Wiebe Eekman
Op 13 april publiceerde het IPCC zijn derde deel van zijn vijfde rapportering. We schreven al eerder dat de twee eerste delen de ergste voorspellingen bevestigen. Dat de klimaatontaarding al bezig is. Dat het nog mogelijk is om de opwarming onder de 2º Celsius te houden, maar dat de huidige opwarming met 1º Celsius al erg genoeg is.
Op zondag 27 april in Brussel vatte professor Van Ypersele, vicevoorzitter van het IPCC, het nog bondig samen: Onze planeet kent al 10.000 jaar sinds de laatste ijstijd een stabiele gemiddelde temperatuur. Het is in dat klimaat dat onze culturen en onze landbouw zich ontwikkeld hebben en aangepast zijn. Met de huidige gang van zaken zijn we op weg naar een stijging van de gemiddelde temperatuur van 4 à 5º Celsius in minder dan 100 jaar. Het verschil van 4 à 5º Celsius is dat tussen het einde van de ijstijd 12.000 jaar geleden en het koudste hoogtepunt van de ijstijd, toen de ijskap onze streken bedekte. Het zeewaterpeil lag toen 120 meter lager. Om 60 procent kans te hebben om de verdere stijging van de gemiddelde temperatuur onder de 2º te houden dienen we de uitstoot van broeikasgassen dringend te stoppen. Het 'budget' aan CO2 waar we dan niet voorbij mogen is minder dan 800 gigaton CO2. De mensheid bracht in het verleden al 2100 gigaton CO2 in de atmosfeer. Met de huidige 40 gigaton per jaar is ons budget binnen 20 jaar opgebruikt. We kunnen de vermindering van uitstoot niet meer uitstellen.
Is ieder van ons medeverantwoordelijk? Is ieder van ons ook de vijand? Dat is wat we horen in de reacties in de pers en in debatten in de milieubeweging. Het is de beste manier om de wetenschappelijke hoge alarmering meteen teniet te doen. Sinds de wereldconferentie in Rio de Janeiro in 1992 alarmeert men over het klimaat. Tegelijk wijzen, in het algemeen, velen met de vinger naar de mensen. Klopt dat wel? Het tweede en het derde deel van de laatste IPCC-rapportering herhalen ook "dat zij die het minste bijgedragen hebben aan de opwarming, de ergste gevolgen dragen" en "de sociale ongelijkheid verergert de effecten van de opwarming".
Waarom graven we niet verder n.a.v. die vaststellingen? Niet de menselijke activiteit in het algemeen is de oorzaak van de klimaatopwarming, maar een welbepaalde activiteit door welbepaalde mensen, die meer te zeggen hebben dan anderen. En hoe komt het dat er een nauwe samenhang is met sociale ongelijkheid?
Na Kopenhagen in 2009 werd uit twee verschillende hoeken weerwerk geleverd: de strijd van de volkeren uit de ontwikkelingslanden in het zuiden, met bijvoorbeeld het Akkoord der Volkeren door een congres van 31.000 mensen in Cochabamba, in april 2010. Dat stelde duidelijk "het kapitalisme is de bron van de klimaatopwarming". Het werd versterkt vanuit de hoek van de arbeidersbeweging. In juni 2010 stelde het IVV (Internationaal vakverbond) op zijn congres van Vancouver in de belangrijke resolutie vast dat het huidige systeem de bron is van zowel de sociale ellende als de ecologische ellende. De klimaatkwestie wordt een strijdpunt van de vakbeweging.
Die reactie hoor je vaak in de milieubeweging. Waarom reageren onze politici niet op dat grote alarm van de wetenschappers? Professor van Ypersele benadrukt dat het mandaat van het IPCC is om beleidsadvies te geven, maar géén beleidsrichtlijnen. Nee, onze ministers zijn niet stom. En ja, ze kennen de problematiek. Maar ze zijn verknocht aan het vrijemarktdenken. De concurrentiepositie van onze Europese bedrijven moet gevrijwaard worden als eerste prioriteit. En aan het heilige beginsel van het privébezit over de grote rijkdommen mag niet geraakt worden.
Neem nu de grootste bedrijven op de beurs. Oliegiganten als Shell, Esso, Total en andere staan bovenaan. Hun rijkdom wordt vastgesteld aan de hand van hun private bezit van bewezen aardolie-, aardgas- en steenkoolreserves. Met welk recht, kun je je afvragen, kunnen dergelijke grondstoffen privébezit zijn? Het belang van de wereld, zoals het IPCC becijfert, bepaalt dat deze "bewezen reserves" gewoon in de bodem blijven zitten en nooit opgehaald worden. Dat komt neer op het ineenstorten van de aandelen van de giganten in fossiele brandstof. Dat is een nieuwe beurscrash. Met meesleuren van vele bankinstellingen én zelfs pensioenfondsen in hun val.
Voor velen is het einde van de wereld gemakkelijker in te denken dan het einde van het kapitalisme. Ze spreken over economie en vraag en aanbod op de markt, alsof er geen andere vormen van economie zijn dan de kapitalistische 'vrije markt', die steeds opnieuw naar crisissen leidt. Een andere economie is wel degelijk mogelijk. Een geplande economie die voor haar prijsbepaling rekent met de geïnvesteerde arbeidskracht en die rekening houdt met de herstelkracht van de natuur.
Het IPCC vraagt om alle registers open te trekken om de verdere opwarming te beperken. Onze marges zijn uiterst smal geworden. Vanaf 2015 moet de uitstoot omlaag zijn. Het vraagt om een grootschalige en planmatige aanpak. Voor ons is dat een argument temeer om het maatschappijdebat te voeren.
Trek alle geld terug uit projecten van fossiele brandstofontginning. Wettelijke verplichting opleggen om in snelle stappen over te schakelen naar hernieuwbare energie. Versterking van de sociale zekerheid, pensioenfondsen terug als openbare dienstverlening.