Anna Ioannatou
De lang verwachte verkiezingszege van Syriza, die sinds de verkiezingen van juni 2012 tot de mogelijkheden behoorde, heeft eindelijk plaatsgevonden. Ondertussen is Griekenland de laatste jaren zeer veel en zeer negatief in het nieuws geweest. Een voor de bevolking desastreus sociaal beleid, constante trojkabezoeken en een demagogisch uitgewerkt 'antimerkelisme' keerden steeds meer mensen tegen de regerende partijen Nea Dimokratia en Pasok, waarbij de Nea Dimokratia toch nog altijd bijna 28 procent binnensleepte.
De kleinere ooit almachtige 'socialistische' Pasok moest het ontgelden en kromp nog eens. Na de enorme krimp van zo'n 32 procent tussen 2009 en 2012 volgde er nog een van 12 procent naar 4,6 procent tussen 2012 en 2015. Het feit dat Jórgos Papandreou, ooit voorzitter van de door zijn vader Andréas Papandreou in 1974 opgerichte Pasok, vlak voor de verkiezingen een partij oprichtte (Beweging van de Democratische Socialisten, bleef met 2,5 procent buiten het parlement) heeft daar zeker aan bijgedragen.
De internationale belangstelling voor deze verkiezingen was overstelpend. Diplomatieke en minder diplomatieke felicitaties, kritische 'ja maar' en triomfkreten mengden zich in een internationaal koor, waarbij totaal overtrokken sierende toevoegsels voor Tsipras zoals o.a.: de 'nieuwe Che Guevara', de 'Hugo Chávez van de Balkan' en zelfs een vergelijking met Lula da Silva niet ontbraken.
Al tientallen jaren is in Griekenland de term 'zelfdynamisch' (dus: op eigen kracht) aan de orde van de dag zodra er verkiezingen in het vooruitzicht zijn. Via een kiesstelsel dat geen evenredige vertegenwoordiging kent zijn er tot aan juni 2012 alleen maar één-partijregeringen aan de macht geweest. Vervalsing van de volkswil vond o.a. plaats door een bonus van 50 (tevoren 40) parlementaire zetels voor de winnende partij, wettelijk vastgelegd door de toenmalige regering, omdat zij de tijd zag aankomen dat een regering 'op eigen kracht' niet meer zou lukken, zelfs niet via de 'democratische' zetelroof.
Ook dat werd moeilijk, want in 2012 kreeg de centrumrechtse Nea Dimokratia op deze manier slechts 129 zetels. Ook in Griekenland was de tijd aangebroken voor regeringscoalities. En dit gebeurde met de (ooit o zo oppositionele en 'antirechtse') Pasok en de van Syriza afgesplitste DIMAR (Democratisch Links). De laatste stapte al snel uit deze coalitie.
Syriza en haar voorgangers waren tot aan de abrupte stijging van 4 procent-partij naar bijna 27 procent in 2012 fel gekant tegen de bonus van 50 zetels en fervent voorstander van de evenredige vertegenwoordiging. Sinds deze stijging werd er geen woord meer aan vuil gemaakt en nu deze partij met 149 zetels (met maar 36,3 %) - waarvan dus 50 institutioneel 'gestolen' - bijna alleen aan de macht kon komen (het Griekse parlement telt 300 zetels) staat deze wettelijke bepaling, door politiek rechts vastgelegd, kennelijk buiten kijf. Bij evenredige vertegenwoordiging zou Syriza nu dus recht op 99 zetels hebben, zeker geen absolute meerderheid. Deze maatregel treft uiteraard vooral de kleinere partijen, die daardoor telkens een gevoelig zetelverlies moeten incasseren.
Al heel lang oefent Syriza een verstikkende druk uit op de communisten(KKE) om een Syriza-regering te steunen en/of te gedogen. Dit nam soms provocerende vormen aan, geholpen in tv-debatten door een aantal gevestigde groot-journalisten. De KKE zou een ernstige historische fout maken als zij niet een Syriza-regering zou steunen of gedogen. Syriza definieert zichzelf als links. De KKE accepteert dit niet gezien het programma van Syriza, dat hooguit 'kruimels' bevat voor de allerarmsten en meer lijkt op een 'herverdeling van de armoede' dan de zo gepropageerde 'verdeling van de rijkdom' (ook een illusie bij eigendomsbehoud van het grootkapitaal, waar ook door Syriza niet aan getornd wordt).
Verder wil Syriza onder meer niet uit de EU, niet uit de eurozone en niet uit de NAVO. Hoe is het mogelijk, aldus de KKE, dat een linkse, laat staan communistische partij, een dergelijk beleid gedoogt, laat staan eraan meewerkt...? Dat is geen gedogen, maar medeplichtig zijn. En verder kan ook Syriza niet af van de afspraken en verplichtingen binnen de EU, want dat zou een breuk met EU en euro betekenen en dat wil men helemaal niet, zoals Tsipras herhaaldelijk beklemtoont.
