Geplaatst op 24 december 2014 door cubanismo
Interview met Katrien Demuynck, Europees coördinator van de Free the Five Campagne, voorzitster van het Belgisch Free the Five-comité en van Initiatief Cuba Socialista (ICS) over de betekenis van dit akkoord.
"Het was niet de eerste keer", zo zei hij, "dat er hoop op een opening was", en zolang ze niet feitelijk vrij waren, kon er nog van alles gebeuren. De onderhandelingen waren toen achter de schermen volop bezig en gingen blijkbaar de goede richting op. Ik was dus niet helemaal verrast toen ik het nieuws hoorde, maar tezelfdertijd kon ik mijn oren bijna niet geloven. Ik ben het direct gaan checken om zeker te zijn dat het klopte. Het was te mooi om waar te zijn.
Toen wij in 2004 voor de eerste keer Gerardo bezochten in een gevangenis met streng regime in de VS verzekerde hij vol optimisme en zonder enige aarzeling: "We komen hier uit, want mijn land zal alles doen om dat te bewerkstelligen." Toen ik hem kort na zijn terugkeer in Havana aan de lijn had, zei hij: "Zie je wel, we zijn weer thuis!"
De onverzettelijkheid van de Cubaanse revolutie en de internationale solidariteit met het socialistische eiland dwongen de VS om uiteindelijk toe te geven. De Cuban Five zijn het symbool van deze principevastheid. De Vijf hadden hun zware straffen destijds kunnen ontlopen door na hun gevangenneming te collaboreren met de VS-autoriteiten, maar dat hebben ze geweigerd.
Het is ook een overwinning van Latijns-Amerika. Sinds Latijns-Amerika, met Cuba en Venezuela op kop, een linkse koers is gaan varen, wordt het steeds duidelijker dat het continent niet langer de achtertuin van de VS is. ALBA, CELAC en UNASUR zijn uitingen van een herwonnen Latijns-Amerikaanse soevereiniteit. De druk van de Latijns-Amerikaanse landen op Washington om de relaties met Cuba te normaliseren werd steeds groter. Voor de komende top van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) in april in Panama, besloten de Latijns-Amerikaanse landen om Cuba expliciet uit te nodigen terwijl het land sinds 1962 onder druk van de VS was uitgesloten. Wat ooit het bastion was van de Amerikaanse achtertuinpolitiek zet nu de VS voor schut.
Een tweede reden moet je gaan zoeken bij de economische lobby's in de VS. Door zijn gunstige ligging en door de kantelende wereldverhoudingen wint Cuba de laatste jaren aan economisch belang. Brazilië investeert volop in een nieuwe diepzeehaven in de buurt van Havana, Mariel. Het lapt daarmee de VS-blokkade aan zijn laars. Die haven wordt dé belangrijkste hub voor de scheepvaart in de Cariben. Dat zien VS-zakenlui natuurlijk niet graag aan hun neus voorbijgaan. Ook de toerismesector in de VS zou maar al te graag investeren in dit toerismeparadijs. Er gaan met andere woorden al langer stemmen op onder zakenlui in de VS om de blokkade op te heffen. Die verplicht hen ertoe werkloos toe te kijken terwijl China, Brazilië, Venezuela en ook Europa de Cubaanse markt innemen.
Europa is er inderdaad volop werk van aan het maken om de Common Position, die sinds 1996 van kracht was, ongedaan te maken. De Common Position stelt een regime-change op het eiland als voorwaarde voor mogelijke handelsrelaties van de EU met Cuba.
Een derde reden heeft te maken met interne politieke ontwikkelingen in de VS en meer bepaald in Florida. Dat is een zogenaamde swing state en dus heel belangrijk bij de presidentsverkiezingen. Deze staat was ooit in de ban van de 1 procent superrijke Cubanen die na de Cubaanse revolutie hun toevlucht namen in hun buitenverblijven in Miami. Het was die realiteit die vanaf de jaren 1960 de agressieve politiek ten aanzien van Cuba heeft meebepaald.
De oude generatie van die harde anti-Castristen is echter aan het uitsterven. De Financial Times merkt terecht op dat Cubaans-Amerikaans senator Marco Rubio niet verstandig is als hij zijn politieke lot laat afhangen van een handvol 80-plussers in Miami door vandaag keihard van leer te trekken tegen het akkoord. De jongere generaties willen een normalisering van de relaties met hun vaderland. Ze willen op vakantie kunnen, hun familie geld toesturen of zelfs hun oude dag gaan doorbrengen in het sociaal paradijs dat Cuba is. In de kantelstaat Florida haalden de Democraten het, mede dankzij de belofte van Obama dat hij de relaties met Cuba zou herzien.
