"De vakorganisatie is geboren en bestaat als een gevolg van de splitsing van de kapitalistische maatschappij in klassen. Die brengt mee, dat de arbeidersklasse zich moet organiseren. De twee richtingen in de vakbeweging, het reformisme en de klassebewuste, revolutionaire richting, zijn een uiting van de strijd in de gehele arbeidersbeweging, zowel op politiek als op vakbewegingsgebied. De reformistische richting steunt op de invloed van de kapitalisten in de rijen van de arbeidersmassa, van de denkwijze van een bevoorrechte laag onder de arbeiders, ook van de steun die de kapitalisten aan die vakbondsleiders geven, die bereid zijn de arbeiders te bedriegen, aan de uitbuiting over te leveren en van de strijd voor hun klassebelangen af te houden (zie de Amerikaanse hulp aan het NVV-bestuur). Schrijver dezes is zich ervan bewust dat deze omschrijving in vele opzichten tekortschiet. Doch voor onze huidige discussie in de krant is zij misschien voldoende. In elk geval is het kinderachtig of misdadig om deze werkelijkheid wég te willen denken en in onze Nederlandse verhoudingen, die niet uit de lucht zijn komen vallen, een 'nieuwe', 'ideale' vakbeweging uit te denken."
Paul de Groot, De Toestand, in: De Waarheid, februari 1958.