Anna Ioannatou
De Grieken konden in mei jl. vaak kiezen, hetgeen wellicht de indruk wekt dat het land democratisch functioneert. Op 18 mei gemeenteraden en streekbesturen, op 25 mei Europese afgevaardigden. Dus drie verkiezingen. Toch lijken veel kiezers niet erg in deze democratie te geloven, want zo'n 40 procent onthield zich op 18 mei van deze mogelijkheid om zijn wil tot uiting te brengen wat de lokale en regionale besturen betreft.
Dit artikel werd geschreven en verstuurd tussen beide data in en blijft dus beperkt tot commentaar op de lokale verkiezingen, die overigens interessante ontwikkelingen te zien gaven.
Om te beginnen een veelal door de media verzwegen comeback van de KKE (Communistische Partij). Maar het waren toch gemeenteraads- en regionale verkiezingen, die niet onder de naam van een politieke partij plaatsvinden, zult u misschien zeggen. Klopt, maar de politieke partij die achter elke lijst staat was voor iedereen duidelijk, zelfs bij de zogenaamde 'onafhankelijke' kandidaten. Zo hoorde je dan ook de meeste media en de meeste mensen rechtstreeks spreken over de politieke partijen die 'erachter zitten'. Er werden geen doekjes omgewonden, zeker een paar dagen voor de Europese verkiezingen, die aan het geheel nog een extra politieke kleur gaven.
De uitslag werd al snel vergeleken met die van de landelijke verkiezingen van juni 2012 en minder met de gemeenteraads- en streekverkiezingen van november 2010. De KKE bleek haar aanhang verdubbeld te hebben vergeleken bij de gevoelige nederlaag van 2012. In vier gemeenten gaan de communisten naar de tweede ronde (op dezelfde dag met de Europese verkiezingen), in één gemeente haalden ze net de tweede ronde niet op 1 stem na en op het eiland Sérifos in de Egeïsche Zee misten zij op 12 stemmen na het burgemeesterschap.
Een paar dagen tevoren had de KNE (Communistische Jeugdorganisatie) het heel goed gedaan bij de jaarlijkse verkiezingen aan universiteiten en hoger onderwijs. Haar organisatie Panspoudastikí gaf een flinke stijging te zien in stemmen en percentages vergeleken bij vorig jaar en vestigde zich met gemak als tweede politieke tendens in het hoger onderwijs. De rechtse jeugd (Nea Dimokratia) werd nummer 1, terwijl Syriza helemaal onderaan stond. In de wereld van de samenleving zien de verhoudingen er anders uit.
De uitslag van 18 mei was voor Syriza minder goed dan verwacht, ondanks alle 'oppositie' tegen het regeringsbeleid. Regeringspartij Nea Dimokratia daarentegen deed het goed, ondanks het rampzalige beleid voor een groot deel van de bevolking. Zijn de mensen nu gek? Opiniepeilingen tonen al jaren steevast aan dat op de vraag wie men het geschiktst vindt om premier te zijn, A. Samarás van de Nea Dimokratia altijd vooropstaat en A. Tsipras van Syriza ver achter zich laat. Ook blijkt vaak uit opinieonderzoeken dat een flink percentage niet gelooft dat Syriza 'regeringsklaar' is, een mening die ook onder Syrizastemmers blijkt te bestaan.
Onduidelijkheid en tegenstrijdigheid in politieke stellingname tussen woorden en daden, blijken hier een rol te spelen. Opstandig taalgebruik, maar in de praktijk aanpappen met het grote kapitaal en diens instellingen, zowel nationaal als internationaal. Wat willen ze nu echt? Ook werkt Syrizaal twee jaar erg naar verkiezingen toe. D.w.z. men probeert de toestand in die richting te stuwen, terwijl de grote meerderheid van de Grieken opgeeft geen zin in nog eens verkiezingen te hebben. Er is sprake van verkiezingsmoeheid.
