Politiek manifest van de Commissie Buitenlandse Betrekkingen van de Libanese Communistische Partij; maart 2014
[Deel 4]
We hebben inmiddels gewezen op de risico's in de binnenlandse situatie, als gevolg van de instabiliteit van de situatie in Syrië en de religieus-sektarische verdeeldheid die daaruit voortkomt; ook hebben we gewezen op de mogelijkheid dat de Israëlische vijand in lijn met deze 'binnenlandse verwarring' gaat interveniëren - rest ons nog te wijzen op de interne politieke situatie in het licht van deze twee gevaren.
Het optreden van de politieke krachten die de Libanese situatie momenteel beheersen - de eerder genoemde allianties van 8 en 14 maart - heeft geleid tot een verlamming van alle nationale instellingen, die al meer dan 10 maanden duurt. De regering had er, enerzijds, voor moeten zorgen dat de Amerikaans-Saoedische standpunten samengebracht werden met het Iraans standpunt op de basis van het rustig afwachten waartoe de Syrische crisis zou leiden, en dat, anderzijds, de tegengestelde Amerikaans-Russische belangen met betrekking tot Libanon's olie en gas omgezet werden in een uitnodiging voor een tender.
In plaats daarvan is deze regering zelfs niet in staat geweest tot de meest elementaire beveiliging van de Libanees-Syrische grens, die daardoor op alle mogelijke manieren geschonden kan worden. Bovendien wijst alles erop dat de presidentsverkiezingen, die geacht worden half mei 2014 (inmiddels dus plaatsgevonden, nvdr) plaats te vinden, niet losgekoppeld zullen kunnen worden van de ontwikkelingen in de Syrische situatie, waarvoor een begin van een oplossing, zoals we hebben aangegeven, ligt in de bijeenkomsten in Genève (of elders). Het gevolg hiervan zou kunnen zijn dat Libanon in een presidentieel vacuüm terechtkomt en dat zich de mogelijkheid van hernieuwde bombardementen gaat voordoen, iets waar meerdere partijen in binnen- en buitenland naar streven.
Het rentenierskarakter van de Libanese economie [waarbij een persoon of instelling inkomen ontvangt van zijn/haar activa en investeringen, in de vorm van rente, huur, dividend, meerwaarde of winst] blijft de nivellering onder de Libanezen aanwakkeren en legt vervolgens de basis voor verschijnselen als armoede, werkloosheid en migratie. In dit deel bespreken we enkele actuele indicaties daarvan in de Libanese economie.
Dit monopolie heeft gevolgen voor de markt: het blokkeert elke toetreding en concurrentie, vooral omdat het met al zijn machtige steunpilaren heeft kunnen voorkomen dat zijn importhoeveelheden werden beperkt en dat van staatswege importquota werden toegewezen (aan oliemaatschappijen) voor een beperkt deel van het lokaal gebruik. Kortom, aan iedereen is de toegang tot de sector van de gasimport en -distributie ontzegd.
De vastgoedbubbel is niet met een klap uiteengespat, maar het einde van deze fase heeft wel tot lagere prijzen geleid, evenwel zonder dat die over de hele linie zijn ingestort. Een van de belangrijkste redenen voor de veerkracht van de vastgoedsector is het feit dat de Libanese centrale bank (Bank van Libanon, BvL) er geld in pompt. Volgens een bekendmaking van de BvL is het aandeel van de vastgoedsector in het totaalbedrag dat de BvL aan de banken tegen 1 procent rente heeft uitgeleend, inmiddels gestegen tot ongeveer 60 procent. Deze leningen leverden de banken hoge winsten op zonder dat ze de rente op hypotheken hoefden te verhogen, hetgeen op zijn beurt het aangaan van langlopende schulden weer stimuleerde.
Het overgrote deel van deze BvL-steun is bij onroerendgoedhandelaren terechtgekomen. Die dreven vervolgens via speculatie de prijzen op en daar profiteerden de banken dan weer van, want die financierden deze aankopen met goedkoop geld. Consumenten met een eigen woning hebben langlopende schulden moeten aangaan om de absurd dure appartementen te kunnen kopen. De hieruit verkregen opbrengsten verrijken opnieuw de handelaren uit de rijke bezittende klasse en zorgen voor rampen in de arme en middenklasse. En, ze zijn dé verklaring voor het uit de pas lopen van de inkomsten van de Libanese gezinnen en hun kosten voor huisvesting. Een belangrijke indicatie is dat de waarde van de leningen die de handelaren in de bouwsector in de eerste 10 maanden van 2013 hebben gekregen, 526 miljoen dollar bedroeg. Dit is echter niet de hele portefeuille van leningen die deze handelaren in werkelijkheid ontvangen hebben, want volgens berekeningen van de Libanese banken bereikte de waarde van de bancaire leningen samenhangend met onroerend goed 5,16 miljard dollar, ofwel 7,32 procent van het totaal van de kredieten die toegekend zijn aan de particuliere sector.
