Rinze Visser
Het zijn voor communisten geen eenvoudige tijden. Het socialistisch machtsbolwerk - de Sovjet-Unie, Oost-Europa - is verleden tijd. Het andere bolwerk, China, is bezig met een mondiale kapitalistische wedijver. Alleen de ophanden zijnde VS-blokkade tegen Cuba is een lichtpunt. Het kapitalisme, dat wereldhistorisch op zijn retour is, heeft door verloren gegane socialistische machtsposities nieuwe impulsen gekregen, teneinde het voortbestaan te kunnen rekken. De machtsfactor arbeid tegenover die van het kapitaal is onder grote druk komen te staan en daardoor worden arbeidersrechten ingeperkt, zelfs afgenomen, gaat het levenspeil van massa's mensen achteruit, worden inkomens- en vermogensverschillen groter.
Wie de geschriften van de grote revolutionairen leest, die moet wel in ogenschouw nemen dat de daarin geschetste hoopvolle socialistish-revolutionaire vooruitzichten zijn verkondigd in een tijd waarin de revolutionaire mogelijkheden er ook echt waren. Er was sprake van een organisatorische en ideologische groei van de arbeidersbeweging. Het was ook de tijd van de strijd tegen het opportunisme, tegen de verraders van de revolutie tegen de bangeriken, tegen diegenen binnen de arbeidersbeweging die met de aartsvijand pacteerden. Met de toenmalige socialistische revolutie in Rusland van 1917 en het einde van de wereldoorlog leek de socialistische overwinning in nog meer landen ophanden te zijn. De verraders hadden zich bij een groot deel van de werkende massa's onmogelijk gemaakt.
Nu kan men denken van het intellect en het enthousiasme destijds van de revolutionairen, van vooral ook Lenin, wat men wil, de getoonde vastberadenheid in een tijd van toch zoveel onzekerheden moet bij elke communist van tegenwoordig bewondering wekken. Het ging er toen om, wat wel degelijk mogelijk was, de ontwikkelingen in diverse lagen van de bevolking te begrijpen, kansen in te schatten, maar ook om de wereldhistorische onvermijdelijkheid af te zetten tegen het feit dat revolutie mensenwerk is. Wat we van toen kunnen leren is vooral: wat leeft er onder de mensen, onder de verschillende lagen van de bevolking? Om dit op de tegenwoordige tijd en op ons land te betrekken: hoe wordt er onder de mensen gedacht over de antisociale maatregelen van de regering en de meerderheid van het parlement? Dan gaat het om veel meer dan een verkiezingsuitslag!
Mijn wereld is, wat de directe contacten met de bevolking betreft, maar klein. Voor het grote geheel moet ik, zoals zovelen, mijn kennis vergaren, mijn indrukken krijgen uit de kranten, de tijdschriften, de televisie en andere media. In 'mijn kleine wereld' kan het zijn dat in contacten met mensen, zij rekening houden met mijn communist-zijn. Maar dat neemt niet weg dat uit deze contacten, in combinatie met gevolgtrekkingen uit mediaberichten, wel conclusies getrokken kunnen worden. Dat velen, zeg gerust zeer velen, de toekomst, wat het levenspeil en de sociale situatie van het land betreft, met angst en beven tegemoetzien. Waarom is er dan zo weinig openlijk verzet? Waarom blijven demonstraties en andere vormen van actie tegen de asociale 'hervormingen' in aantallen en omvang toch zo beperkt? Waarom worden woede en teleurstelling over bepaalde politieke leiders, over de toenemende rijkdom van enkelen en de verarming van vele anderen, niet of onvoldoende vertaald in protestoptochten, in stakingen en andere vormen van actie? Terwijl dit toch in toenemende mate in andere Europese landen wél gebeurt.
Het heeft niet zoveel zin zich terug te trekken in teleurstelling in de massa's, die zo lijdzaam in hun lot lijken te berusten. Beter is het om te bekijken wat er zoal in de wereld gaande is en dat er bij te betrekken. Ook anderen maken kennis met de wereldontwikkelingen, met terreurbewegingen en hun daden, met geloofsfanatici, met militaire interventies door NAVO-landen. Ook anderen worden ermee geconfronteerd dat mondiale machtsverhoudingen aan het verschuiven zijn. Echter, in een wereld waarin het individualisme al tijden lang is aangewakkerd en ook vat op de massa's heeft gekregen, is nauwelijks nog sprake van collectieve, uit analyses verkregen gevolgtrekkingen.
Nederland is waarschijnlijk één van die Europese landen waar het individualisme het meest vat op de bevolking heeft gekregen. Tegenwoordig heet het modern dat standpunten individueel en vooral ook flexibel zijn, zodat het ene standpunt binnen korte tijd voor een ander ingeruild kan worden. De massa's worden overstelpt met quasi-intellectuele vermaningen dat er geen 'grote verhalen' meer zijn. Wat betekent dat er geen socialisme, zelfs geen kapitalisme met een sociaal gezicht kan zijn. Wie hoort men nu nog over het 'Rijnlands model'?
De boodschap is dat er niets aan te doen is, dat er tegen het 'verhaal' van de natuur - want de huidige gang van zaken zou een natuurlijke ontwikkeling zijn - niet te strijden is. De mogelijkheid van sociale vooruitgang moet uit de hoofden van de mensen verwijderd worden. Voor machthebbende en uitvoerende elites is er maar één 'groot verhaal' dat niet meer mág bestaan: socialisme. Er zijn volgens hen alleen nog maar kleine verhalen, verhalen van individuen die het, ondanks de crisis, zelfs ondanks hun handicaps, gemaakt hebben. De media staan er vol van. Als collectiviteit uit de denkwereld verwijderd wordt, als samen strijden als uit de tijd wordt gezien, als het vormgeven van de hoogst eigen persoonlijke ontwikkeling het hoogste goed is, dan delft niet alleen de zorg om anderen het onderspit, maar dooft ook de wil tot collectieve weerstand.
Is dat alles makkelijk te begrijpen? Volgens mij niet. Als mensen elke dag met brandhaarden en echte oorlogsbranden geconfronteerd worden, heeft het woord 'revolutie' - want dat woord wordt door de machthebbers en hun volgzame media bijna overal opgeplakt - een klank gekregen dat met dood en verderf vereenzelvigd wordt. De heersende berichtgeving is er op gericht elke opstand, elke betoging buiten het Europese werelddeel een revolutie te noemen. En als dat dus revoluties zijn, dan draaien die uit op jarenlange burgeroorlogen, op in puin geschoten steden, op massa's doden, gewonden en vluchtelingen. We moeten kunnen begrijpen dat dit onder de bevolking hun weerslag hebben. Samen met een individualistische denkwijze heeft dit alles een remmende werking op de weerbaarheid tegenover een tegenwoordig niets ontziende heersende klasse. Maar, als in landen om ons heen de protesten gaan toenemen, er woelingen ontstaan, dan zullen deze ook hun invloed hebben op zowel de bevolking, met name de arbeidersbeweging, als op de politieke meerderheid in dit land. Wij moeten daar klaar voor zijn.