Toch kwam Syriza de laatste tijd met de leuze: "Op de 25ste stemmen we, op de 26ste stappen ze op". Daarmee wordt de regering bedoeld, want als de uitslag voor de Europese verkiezingen erg tegenvalt voor de regeringscoalitie, dan vindt Syriza dat ze geen recht van bestaan meer heeft (regeringspartner Pasok, nu omgedoopt tot 'Olijfboom', doet het helemaal niet goed) en dan moeten er dus landelijke verkiezingen gehouden worden. Syriza wil regeren.
Maar het blijkt dat de regering op een aantal mensen toch relatief overtuigend werkt. Een redenering bijvoorbeeld in de stijl van: nu er zoveel is opgeofferd de laatste jaren en er herstel (voor wie??) in zicht is, is het toch jammer dit allemaal weer weg te gooien door een nieuw avontuur aan te gaan met een partij als Syriza, die alles overhoop wil gooien en maar niet duidelijk maakt hoe ze aan geld denkt te komen voor herstel van pensioenen, lonen, zorg, onderwijs enz.
De verkiezingsuitslag wijst erop dat de mensen steeds meer duidelijkheid willen. Die uit zich o.a. in de comeback van de KKE, maar - helaas - ook in het succes van de nazistische 'Gouden Dageraad'... Een 'Gouden Dageraad' die omhoogschoot in de wijken van Athene-centrum (16,12%) en in die delen van het land waar de grootste armoede en werkloosheid heerst en waar migranten (ook verpauperd) een enorm probleem zijn. Athene-centrum was tevens de enige plek waar de communistische kandidaat het minder goed deed (maar nog altijd 7,41%). Het is nu eenmaal moeilijk om in die omstandigheden aan te komen met internationale proletarische solidariteit...
Dat Griekse werkers en migranten het slachtoffer zijn van eenzelfde politiek van imperialisme (globale kapitalistische concurrentie om derdewereldbodemschatten, grondstoffen, strategische posities enz. zorgt immers voor de oorlogen, waarvan stromen vluchtelingen naar Europa toe het gevolg zijn) en uitbuiting, is te ver gedacht. En fascisten komen met een rechtstreekse, radicale 'oplossing'... Enfin, de geschiedenis herhaalt zich, het is een bekend patroon. En dat terwijl een aantal Gouden Dageraders opgepakt is, 'in de bak zit' en de parlementaire onschendbaarheid van de rest is opgeheven.
Al maanden zijn in het medialandschap de praatjes niet van de lucht, hoe misdadig ze zijn, maar hun populariteit stijgt bij het door de crisis, de memoranda en de regeringsmaatregelen meest getroffen deel van de bevolking. Die Gouden Dageraders zijn zo lekker tegen alles en laten dat met vuistgeweld ook zien. De hypocrisie in de mediadebatten, waar de andere partijen hun neus optrekken voor 'dit gedrocht', dat - o schande! - politiek in de lift zit, overheerste in de week die volgde op 18 mei.
Alsof er geen andere problemen zijn, hield men zich bezig met het vraagstuk in hoeverre de Gouden Dageraad-stemmers echt fascistisch zijn en hoe je deze stemmers voor je eigen partij kunt winnen. Ook werd veel aandacht besteed aan het exit poll fiasco van 18 mei. Er bleek niets te kloppen van de cijfers. De baas van de onderneming gaf later toe dat hij het percentage voor Syriza danig had opgekrikt. Dat wilde hijzelf zo graag en gaf er dus een wetenschappelijk tintje aan. Je weet nooit wie je kunt beïnvloeden voor 25 mei.
Nogal dom, want diezelfde avond viel hij door de mand, toen de echte uitslagen bekend werden. Wel tekenend voor een mentaliteit... Het maakt tevens duidelijk waarom 70 procent van de Grieken opgeeft (bij opiniepeilingen!) geen vertrouwen in opiniepeilingen te hebben! Wat moeten we nog geloven in dit land?