Tegelijkertijd echter erkent het rentenierssysteem niet het recht van de burgers op het verkrijgen van fatsoenlijke huisvesting, een van de grondrechten die opgenomen zijn in de, ook door Libanon ondertekende, internationale verdragen voor de rechten van de mens. Voor de periode 1975 tot heden laat de onroerendgoedsector hogere gemiddelde inflatiecijfers zien dan alle andere categorieën. De prijzen van appartementen verveelvoudigden in deze periode, terwijl vergeleken hiermee de verbetering van de salarissen zeer mager bleef. Allemaal het gevolg van het feit dat de staat nog steeds niet de noodzaak van een integraal huisvestingsplan erkent, dat voorziet in betaalbare woningen voor de armen en de mensen met een beperkt inkomen.
Volgens de laatste scan van de voedsel- en landbouworganisatie van de VN, de FAO, in de Bekavallei en Akkar heeft 84 procent van de boeren daar melding gemaakt van het voorkomen van ziektes als mond-en-klauwzeer en pest bij kleine herkauwers en van veel problemen in verband met dierziektes. Deze situatie wordt verergerd door de migratie van een zeer groot aantal Syrische herders met hun kuddes niet ingeënte schapen, geiten en koeien.
Volgens schattingen van het ministerie van Arbeid schommelde in 2013 het werkloosheidscijfer tussen 12 en 13 procent. Onder jongeren in de leeftijd onder de 25 jaar en onder hoger opgeleiden is het cijfer tot een veelvoud gestegen. Ook bevindt veel werkgelegenheid zich in de informele sector, die de arbeiders generlei rechten of sociale waarborgen biedt, en is dit aandeel de laatste tijd verder gegroeid. Volgens schattingen van het Internationaal Monetair Fonds werkt meer dan een derde van de arbeiders in de informele sector.
Het begrotingstekort is in juni 2013 met meer dan 81 procent gestegen als gevolg van de groei van de lopende begrotingsuitgaven in het kader van de begroting 2012- 2013. Gegevens van het ministerie van Financiën tonen aan dat het tekort in de eerste 6 maanden van 2013 is opgelopen tot 1,9 miljard dollar, vergeleken met 1,1 miljard dollar in dezelfde periode van 2012 betekent dat een groei van 68 procent in slechts een half jaar tijd. Verwacht wordt dat het tekort in 2014 hoog zal blijven, in de buurt van 10 procent van het bruto binnenlands product (bbp), en dat is een gevaarlijk teken voor een land met een overheidsschuld die in 2013 is opgelopen tot ongeveer 137 procent van het bbp! Volgens deskundigen van het Institute of International Finance zal het begrotingstekort het volgend jaar uitkomen op 12 procent van het bbp en de overheidsschuld op 157 procent van het bbp. Volgens ditzelfde scenario laat de bancaire sector tegelijkertijd een sterke daling van het liquiditeitsniveau zien. Hoe onwaarschijnlijk ook, als deze veronderstelling werkelijkheid wordt, dan vormt ze een groot gevaar voor het vermogen om de schuld te beheren.
Sinds de zomer van 2012 is de Libanese Communistische Partij bezig geweest om te waarschuwen voor de gevaarlijke situatie die Libanon op alle niveaus bedreigt: de sociaaleconomische crisis en de mogelijkheid dat onrust leidt tot een nieuwe burgeroorlog als gevolg van de internationalisering van de Syrische crisis en de voortdurende Amerikaans-Israëlische pogingen om af te rekenen met de Palestijnse kwestie.
De partij is gestart met het bijeenbrengen van de politieke krachten uit de bevolking, die het belang inzien van de bescherming van de nationale factor en van de verbanning uit ons land en volk van het spook van een nieuwe sektarische burgeroorlog. Daartoe heeft ze initiatieven genomen rondom burgervrede en ook belangrijke vakbondsacties in de publieke en private sector opgezet (acties rondom functie- en salarisniveaus in de publieke sector en de oprichting van een democratisch vakbondscentrum als kern van een volksconferentie vanuit de vakbonden ten behoeve van verandering).
Vandaag roept de partij de Libanezen opnieuw op tot eenheid die gebaseerd is op het samen bouwen aan een burgerlijk democratisch land, een actieve natiestaat, een sociaal vooruitstrevend land, dat kan bestaan als staat zonder sektarische verdeling - waarvan nu elke dag het gevaar verder groeit - en dat de sociaaleconomische crises kan overwinnen die er momenteel woeden.
Commissie voor buitenlandse betrekkingen in de Libanese Communistische Partij, 6 maart 2014.
Bron: http://www.solidnet.org/lebanon-lebanese-communist-party
Vertaling uit het Arabisch: Louis Wilms.