Gevangen in een politiek van rente op de nullijn

i-007-011.jpg
Een beurshandelaar belt geschrokken het bericht door dat de Duitse beurs DAX in Frankfurt op 16 oktober jl. naar het laagste punt zakt sinds een jaar. (Foto: ZLV)

Rainer Rupp

Tijdens de jaarvergadering van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank [12 en 13 oktober] heeft het IMF zijn ernstige zorgen uitgesproken over de verdere wereldwijde ontwikkeling van de economie, in het bijzonder in Europa. Het IMF stelde de groeiprognose van het bbp van Duitsland stevig naar beneden bij: 1,4 procent voor 2014. Terwijl Duitsland zich nog steeds graag presenteert als een rots te midden van de economische stormvloed, die ondertussen opnieuw dreigt grote delen van Europa onder water te zetten.

Er dreigen werkloosheidsrecordhoogten in Frankrijk, Spanje en Italië. In Spanje zijn er nieuwe records in het aantal slechte leningen van particuliere banken. In Italië is er een nieuw record van het aandeel staatsschulden in het bbp. En in Frankrijk is er sprake van een belastingpolitiek waardoor het land zich absoluut niet houdt aan de veelvuldig afgesproken limiet van het begrotingstekort van maximaal drie procent.

Tegelijkertijd neemt in heel Europa de kredietverlening aan kleine en middelgrote ondernemingen steeds verder af, ondanks de geldinjecties voor de grote banken met geld van de Europese Centrale Bank (ECB). Tevens neemt de particuliere consumptie af. De meeste EU-landen bevinden zich al in een recessie of staan op het randje. Daarom groeit de druk op de Bondsregering om haar ijzeren politiek van bezuinigingen op te geven, die zij zowel in eigen land doorzet alsook verlangt van de andere lidstaten in de eurozone. Duitsland eist van hen "structurele hervormingen", namelijk: verlaging van de reële lonen en de uitgaven voor sociale zekerheid, gezondheid en onderwijs. Deze eis stelt echter de regeringen van de EU-landen met veel minder volgzame werkers dan in Duitsland voor grote problemen.

Naast een grotere sociale onrust zorgen ook snelgroeiende anti-Europa partijen voor een beperking van de handelingsruimte van regeringen. In hun pogingen om de door de Duitsers opgelegde soberheid van zich af te schudden hebben onder meer Frankrijk, Italië en Spanje hulp gekregen van het IMF. Het IMF heeft Duitsland gevraagd de bezuinigingspolitiek over boord te gooien en de binnenlandse vraag te stimuleren, onder andere door verhoging van de lonen. Daarvan wil Berlijn echter niets weten. Van een wereldwijde economische crisis kan geen sprake zijn, zo luidde de reactie van de Duitse minister van Financiën, Wolfgang Schäuble, op de vraag van het IMF. Dat beweert hij terwijl in de Verenigde Staten de reële economie steeds verder verzwakt en Japan aan de vooravond staat van een recessie, ondanks zijn unieke 'geld-tsunami's'. Duurzame groei kan alleen bereikt worden door structuurhervormingen, aldus Schäuble. (Dat betekent verdere verarming van de arbeidersklasse).

Maar Berlijn beschikt nog maar over enkele financiële 'folterinstrumenten' om de andere landen in de Eurozone tot de begrotingsdiscipline te dwingen. De Europese Centrale Bank, de Federal Reserve [Centrale Bank VS] en de centrale banken van Japan en China geven de grote nationale banken herhaaldelijk gigantische renteloze geldinjecties. Dat heeft ervoor gezorgd dat de wereldwijde wedloop tussen de grote banken om winstgevende obligaties is losgebarsten.

Daarbij lijkt het geen rol meer te spelen hoeveel schuld die landen hadden en hoe groot de risico's zijn. Dat heeft het voor Ierland, Portugal en Griekenland dit jaar mogelijk gemaakt om zich te ontdoen van het knellende bezuinigingskeurslijf, opgelegd door de Trojka, en weer schulden te maken op de met geld overspoelde financiële markten, vooral omdat de ECB garandeert dat zij de obligaties indien nodig van de banken overneemt. Dat gaf bijvoorbeeld de regering van Portugal de gelegenheid om deze zomer, ondanks de miserabele economie en staatsfinanciën van het land (een staatsschuld van 128 procent van het bbp) probleemloos kopers te vinden voor nieuwe obligaties met een vervaldatum in 2024 tegen een rente van 4,6 procent.

Deze ontwikkeling heeft ondertussen geleid tot een heftige, openlijk gevoerde strijd tussen de voorzitter van de ECB, Mario Draghi, en de baas van de Bundesbank, Jens Weidman. Maar ook het IMF vindt deze ontwikkeling zeer gevaarlijk, want de door de Federal Reserve van de VS voor 2015 aangekondigde stappen, weg van de 'nul-rente-politiek', zullen onvermijdelijk leiden tot een massale kapitaalvlucht naar de dollar, wat weer zal leiden tot een catastrofale kettingreactie op de wereldwijde financiële markten. De kritiek van Weidman en Duitse tegenstanders van de euro is dat volgens het verdrag van de ECB de Duitse belastingbetaler opdraait voor bijna een derde van de verliezen, en die kunnen in de volgende financiële crises makkelijk oplopen tot honderden miljoenen euro.

Tegelijkertijd heeft in de afgelopen jaren de zoektocht naar hoger renderende beleggingen ook geleid tot handel in 'hoge risico' aandelen in opkomende economieën en ontwikkelingslanden. Zo kon Nigeria bijvoorbeeld in september 2014 geld beleggen in obligaties met een looptijd van 10 jaar tegen 12,23 procent rente, en dat bij een inflatie van 8,5 procent, dus een reële rente van 3,7 procent, niet veel meer dan de Duitse Bondsregering voor zulke financiële papieren moest betalen vóór de crisis.

Bij een verschuiving van de 'zero-rente-politiek' van de VS zal ook in de opkomende economieën en ontwikkelingslanden het in beleggingen geparkeerde kapitaal plotseling wegvloeien, waardoor het IMF ook daar vreest voor het stagneren of inklappen van de groei. In dat verband gaan er steeds meer stemmen op die er bij Washington op aandringen om de politiek van grote geldinjecties voort te zetten, in het bijzonder in het licht van een verdere verzwakking van de reeds noodlijdende economische groei van de VS en het nog steeds ondeugdelijk gefinancierde Amerikaanse banksysteem.

Daar tegenover staat een steeds sterker wordende fractie in Washington die zich zorgen maakt om de dollar als wereldvalutareserve. De rente in de markteconomie geldt als het sleutelinstrument voor controle op een zo groot mogelijk rendement van de inzet van kapitaal. Ondertussen wordt dit instrumentdoor een bijna vijf jaar durende politiek van 'zero rente' buiten werking gesteld en is er inmiddels sprake van gevaarlijke economische onrust in de VS, waardoor een volgende groep van economen en politici van Washington eist dat zij gaat 'omdenken'.

Sgb, 13 oktober 2014.