"(...) Met de uitbreiding der warenproductie echter, en met name met het optreden der kapitalistische productiewijze, traden ook de tot dusverre sluimerende wetten der warenproductie openlijker en machtiger in werking. De oude verbanden werden losser gemaakt, de oude afsluitingsperken doorbroken, de producenten meer en meer in onafhankelijke, individuele warenproducenten veranderd. De anarchie der maatschappelijke productie trad voor de dag en werd meer en meer op de spits gedreven. Doch het voornaamste werktuig, waarmee de kapitalistische productiewijze deze anarchie in de maatschappelijke productie deed toenemen, was juist het tegendeel der anarchie: de stijgende organisatie der productie, als maatschappelijke, in elke afzonderlijke productie-inrichting. Met deze hefboom bereidde zij het einde van de oude, vreedzame stabiliteit. Waar zij in een tak van industrie werd ingevoerd, verdroeg zij geen andere bedrijfsmethode naast zich. Waar zij zich van het handwerk meester maakte, vernietigde zij het oude handwerk. Het arbeidsveld werd een gevechtsterrein. De grootste geografische ontdekkingen en de hierop volgende kolonisatie verveelvoudigden het afzetgebied en verhaastten de verandering van het handwerk in de manufactuur. Niet slechts brak de strijd uit tussen de afzonderlijke plaatselijke producenten, de plaatselijke strijd groeide op zijn beurt uit tot nationale strijd, tot de handelsoorlogen der zeventiende en achttiende eeuw. De grote industrie eindelijk en het in het leven roepen van de wereldmarkt hebben de strijd universeel gemaakt en daaraan tegelijkertijd een ongekende hevigheid gegeven.(...)"
Uit: De ontwikkeling van het socialisme van utopie tot wetenschap, Friedrich Engels, 1882.