"(...) De eenheid is voor de arbeiders werkelijk noodzakelijk. En het meest noodzakelijk is het om te begrijpen, dat buiten de arbeiders zelf hun niemand de eenheid zal 'geven', dat niemand in staat is, hen aan hun eenheid te helpen. Men kan de eenheid niet 'beloven', dat zou holle opschepperij, zelfbedrog zijn men kan de eenheid niet 'tot stand brengen' door een 'toenadering' van groepjes intellectuelen, dat zou een erbarmelijke, naïeve en grove vergissing zijn. De eenheid moet bevochten worden, en alleen de arbeiders zelf, de klassenbewuste arbeiders, kunnen dit bereiken, en wel met volhardende, hardnekkige arbeid. Niets is gemakkelijker dan het woord 'eenheid' met reusachtige letters te schrijven, haar te beloven, zich tot aanhanger ervan te 'verklaren'. In werkelijkheid kan men evenwel de eenheid slechts vooruit helpen door eraan te werken en de vooraanstaande arbeiders, alle klassenbewuste arbeiders te organiseren. De eenheid is onmogelijk zonder organisatie. De organisatie is onmogelijk zonder het ondergeschikt maken van de minderheid aan de meerderheid (...)."
Lenin uit: OVER DE EENHEID, 'Troedovaja Pravda' nr. 2, 30 mei 1914, deel 25, blz. 177.