Peter Custers
Sinds de nacht van 22 op 23 september jl. voeren Amerikaanse gevechtsvliegtuigen met raketten en drones luchtaanvallen uit op doelen in en rond Raqqah, de stad in het noorden van Syrië waar het hoofdkwartier ligt van de door ISIS uitgeroepen Islamitische staat. De acties markeren niet slechts een uitbreiding van de oorlog die de VS eerder lanceerden tegen militaire posities van ISIS in het noorden van Irak. Zij betekenen ook dat president Obama definitief breekt met zijn beleid om aan de betrokkenheid van de VS bij oorlogen in het Midden-Oosten een eind te maken.
Opnieuw zijn de oorlogshandelingen onrechtmatig, net als ten tijde van de Amerikaanse agressie gericht op omverwerping van het bewind van Saddam Hussein (2003). Noch de Syrische regering en evenmin de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties hebben er toestemming voor gegeven. Weliswaar zijn voorafgaand aan de bombardementen in Syrië - middels bijeenkomsten gehouden in Groot-Brittannië (NAVO), in Frankrijk en in Saoedi-Arabië - pogingen ondernomen om een brede oorlogscoalitie van de grond te tillen. Maar meerdere Europese bondgenoten van de VS hebben laten weten dat zij de bombardementen op Syrië als onrechtmatig beschouwen. Intussen speculeren prominente leiders van het Amerikaanse militair-industrieel complex, waaronder legerhoofd Dempsey en minister van Defensie Hagel, op een nieuwe grondoorlog ter verdrijving van ISIS uit Irak en Syrië.
Om het controversiële karakter van de Amerikaanse oorlog tegen ISIS te belichten, hoef je niet ver te zoeken. Een blik op de lijst van regeringen uit het Midden-Oosten die zich verbonden hebben aan het VS-oorlogsstreven volstaat. In het eerste deel van september hielden de VS een bijeenkomst in Jeddah, Saoedi-Arabië, om deelnemers voor zijn oorlogsplannen te werven, om zich van logistieke steun te verzekeren, en ook om smeergeld voor de oorlog los te krijgen. Tien landen namen deel. Het bondgenootschap dat in Jeddah gesmeed werd, is in de meest gezaghebbende Amerikaanse krant beschreven als "een volstrekt onwaarschijnlijke coalitie"! Reden voor die betiteling is het feit dat ISIS enorm veel fondsen en andere ondersteuning heeft ontvangen juist van landen die aan de Saoedische bijeenkomst deelnamen!
Een paar maanden geleden nog moest je de nodige moeite doen om via internet betrouwbare gegevens te achterhalen over de fondswerving van ISIS. Onderzoekers van de Brookings Institution gaven aan dat ISIS al jarenlang naar financiële middelen hengelt in staten rond het Golfgebied. Maar pas recentelijk is de wereldpers er van doordrongen geraakt dat Wahhabistische geestelijken op tv-kanalen in Qatar propaganda maakten voor ISIS, en dat de regeringen van Saoedi-Arabië en Koeweit sympathisanten van ISIS die donors wierven geen strobreed in de weg legden. Je vraagt je dus af hoelang westerse veiligheidsagenten in het Midden-Oosten hebben liggen slapen [of bewust een oogje dichtknepen, nvdr].
Amerikaanse functionarissen stellen nu dat regeringen in het Golfgebied de fondswerving van ISIS in hun staten aan banden dienen te leggen. Maar is het slechts een kwestie van een lakse houding? Hoe komt het eigenlijk dat men nu pas tot actie overgaat, terwijl de opkomst van ISIS en van andere verse 'Al-Qaeda'-achtige bewegingen lang geleden begonnen is, i.e. in het midden van vorig decennium toen de Amerikaanse strijdkrachten in Irak streden tegen Soennitische extremistische groeperingen?
Het punt is natuurlijk dat samenwerking met Wahhabisme, de voornaamste stroming van het Soennitische fundamentalisme, heel lang het uitgangspunt is geweest van de strategie die hegemoniale westerse mogendheden - eerst Groot-Brittannië, daarna de Verenigde Staten - t.a.v. het Midden-Oosten voerden. Groot-Brittannië zelfs van voor de oprichting van Saoedi-Arabië als koninkrijk (1932).
