Rainer Rupp
Op donderdag [14 augustus] heeft het Oekraïense parlement bekendgemaakt dat zij op 12 augustus heeft ingestemd met sancties die worden opgelegd aan 65 Russische ondernemingen en 172 individuen, die zich naar verluidt schuldig hebben gemaakt aan 'financieel terrorisme'. Op de lijst van ondernemingen staat ook de gigant Gazprom, grotendeels Russisch staatseigendom en de enige onderneming die Russisch gas mag exporteren.
Tot nu toe hebben de VS en de van Russische leveringen afhankelijke EU zorgvuldig vermeden om sancties op te leggen aan Gazprom. Daarin heeft Oekraïne nu verandering gebracht. Omdat Oekraïne wegens openstaande schulden geen Russisch gas meer krijgt wil het land Gazprom straffen en de uitvoer van gas via pijpleidingen naar West-Europa inperken. Voor deze suïcidale moed dankte de door de VS gesteunde Oekraïense minister-president, Arsenij Jazenjuk, het parlement, dat heeft getoond dat Oekraïne in staat is "zichzelf te beschermen".
Een van de belangrijkste sancties behelst, volgens een Brits persbureau, dat Europese energieondernemingen van landen binnen de EU, als ze hun gas in Rusland willen blijven afnemen, eerst over belangrijke veranderingen in hun contract moeten onderhandelen. In Europa ontstaat nu de angst dat dit in de komende wintermaanden tot knelpunten zal leiden.
En daarmee zijn ook de regeringen van de EU-landen niet gelukkig. De minister-president van Slowakije, Robert Fico, heeft zich als eerste hierover in het openbaar uitgesproken, met de retorische vraag: "Is het niet vreemd dat een land dat een associatieovereenkomst met de EU heeft ondertekend, een land dat wij allemaal proberen te helpen, stappen onderneemt die de belangen van een aantal EU-lidstaten in gevaar brengen? Wij willen niet de gijzelaar worden van het Oekraïens-Russische conflict, wij kunnen onze belangen niet voor een duel opofferen", aldus Fico, die de EU-sancties als 'onzinnig' bestempelde.
Slechts een paar dagen nadat Rusland de eigen sancties met betrekking tot levensmiddelenimport vanuit de EU-zone bekendmaakte laten een aantal EU-landen radeloze reacties zien. Griekenland was diep geschokt over het verlies van zijn grootste afzetmarkt, daarna gingen de Spaanse boeren op de barricaden en rekenden de EU-leiders voor dat zei dit jaar tot zo'n 800 miljoen euro aan directe afzet zullen verliezen.[Ook in Nederland zijn de verliezen zeer groot, nvdr]
Ondertussen had Valio, de grootste producent van zuivelproducten van Finland, op basis van de sancties al 800 ontslagen aangekondigd. En Polen, de grootste Europese appelproducent, waarvan de oogst vrijwel uitsluitend naar Rusland wordt geëxporteerd, is bijzonder zuur, want nu blijft het land met zijn appels zitten. Volgens de Poolse landbouwminister Marek Sawicki leidt dat voor zijn land tot een verlies van 0,6 procent van het bnp.
Onder druk van de lidstaten heeft de EU-commissie in Brussel al een compensatiefonds opgericht, waaruit schadevergoeding betaald zal worden aan de door de sancties getroffen boeren. Het probleem is alleen dat er nu ongeveer 400 miljoen euro in dit fonds zit, terwijl het verlies aan inkomsten van de boeren zal oplopen tot vele miljarden euro. Het is ook de vraag of dit fonds werkelijk kan functioneren, want hoe moeten de EU-ambtenaren het verlies aan inkomsten van de boeren controleren en zich beschermen tegen fraude? Bovendien zal met het inrichten van de nodige bureaucratie het grootste deel van het geld van het compensatiegeld al zijn verbruikt, nog voor de boeren de eerste euro in handen krijgen.
Met al deze problemen met betrekking tot het compensatiefonds zullen de eerste betalingen aan de boeren, als die er daadwerkelijk komen, pas over enige jaren plaatsvinden. Tegen die tijd zullen velen al failliet zijn, want ze krijgen ook nog te maken met een indirect maar niet minder pijnlijk gevolg van de sancties. En dat treft alle producenten: de tot nu toe naar Rusland geëxporteerde producten zullen nu de binnenlandse markten van de EU landen overstromen en zorgen voor een desastreuze prijsconcurrentie naar beneden. Als de EU dit zou willen verhinderen, blijft er niets anders over dan de overtollige levensmiddelen opkopen en vernietigen, zoals dat vroeger gebruikelijk was bij gesubsidieerde inkoopprijzen binnen de Europese Economische Gemeenschap (EEG). Maar dat gaat de EU vele malen meer kosten dan het compensatiefonds en kan in tijden van krapte haar budget ver te boven gaan.
Tegelijkertijd zijn de politieke implicaties nu al zeer pijnlijk, en uiteindelijk zijn het toch de Europese belastingbetalers die voor de gevolgen van de waanzinnige sanctiepolitiek van de niet gekozen Eurocraten moeten betalen. De open zenuw van de Eurocraten is inmiddels terug te zien in hun avontuurlijke, diplomatieke activiteiten. Zo heeft de EU-Commissie gezanten gestuurd naar Brazilië, Chili en andere Latijns-Amerikaanse staten, om hen met min of meer verborgen bedreigingen ervan af te houden om voor Rusland in de bres te springen en het land te voorzien van fruit, groente, vlees en vis.
Deze landen zullen echter de mogelijkheid niet willen missen om langlopende leveringsverdragen af te sluiten met de kapitaalkrachtige Russen. Bijkomend probleem voor de Europeanen is dat als zij de Russische markt eenmaal verloren hebben aan andere landen, het zeer moeilijk zal zijn om die markt terug te veroveren.
Sgb, 15 augustus 2014, vertaling J. Bernaven.