Een vierde reden is de internationale solidariteit en het gezichtsverlies voor de VS. Jaar na jaar worden de VS belachelijk gemaakt bij de VN-stemming over de economische blokkade waar zowat alle landen tegen zijn. Ook de internationale campagne voor de Cuban Five, waar indrukwekkend veel internationale instanties en personaliteiten hun steun aan verleenden, zorgde voor druk vanuit de internationale publieke opinie.
Nobelprijswinnaars en prominenten van de hele wereld eisten de vrijlating van de Vijf. In verschillende landen spraken parlementen zich uit ten voordele van de Cuban Five.
De belangrijkste overwinning in die zaak tot hiertoe was het afdwingen van strafverminderingen voor drie van de Cuban Five in 2009. Dat gebeurde via het heropenen van het proces voor dezelfde rechter die de eerdere straffen uitsprak. Op de ontstemde vraag van de rechter aan de openbare aanklager waarom hij nu vermindering pleitte voor de belachelijk zware straffen die men jaren daarvoor zelf geëist had, antwoordde die: "Ons rechtssysteem dreigt internationaal geloofwaardigheid te verliezen als we niets doen." Tijdens de lobbydagen voor de vrijheid van de Cuban Five op Capitol Hill in mei 2014 kon ik zelf vaststellen dat het rapport van de internationale onderzoekscommissie in Londen (maart 2014) de nodige indruk maakte bij de tientallen congresleden en senatoren waar we langsgingen.
Er is tenslotte ook nog de zaak van Alan Gross. Gross werkte voor een USAID-project, dat gesubsidieerd was op basis van de Helms-Burton wet (1996 blokkade wet). Hij werd op Cuba gearresteerd en veroordeeld voor "activiteiten tegen de onafhankelijkheid en territoriale integriteit van de staat" en kreeg 15 jaar. Aanvankelijk wees de VS elke verantwoordelijkheid voor Gross af.
Senator Patrick Leahy, reeds langer een voorstander van betere relaties met Cuba, zette zich achter de Gross-zaak. Hij kreeg 65 van de 100 senatoren achter een brief waarin Obama om een oplossing voor de zaak gevraagd werd. Gross is een jood en de joodse lobby is een van de machtigste van de VS. Impliciet betekende dit ook een oplossing voor de Cuban Five, gezien het feit dat de Cubaanse overheid elke onderhandeling hieraan ondergeschikt stelde. Zo werd de zaak Gross een katalysator om de vermolmde koude oorlog-politiek van de VS tegenover Cuba om te keren.
Obama heeft het over het herstellen van de diplomatieke relaties die verbroken waren sinds 1961, het verwijderen van Cuba van de lijst van terroristische landen en het toelaten van meer reizen, handel en informatie-uitwisseling. Cuba heeft daar alle baat bij. Het versoepelen en op termijn opheffen van de blokkade, het stoppen van het diplomatiek isolement en het vergemakkelijken van alle uitwisselingen tussen VS-burgers en Cubanen, zal de economie van Cuba ongetwijfeld een boost geven. Cuba zal daardoor zijn economie meer kunnen diversifiëren en ook minder afhankelijk maken van de steun vanuit Venezuela bijvoorbeeld.
Toch moeten we niet euforisch zijn. Raúl Castro wees er op dat er nog heel wat moet gebeuren voor er effectief een einde komt aan de wurgende blokkade. We moeten ook niet naïef zijn. De VS willen nog steeds de Cubaanse revolutie ongedaan maken. Die doelstelling is niet veranderd, het gaat om een verandering van tactiek. Obama maakte dat heel erg duidelijk in zijn speech. De bedoeling is nog steeds een regimewissel, alleen is de aanpak anders. Cuba is op dit moment met een goed doordachte actualisering van zijn economisch systeem bezig. De Cubanen beseffen heel goed dat dat naast veel positieve en nodige ingrepen ook risico's meebrengt voor het socialistisch maatschappijproject. De tactiekwissel vanuit de VS stelt Cuba voor nieuwe uitdagingen. De Cubanen weten echter heel goed waar ze voor staan. We kunnen ervan uitgaan dat ze vooruit zullen gaan met dezelfde voorzichtigheid en principevastheid die de revolutie al meer dan een halve eeuw kenmerkt.