Westerse bondgenoten zoals Saoedi-Arabië en Qatar mogen zich nu lijken te distantiëren van ISIS. Maar de werkelijkheid is dat de methoden van de heersers van die landen en hun Wahhabistische geestelijken erg lijken op die van ISIS. Net als onder ISIS' 'Kalifaat' worden mensen die zich niet schikken naar de strikte wetten van Saoedi-Arabië daar onthoofd! Net als in gebieden die door ISIS in Irak 'bevrijd' zijn, zijn talrijke Soefi heiligdommen hier in het verleden met de grond gelijkgemaakt. Saoedische heersers hebben beloofd dat zij de VS zullen helpen met opleiding van strijders tegen ISIS, en zeggen dat Saoedische geestelijken de strijders het 'juiste islamitisiche' gedachtegoed kunnen bijbrengen. Maar hoe scherp is het onderscheid tussen Saoedisch Wahhabisme en ISIS' extremisme?
Na meer dan een decennium van mislukte pogingen om het 'internationale terrorisme' te verslaan zijn de VS verstrikt geraakt in een web van interne tegenstrijdigheden. Wellicht zijn er andere redenen waarom de VS besloten hebben een coalitie aan te gaan met de neven van ISIS? Qatar is een sprekend voorbeeld. De heersers van Qatar belijden hun eigen variant van Wahhabisme. Zij zijn ook al jarenlang enthousiaste begunstigers van fundamentalistische organisaties die in het hele Midden-Oosten opereren. Tegelijkertijd fungeert de luchtmachtbasis Al Udeid van deze Golfstaat als regionaal hoofdkwartier van CENTCOM, het commandocentrum van het Amerikaanse leger in het Midden-Oosten.
Vanwege de twijfelachtige houding van zijn regering waardoor ISIS openlijk oliegelden kon innen, is aan Qatar te verstaan gegeven dat het voorlopig een toontje lager moet zingen internationaal. Maar alle onthullingen van Amerikaanse denktanks en de pers ten spijt, gaan de VS gewoon door met het onderhouden van wapenhandelsbetrekkingen met Qatar. Halverwege juli kondigden Amerikaanse functionarissen aan dat er overeenstemming was bereikt over verkoop van Patriot-raketten, Apache-helikopters en ander wapentuig, ter waarde van 11 miljard Amerikaanse dollars. De deal met Qatar werd bestempeld als de grootste wapendeal van de VS in 2014!
Bijna zes jaar geleden is Obama verkozen tot president vanwege zijn standpunt tegen de VS-oorlog in Irak. Nu hij de hoge druk vanuit het militair-industriële complex niet kon weerstaan, heeft Obama luchtbombardementen gelast die massale verwoestingen teweegbrengen in zowel Irak als Syrië. Nog maar een jaar geleden voelde Obama zich genoodzaakt de geplande luchtaanvallen tegen de Syrische regering van Assad af te blazen. De bewijzen over gebruik van chemische wapens waren zwak, en Rusland bemiddelde bij totstandkoming van een compromis.
Ditmaal zijn de niet aflatende nachtelijke bombardementen klaarblijkelijk gericht tegen jihadistische tegenstanders van Assad. De loop van Obama's geweer wijst nu dus in tegengestelde richting. Zeker, de luchtaanvallen werden voorafgegaan door een publiciteitsoffensief, en een deel van het westerse publiek gelooft dat de aanvallen gerechtvaardigd zijn. Maar zoals bovenstaand verhaal over het bondgenootschap van de VS met Arabische staten aangeeft, kan onmogelijk worden gesteld dat de huidige oorlog beoogt de invloed van intolerante vormen van de Islam in te dammen. Critici van de oorlog klagen al dat de oorlog het lijden van de volkeren van het Midden-Oosten alleen maar verder zal vergroten. De Verenigde Naties moeten de VS onmiddellijk tot de orde roepen en moeten eisen dat de oorlog wordt stopgezet.
Peter Custers, politiek econoom en onderzoeker rond Islam/religieuze tolerantie. Leiden, 2 oktober, 2014.