Bovendien beschouwt Tsipras de KKE als een partij die belast is met de erfzonde van het stalinisme. Ook in dat opzicht is die aandrang op gedogen tegenstrijdig. De weigering echter van de KKE kost deze partij stemmen, zeker met behulp van de massamedia die er alles aan doen om dit standvastige 'nee' in een kwaad daglicht te stellen. Toch boekte de KKE geen slechte comeback in de vorm van een niet te onderschatten winst van 61.000 stemmen meer dan in juni 2012 en kwam van 12 op 15 zetels, hetgeen haar het recht geeft op het stellen van vragen in het parlement.
Syriza is niet tegen 'Europa', wil alleen maar opnieuw onderhandelen. Een drogbeeld en zoethouder, want de Schäuble's en Dijsselbloems stellen duidelijk, dat EU-lidmaatschap betekent je aan de gemaakte afspraken houden.
Een en ander kan uiteraard wel tot de nodige spanningen leiden binnen het Europese gebeuren. Interessant zijn ook de uitlatingen van de Bond van Griekse Industriëlen, die bij monde van hun voorzitter Th. Fessas verklaarde dat zij: "als vertegenwoordiger bij uitstek van de georganiseerde Griekse ondernemers naast de regering zal staan en de premier zowel zijn standpunten inzake het industriële beleid en de planning van de groei van de Griekse economie als ook het netwerk van relaties met de Europese en de internationale ondernemersgemeenschap ter beschikking stelt". Verder wees hij op de noodzaak beslissingen te nemen die een eind maken aan de onzekerheid omtrent de mogelijkheden van Griekenland tegemoet te komen aan het Europese perspectief, zodat het vertrouwen in de Griekse economie terugkeert.
Ook de directeur-generaal van de Europese Unie van Industriëlen BUSINESSEUROPE deed een duit in het zakje: "Wij geloven dat premier Tsipras verantwoordelijk en pragmatisch zal optreden bij de komende gesprekken en de met de Griekse regering overeengekomen bindingen zal respecteren"... In september 2014 had A. Tsipras al verklaard tijdens een ontmoeting met Th. Fessas, dat: "we op veel punten gemeenschappelijk aanvaardbare oplossingen kunnen vinden. We staan klaar om voorstellen te horen die het beheer van de overheidsschuld betreffen zonder dat dat gevolgen heeft voor de Europese koers van het land en de stabiliteit". Ondertussen voegde zich bij de industriële felicitaties en uitingen van bereidheid tot volledige samenwerking ook de Bond van Industriëlen van Noord-Griekenland.
Misschien heeft deze 'motie van vertrouwen' van het grootkapitaal te maken met de nieuwe regeringscoalitie. Syriza gaat samen regeren met de 'Onafhankelijke Grieken' (ANEL, kreeg 13 zetels met 4,75% van de stemmen) van Pános Kamménnos, een afsplitsing van de Nea Dimokratia, in 2012 opgericht met een 'vrijere' kapitalistische visie, dus rechtser. In 50 minuten was de samenwerking al beklonken. 50 minuten? Nee, al lang tevoren was de bereidheid al openlijk aangekondigd. Pános Kamménnos wordt minister van Defensie, een post waar aldus Tsipras niet nog meer bezuinigd kan worden. Syriza gaat dus in zee met de partij die als zesde eindigde en waarvan topkaders van Syriza tot vlak voor de verkiezingen zeiden, dat een "culturele kloof" hen scheidde... Wel wordt in Syriza-kringen gesproken van "kolonie Griekenland" en Kamménos wil een onafhankelijk Griekenland. Een raakvlak, maar niet het enige, want alle partijen - behalve de KKE - zijn het eens over hun gemeenschappelijke strategische doel: het kapitalisme moet gehandhaafd (gered) worden.
De overstap van Pasok-kaders, -leden en daarmee ook -aanhangers naar Syriza, die in 2012 massaal was begonnen, zette zich voort tot vlak voor de verkiezingen van januari 2015. Heel wat Pasok-parlementariërs verlieten als ratten het zinkende Pasokschip om een parlementair plaatsje te veroveren in de gelederen van de nieuwe winnaar en werden met open armen ontvangen. Ook bij de andere partijen was er al sprake van een in- en uitlopen, al naargelang de uitslagen van de niet aflatende opiniepeilingen. De KKE was de enige partij met standvastige parlementsleden.
Al met al is er in Griekenland veel beweging in de politieke bovenbouw, een weerspiegeling van de 'zwakke schakel' die het land is in de Europese economie. Dit artikel werd ingestuurd vlak na de beëdiging van de nieuwe regering en elke dag is er nieuws. Dus volgende keer meer.