Anna Ioannatou
De massale betoging tegen de werkloosheid van 1 november jl. op en rond het Syntagma Plein in Athene, georganiseerd door het PAME was dit keer vooral gericht op het enorme werkloosheidsprobleem, waarin Griekenland de koploper is binnen de Europese Unie. Meer dan 900 vakorganisaties uit het hele land deden mee, waarvan in een groot aantal het PAME niet eens de meerderheid heeft, maar die het PAME toch had weten te overtuigen.
Maar... werklozen kunnen niet staken. Dit 'onzichtbare' deel van de bevolking is moeilijker te bereiken, want ze hebben geen werkplek. Dus: eenieder die werklozen om zich heen kent, al of niet in de familie, moet ze zien te overtuigen van het nut van een gemeenschappelijke actie tegen werkloosheid.
In Griekenland zijn werklozen overigens niet zo onzichtbaar. Het zijn er veel. Anderhalf miljoen op een totale bevolking die onder de 11 miljoen is gezakt (percentage van officieel bijna 30%). Het verschijnsel is dus overal om je heen.
Voor deze mensen heeft de regering een wetsontwerp in petto om de werkgevers beter van dienst te zijn. Dit wetsontwerp bevat reactionaire veranderingen in de wetten, die de vakbeweging betreffen. Maar deze beweging loopt nog steeds achteruit op het moment. Steeds minder werknemers organiseren zich in bonden. Er is veel angst ontslagen te worden en de mentaliteit van - als je maar werk hebt, hou je je gedeisd - heeft de laatste jaren steeds meer om zich heen gegrepen. Deze vorm van alledaagse terreur wordt niet als terreur gezien, maar als vanzelfsprekend.
Waarom bereidt de regering dan strengere wetten voor? De geschiedenis heeft ons geleerd dat juist in tijden van slapte in de vakbeweging nieuwe maatregelen worden voorbereid of oude, die allang in de la liggen worden geactiveerd. Voor de tijd dat de protesten en de onvrede een massaal georganiseerde vorm gaan aannemen, liggen de wetten of wetsontwerpen al klaar om aangenomen te worden in een parlement dat een vervalste regeringsmeerderheid heeft (o.a. 50 zetels bonus voor de partij, die als eerste uit de bus komt).
De veranderingen die op komst zijn (en die er geweest zijn), bewijzen ook dat geen enkele sociale verworvenheid of werknemersrecht in een kapitalistische economie zeker is. Dit geldt ook voor vakbondsvrijheden. Daarom is de oppositie tegen de nieuwe vakbondswet niet van hypocrisie verstoken, als het gaat om politieke partijen die verder niet tegen het kapitalisme zijn. Ook wordt nogmaals de rol duidelijk van die vakbondsleidingen die illusies bij de werknemers scheppen, dat via de 'sociale dialoog' (onder auspiciën van het Internationaal Arbeids Bureau te Genève) de regering hier en daar wat zal toegeven, maar in feite het de regering en de werkgevers makkelijker maken hun maatregelen toe te passen.
Op het menu staat allereerst de beperking van het aantal gekozen vakbondsleden, dat niet ontslagen kan worden vanwege hun functie in de bond. In het algemeen wordt ontslaan makkelijker gemaakt. Aan de aanwezigheid van vakbondsmensen binnen de bedrijven (informatie, het uitdelen van pamfletten, oproepen tot stakingen en zo) wordt paal en perk gesteld, want zo "worden bedrijven in hun functioneren belemmerd" (regelmatig wordt via de media de fabel verbreid, dat stakende werknemers de schuld zijn van bedrijfssluitingen en dus de nationale economie torpederen!) De tijd waarin een staking aangekondigd wordt verandert van 24 in 48 uur van tevoren.
Het ministerie van werkgelegenheid heeft echter al laten weten dat een besluit tot staken niet meer genomen dient te worden door de meerderheid van de werknemers die deelnemen aan de Algemene Vergadering, zodra er sprake is van een quorum, maar door de meerderheid van de werknemers binnen het bedrijf. Praktisch leidt dit in de meeste gevallen tot geen besluit om de bekende redenen.
Vakbondsactiviteiten worden vervolgd sinds het ontstaan van de georganiseerde vakbeweging. Stakingen in de eerste plaats. De eerste tien jaar nadat wet 1264/1982 in Griekenland was aangenomen verklaarden de rechtbanken 85 procent van de stakingen "illegaal en abusief". De laatste jaren is dat 95 procent.
Vrijwel elke activiteit van bevolking en/of werknemers krijgt met politie, werkgever en justitie te maken. Hier volgen slechts een paar voorbeelden: zes jaar na de acties in de speelgoedketen 'Jumbo' zijn de rechtszaken tegen de stakende werknemers nog steeds volop aan de gang. Andere in het oog vallende voorbeelden zijn de continue gerechtelijke vervolgingen van de klassengeoriënteerde vakbonden in de sectoren scheepswerven en metaal via duidelijk verzonnen aanklachten, waar geen eind aan schijnt te komen. En uiteraard de veroordeling tot maandenlange gevangenisstraffen van 23 metaalarbeiders (Chalivourjía, zie Manifest 8-5-14 en 28-8-14). De aanklachten van de werkgevers, vooral van de hele grote, komen nooit in de archieven terecht. Via versnelde procedures leiden deze al gauw tot rechtszaken. Daarentegen komen de aanklachten- veel geringer in aantal - van werknemers in de regel in de la terecht alwaar zij onder een dikke laag stof alle actualiteit verliezen.
Vaak worden de aanklachten in de rechtbank ontzenuwd, zoals de aanklachten tegen de leiders van de boerenvakbonden. Ook zijn er de uitzonderingen onder de rechters, die zich niet zomaar achter elke werkgever opstellen. Maar de vervolgingen blijven doorgaan, een ware slijtageslag voor werknemers en de voorhoede onder de vakbondsmensen: rechtszaken, rechtszaken, rechtszaken. Veroordelingen, veroordelingen, veroordelingen. Kosten, kosten en nog eens kosten en ga zo maar door.
Het afgelopen jaar waren er twee gevallen van aanklachten op grond van morele aanstichting tot acties. De ene, die een veroordeling tot resultaat had, betrof de voorzitster van de Vereniging van Werknemers in de Handel van Thessaloniki, voormalig parlementslid van de KKE, Sofía Kalantídou. De andere aanklacht, die tijdens de verhoren al ontzenuwd werd, betrof de voorzitter van de Federatie van Landbouwers Verenigingen van Kardítsa, ook voormalig parlementslid van de KKE, Vangélis Boetas, en de voorzitter van de Federatie van Landbouwers Verenigingen van Tríkala, Apóstolos Thomópoulos.
Het PAME roept de vakbondsorganisaties op om zich "op het oorlogspad" te begeven. Een andere uitweg is er niet. Een echte dialoog tussen uitbuiter en uitgebuitene is immers niet mogelijk en kan alleen maar illusies scheppen. Dialoog is pas mogelijk onder gelijken.