Sociaaleconomische redactie
Iedere werkende moet er volgend jaar minstens 900 euro bij krijgen in de cao. Dat kan met een looneis van drie procent die geheel of gedeeltelijk wordt vertaald in centen. Op die manier krijgen vooral de mensen met midden- en lagere inkomens meer koopkracht en dat is nodig om de groeiende inkomensongelijkheid een halt toe te roepen.
Dat is een van de opvallendste punten uit het Arbeidsvoorwaardenbeleid voor 2015 waarover het Ledenparlement van de FNV maandagmiddag in Bunnik sprak. Andere belangrijke onderwerpen zijn het omzetten van onzekere contracten in echte banen, tijdelijke plaatsmakersregelingen om het werk eerlijker te verdelen over jong en oud, en het in de cao concreet maken van de landelijke afspraken met de werkgevers over het derde jaar WW.
Mariëtte Patijn, coördinator Arbeidsvoorwaarden van de FNV: "We zien de verschillen ook in Nederland steeds meer toenemen. Tegelijkertijd willen de mensen er nu ook eindelijk weer eens wat bij krijgen. Met deze voorstellen verbeteren we de koopkracht en pakken we tegelijkertijd die groeiende ongelijkheid aan."
Bij een inkomen van 30.000 euro staat structureel 900 euro erbij gelijk aan een loonsverhoging van 3 procent. Door vaker te kiezen voor centen in plaats van procenten, moeten vooral de lagere en middeninkomens hiervan profiteren. Dat kan op verschillende manieren. Sectoren kunnen een bodem in de looneis leggen in de vorm van een bedrag in euro's. Ook kan een deel in euro's worden gerealiseerd en een deel in procenten.
Daarbij wordt gekeken naar de loonstructuur in de bedrijfstak.
Exorbitante beloningen aan de top moeten worden aangepakt.
Meer koopkracht, vooral bij de lagere en middeninkomens, is ook goed voor de werkgelegenheid. En als de werkloosheid eindelijk daalt, kan de economie echt weer op gang komen. Want als mensen werk hebben geven ze meer uit, betalen ze meer belasting en zijn minder uitkeringen nodig.
Om mensen aan het werk te helpen moeten alle beschikbare middelen worden ingezet, zoals aanpak van de jeugdwerkloosheid, en tijdelijke stimuleringsregelingen om jongeren een deel van het werk van ouderen te laten doen, zoals 80-90-100: ouderen werken nog 80 procent tegen 90 procent van hun loon met 100 procent pensioenopbouw. Vijf mensen die dit doen maken samen plaats voor één nieuw iemand.
De FNV blijft overal inzetten op vervangen van onzeker werk door echte banen. Dat leidt meteen ook tot een forse koopkrachtverbetering. Vorig jaar bleek dat de FNV vooral resultaten boekte op plekken waar mensen zelf in actie kwamen. "Die actielijn wordt dit jaar voortgezet", aldus Patijn.
Het arbeidsvoorwaardenbeleid is op 15 september besproken door het Ledenparlement. De komende maanden gaan de leden uit de verschillende sectoren hierover met elkaar in discussie, om de inzet voor 2015 in november definitief vast te stellen.
Bron: FNV Bondgenoten.