Kameraad Jan Groot (1917-2014) overleed op 6 september jl. op 97-jarige leeftijd. Erik Gerritsma vertegenwoordigde de NCPN op de crematieplechtigheid en hield een korte speech.
Mijn eerste ontmoeting met Jan was in 2006, op ons kantoor in Amsterdam bij de vouwploeg van onze krant Manifest, waarvan hij vast deel uitmaakte. Hij schudde mij de hand met de woorden: "Kameraad Groot, oudste partijgenoot, nog altijd strijdbaar".
Wat natuurlijk indruk maakt is de leeftijd van 97 jaar, die Jan heeft bereikt. De laatste jaren was ik zijn lijn naar de partij, waarvan hij [opvolgend in CPN, VCN en NCPN] bijna 80 jaar deel heeft uitgemaakt. Maar een communist moet veel tegenslagen verwerken. En wie dat meer dan 80 jaar van zijn leven is geweest, in de jaren die Jan heeft meegemaakt dus heel veel.
In een interview met Manifest uit 1999, beschrijft Jan het bombardement op de kruiser 'De Zeven Provinciën als het begin van zijn politieke bewustwording. Dat was in 1933. Zo ongeveer 70 jaar later begon die bewustwording voor mij pas. Jan was in zijn leven getuige van heel wat gebeurtenissen, die in de geschiedenis van de communistische partij een bijzondere plek innemen.
Zo ook de oorlog, en de Februaristaking, waarvan hij in Haarlem één van de organisatoren was. Als hij vertelde over de oorlog, eindigde het dikwijls met de woorden: verraad, verraad. Zoveel goede kameraden verloren door verraad. Dan besef je wat voor bijzondere kameraad je tegenover je hebt. Want Jan werd lid van de partij in 1934, of 1935 - dat wisselde de laatste jaren nog weleens in zijn geheugen. Twee op de drie vooroorlogse kaderleden van de CPN overleefden de oorlog niet.
Er is een foto van Jan waarop hij posters aan het plakken is voor de Tweedekamerverkiezingen. Het bijschrift van het persbureau luidt: 'Een 84-jarige verzetsstrijder hanteert maandag in Velserbroek driftig de plakkwast voor zijn partij, de communistische NCPN. De Haarlemmer, die 23 keer in de SovjetUnie is geweest, plakt voor wat hij noemt de partij van stadsgenote Hannie Schaft, de bekende verzetsstrijdster die in de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers is omgebracht.' Ik moet die posters hebben zien hangen, maar mijn partijleven moest nog beginnen.
De handen uit de mouwen steken in de vouwploeg. Iedere 2 weken met de Lada naar Amsterdam. Net zo lang tot hij écht niet meer kon. Tot op de hoge leeftijd zelfs het kleine partijwerk niet schuwen. Jan heeft geen hoofdrol gespeeld, maar hij heeft in al die jaren misschien wel meer gezien en meegemaakt dan de meeste van de hoofdrolspelers.
Hij heeft zijn werk voor de partij met onbeschrijfelijk veel toewijding gedaan. Jan is voor mij persoonlijk een bijzonder dierbare kameraad geworden, in de acht jaar dat ik hem heb gekend. En voor de partij was hij een zeer gewaardeerde, onmisbare kracht. Zonder zulke onverzettelijke en standvastige kameraden was de voortzetting van een communistische partij in ons land onmogelijk geweest. En zonder zo'n inspirerende kameraad als Jan, mijn werk voor de partij ook niet.
Er is een gedicht van Bertolt Brecht, waarmee ik wil eindigen:
De zwakken vechten niet.
De sterken, zij vechten misschien een uur.
Zij die nog sterker zijn, vechten vele jaren.
Maar de sterksten, die vechten hun leven lang.
Die zijn onontbeerlijk.