Wil van der Klift
De arbeidsmarkt is de zwakke schakel in de economie, omdat de overproductie ertoe leidt dat voor steeds minder mensen (vast) werk voorhanden is. Werkgeversorganisaties en meerderheid van de politiek hebben een eensgezind neoliberaal antwoord op de situatie. De vakbonden in de polder lopen nog teveel achter de politiek aan en denken sterk te staan door sociale contracten te sluiten met de werkgevers. Zij hebben onvoldoende antwoord en visie op dit vraagstuk.
'De polder' verschuilt zich achter debatten over eisen die een snel veranderende arbeidsmarkt zou stellen, op basis van onjuiste vooronderstellingen. Eén daarvan is de mythe van het belang van de ondernemers voor 'ons allemaal'. Dit uitgangspunt leidt in alle gevallen tot het leggen van de 'schuldvraag' bij de werkenden. Zij zouden te star, conservatief en veeleisend zijn.
Een boeiend recent voorbeeld is de invoering van de Wet Werk en Zekerheid, waarvan grote delen op 1 juli ingaan. Beter niet invoeren roepen ondernemers in koor. En waarom niet? Omdat veel ondernemers de wet zullen gaan ontlopen! De wet is dus niet goed omdat ondernemers hem aan hun laars zullen lappen. In een land waar deze lieden het voor het zeggen hebben, waar zij uiteindelijk nog steeds bepalen wat goed of slecht is voor 'onze' economie zijn er ook altijd weer 'wetenschappers' te vinden die daarvoor munitie aandragen.
De Tilburgse hoogleraar Ton Wilthagen is er zo eentje. Altijd bereid het voor de ondernemers op te nemen, maar altijd met een vleugje moderniteit. De Wet Werk en Zekerheid is volgens hem "een gevaarlijk experiment en een politieke oplossing die helemaal past bij een oude sfeer van polderpartijen die sociale akkoorden sluiten, maar die niet de juiste richting aangeven". Oud, achterhaald, polderiaans, niet toekomstgericht dus...
En waarom is dat zo? Omdat werkgevers als ING en Nationale-Nederlanden nu al anticiperen op de wet, die regelt dat flexwerkers niet na drie, maar na twee jaarcontracten een vaste aanstelling moeten krijgen. "Bedrijven zetten flexkrachten juist eerder op straat". Het is dus zo omdat de ondernemers de wet niet toepassen. Dezelfde redenatie als hierboven van de werkgevers. Om zijn argumentatie nog meer kracht bij te zetten waarschuwt hij er bovendien voor dat vooral jongeren slachtoffers van de nieuwe wet zullen worden en geen zekerheden geboden krijgen. Oog voor jongeren, altijd goed voor een dynamische analyse. Maar zijn dynamiek is juist totaal verouderd. "Door alle dynamiek, de sterke opkomst van flexwerk, de sterk groeiende kloof tussen flexwerk en een vast contract, is het goed inkaderen van die veranderingen cruciaal geworden. Ik kan maar één conclusie trekken: dit proces faalt op alle fronten."
De puinhoop die ondernemend Nederland heeft gemaakt van de arbeidsverhoudingen is dus het argument om vooral dynamisch verder te gaan met het maken van nieuwe puinhopen. Nog meer arbeidsonrust, nog minder bestaanszekerheid, nog minder toekomst voor jongeren, nog meer stress en overspannenheid. De ondernemers moeten immers concurreren in deze harde kapitalistische wereld? De ondernemers zorgen immers voor de grootte van de gezamenlijke economische koek. Dus niet meer opkomen voor je rechten, niet meer knokken voor koopkracht en vaste banen. Dat hoort allemaal tot het 'behoudende' verleden. Dat was vroeger. Dat zijn ouderwetse oplossingen. Dat is conservatief.
Wilthagen komt met het verwijt dat opkomen voor de eerder gemaakte sociale afspraken een stap terug is in de geschiedenis, terug willen naar het verleden en oude oplossingen voor nieuwe problemen zoeken. Het uitgangspunt dat iedereen in een cao zou horen vindt hij achterhaald! Hoe komen de pleitbezorgers van collectieve arbeidsvoorwaarden erbij? Dat kan allang niet meer. Deze mensen, volgens Wilthagen, zien onvoldoende "dat onze manier van dienstverlening en produceren totaal veranderd is." Om deze holle retoriek te staven grijpt de 'wetenschapper' weer terug op voorbeelden van recent uit de hand gelopen arbeidsomstandigheden. Cirkelredenaties dus. Het is zo, omdat het zo is en dus kan het niet anders en zal het ook zo doorgaan.
De werkgevers zorgen eerst voor een 'moderne' netwerkeconomie en eisen vervolgens dat die nieuwe realiteit uitgangspunt wordt voor volgende stappen. Niet hoe de werkende klasse steeds meer wordt uitgebuit, in de problemen komt door deze nieuwe moraal, maar alleen de belangen van het kapitaal worden in ogenschouw genomen. Niet de behoeften en belangen van de werkelijke producenten van de economische koek - de werkenden - staan centraal, maar de belangen van de lieden die zich de meerwaarde van de arbeid persoonlijk toe-eigenen.
Eenmaal gevangen in zijn eigen cirkelredenatie past hij zijn logica ook toe op de toenemende flex-contracten. Het is volgens hem ook een illusie dat het zzp-schap weer kan worden teruggedrongen. Klaar, uit. Zoek het maar uit met de eisen voor werkzekerheid en een menswaardige toekomst. Zoek het maar uit met het zoeken naar stabiliteit, leef- en werkzekerheid. Dat is allemaal voorbij als het aan de werkgevers en hun praatjesverkopers ligt. "We hebben er nu 880.000, we gaan naar de één miljoen. Dat is een nieuwe realiteit waar je je visie op moet baseren."
Over de opkomst van flexwerk praten zonder te wijzen op onnodige afbraak van vast arbeidsrelaties, malafiditeit, schijnconstructies en cao-ontduiking past niet in de 'moderne' visie. Gelukkig zijn er nog talloze andere wetenschappers die wijzen op de negatieve en schadelijke gevolgen van het voortzetten van dit neoliberale ondernemersparadijs.
Politiek en polder moeten daarom bekijken hoe zij de opmars van flexwerk, deeltijdarbeid, en losse contractjes kunnen stoppen, zodat flexkrachten niet nog meer vervallen in armoede, lange perioden van werkloosheid en onmogelijkheid toegang te krijgen tot de woningmarkt. Het neoliberale model van zelfredzaamheid, persoonlijke verantwoordelijkheid en eigen schuld moet worden gestopt. De waarden en normen voor goed werk die we van belang vonden nadat daarvoor hard werd geknokt door vorige generaties en die vastliggen in gezonde opvattingen over rechten en plichten, vastgelegd in cao's en andere contracten moeten worden verdedigd, niet verkwanseld. Geen nieuwe arbeidsmarkt zonder oude sociale vangnetten en tegelijkertijd opkomen voor verbetering van die sociale vangnetten. Handen af van de verworven rechten. Op naar een nieuwe maatschappij, een sociale, dus socialistische.