfde IPCC-rapport vormt de basis van de komende internationale klimaatonderhandelingen.