Rainer Rupp (*)
Het is in de Verenigde Staten traditie dat presidenten en regeringspartijen bij de tussentijdse verkiezingen afgestraft worden. De nederlaag van Obama's Democratische Partij viel echter nog zwaarder uit dan verwacht.
Op de eerste plaats heeft de 'oppositie', de Republikeinse Partij nu ook de Senaat veroverd. Op de tweede plaats beschikken de Republikeinen nu in beide kamers over een comfortabele meerderheid. In het Huis van Afgevaardigden bouwden ze deze uit tot een recordaantal zetels sinds de Tweede Wereldoorlog. Op de derde plaats kwamen de Republikeinse overwinningen in de afzonderlijke kiesdistricten niet slechts met een kleine meerderheid tot stand. De verkiezingsuitslag kon al snel na het sluiten van de stembureaus vastgesteld worden.
Nadat de Democraten vier jaar geleden het Huis van Afgevaardigden verloren sprak Obama de volgende dag over een "shellacking" een aframmeling voor zijn partij. Vol spanning zien we uit naar wat hij dit keer zal zeggen in de traditionele toespraak die volgt na de tussentijdse verkiezingen. Deze nederlaag was nog zwaarder dan de vorige en de meeste Democraten leggen de hoofdverantwoordelijkheid daarvoor bij hem. Het populariteitspercentage van Obama bedraagt slechts 40 procent, een fractie hoger dan het historisch dieptepunt voor Amerikaanse presidenten.
Een van de oorzaken hiervoor is de chaotische invoering van de ziektekostenverzekeringswet. Deze pakte voor massa's mensen veel duurder uit dan verwacht, had negatieve effecten op de arbeidsverhoudingen van miljoenen Amerikanen en zorgt nog steeds voor grote onzekerheid. Tijdens de verkiezingscampagne distantieerden vrijwel alle Democratische kandidaten zich van president Obama, ook vanwege zijn economisch beleid.
Het afgelopen jaar wees Obama telkens glunderend van trots op de mooie werkloosheidscijfers die terug leken te lopen en op het economisch herstel. Zijn vrolijke boodschap kwam echter niet aan omdat ze in schrille tegenstelling stond tot de dagelijkse ervaringen van de meerderheid van de Amerikanen. Daarom was het niet verwonderlijk dat Obama de kandidaten van zijn partij als een molensteen om de hals hing en veel Democratische kiezers ditmaal gedesillusioneerd thuisbleven. Het opiniepeilingsbureau Gallup verwachtte dan ook dat het opkomstpercentage bijzonder laag zou zijn.
Met hun meerderheid in beide kamers van het Congres kunnen de Republikeinen nu ook hun controversiële wetten aannemen waarbij Obama niets anders overblijft dan het gebruikmaken van zijn vetorecht. Veel media schrijven dat Obama zijn eigen initiatieven niet meer kan uitvoeren door de tegenstand van de Republikeinen. Ze wijzen erop dat de Republikeinen met hun meerderheid in het Huis van Afgevaardigden de afgelopen vier jaar al veel initiatiefwetten van de bij hen impopulaire Obama geblokkeerd hebben.
Uitgerekend dankzij deze blokkade echter heeft Obama de afgelopen jaren in toenemende mate met zijn 'presidentiële besluiten' de parlementaire controle door zowel Republikeinen als Democraten omzeild en met zijn geheime decreten als een autocraat geheerst.
Nu dringt de vraag zich op of de Republikeinen in de toekomst resoluter zullen optreden tegen dit per decreet regeren dat zij Obama zo vaak verweten. Op een wezenlijke verandering van de politieke machtsstructuren in Washington hoeven we de komende jaren helaas niet te rekenen. In de grond van de zaak zijn de Republikeinen, de Democraten en het Witte Huis het immers grondig eens over alle smeerlapperijen zoals de Amerikaanse militaire interventies, de killer drones, de militarisering van de politie, het bespioneren van de burgers door de NSA enzovoorts. Het politiek gekibbel zal met het oog op de volgende presidentsverkiezingen toenemen maar dat is slechts voor de bühne.
Op het repertoire staat de voortzetting van de twisten tussen Obama en de Republikeinen die van hem wereldwijd nog meer militaire inzet eisen. Daarbij biedt de nieuwe politieke constellatie in Washington een prachtig podium voor gevaarlijke gekken zoals de Republikeinse haviken.
(*) Bron: Junge Welt, 5 november 2013, vertaling Frans Willems.