Wie is de ware bondgenoot van de zzp'er?

i-004-006.jpg
(Foto: Manifest)

Maarten Muis

FNV-voorzitter Ton Heerts gaf in het Financieele Dagblad op 9 juni jl. een interview dat het debat deed oplaaien over dé zzp'er en de fiscale voordelen voor deze groep. Een aantal dagen later, na veel commotie en debat, nodigde hij de zzp'ers uit om vooral lid te worden van de FNV. Het publieke debat over wie nu de ware bondgenoten van de zzp'er zijn, zou nu moeten worden voortgezet.

Als je naar de politieke achtergronden van het fenomeen zzp'er kijkt, wordt al snel duidelijk dat dit een neoliberaal project is. De VVD en D66 gingen frontaal in de verdediging van de fiscale voordelen die aan de zzp'er worden gegund. Dat Ton Heerts het aandurfde om de echte reden van de zelfstandigenaftrek te noemen: "een frontale aanval op de sociale zekerheid en het loonpeil van iedereen", was voor de neoliberalen reden de FNV-voorman als een harteloos type neer te zetten die oprechte kleine ondernemers hun geld wil afpakken. De belangenclubs van de zzp'er, ook de eigen FNV Zelfstandigen, raakten in opperste verwarring, want zo fundamenteel wilde men het debat helemaal niet voeren.

Dé zzp'er bestaat niet...

Het was glashelder dat Ton Heerts vooral schijnzelfstandigheid wil aanpakken. En juist de zelfstandigenaftrek werkt deze schijnzelfstandigheid in de hand. Het houdt namelijk de zzp-tarieven dusdanig laag, dat er een hevige concurrentie met cao-lonen ontstaat. Iedereen weet dat dé zzp'er als groep niet bestaat. Soms worden de freelancers bedoeld, die van project naar project gaan en kunnen bouwen op een sterke, eigen positie op basis van expertise in het vakgebied. In andere gevallen zijn zzp'ers voormalige werknemers in de bouw, die onder druk van werkloosheid voor steeds lagere tarieven hun arbeid moeten aanbieden als dagloners. In specifieke gevallen, zoals bij PostNL en in de thuiszorg staat de zzp'er wel erg veraf van een vorm van ondernemerschap, omdat hij of zij geen enkele vrijheid heeft om het eigen werk zelf vorm te geven. Zelfs de kleur van de kleding is bepaald.

...maar ze zijn allemaal wel onderdeel van hetzelfde project van hogere uitbuitingsgraad

De zzp'er is vooral een met belastinggeld gesubsidieerd breekijzer om de sociale zekerheid open te breken. Dat meer dan de helft van de zzp'ers geen cent belasting betaalt behalve de btw, zegt iets over de extreme precaire situatie van hun zogenaamde ondernemerschap. Het betekent dat zij met hun inkomsten onder de 21.000 euro winst blijven. De onderhandelingspositie van de zzp'er, die alleen maar de eigen arbeidskracht in de verkoop heeft, is extreem slecht ten opzichte van de opdrachtgevers. Het snel laten rouleren van deze groep werkenden drukt de inkomsten uit arbeid en maakt de invloed op de economie van werkenden in het algemeen steeds kleiner. De uitbuiting op arbeid wordt hierdoor verhoogd, zodat Nederlandse kapitalisten overeind kunnen blijven in de keiharde globale overlevingsstrijd.

De ideologie van concurrentie

Zzp'ers worden wijsgemaakt dat zij met alles en iedereen in concurrentie staan. Als er voorzichtige stappen worden gezet om iets van afspraken te maken over eerlijke tarieven, beginnen de waakhonden van het kapitalisme, zoals de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en Autoriteit Consument en Markt (ACM), te blaffen dat het kartelvorming is. Wat te doen als de zzp'er steeds wijsgemaakt wordt dat hij of zij onder het tarief van de directe collega zzp'er moet om de klus te krijgen? Alsof er voor een kleine klus in de grafische vormgeving van zeshonderd euro dezelfde aanbestedingsregels moeten gelden als voor een miljoenencontract van de overheid!

De zzp'er is eerder wijsgemaakt dat als zelfstandig ondernemer de eigen vakkennis vooropstaat, maar in werkelijkheid hangt alles af van hoe goed deze zich overeind houdt in de offertecarrousel die de opdrachtgevers in beweging hebben gezet. De zzp'er merkt al snel dat de markt waarop zijn of haar arbeid te verkopen is, verpest wordt doordat uitkeringsgerechtigden dankzij subsidie van het UWV met extreem lage tarieven kunnen stunten. Hoe kan een zzp'er blijven geloven dat deze steeds extremere concurrentie goed is om als uitdaging aan te nemen voor de eigen 'ondernemersvaardigheden', zoals neoliberale partijen als D66 en VVD beweren? Er komt heel wat ideologische hersenspoeling aan te pas om op basis van dit soort vragen niet minstens het begin van twijfel te krijgen aan de juistheid van het aan de slag gaan als zzp'er.

Welbegrepen eigenbelang

In het neoliberale project wordt hard gewerkt aan het vergroten van de winstgevendheid van bedrijven door meer flexibele inzet van arbeid. Het tegen elkaar uitspelen van werkenden wordt steeds verder verfijnd. Zich gaan verzetten tegen deze verder opgelegde onderlinge concurrentie, werknemers onder cao én zzp'ers, begint met te beseffen dat afspraken over tarieven waarvoor de arbeid verkocht wordt in het eigen (klasse)belang zijn. Een stap verderzetten op deze weg is het zich weer zoveel mogelijk in eenheid organiseren in een vakbond, omdat dit honderdvijftig jaar geleden het startpunt was van een sociale zekerheid, die nu iedereen ten goede komt, door collectieve strijd op basis van klassenbewustzijn.

Bondgenoten van de zzp'er zijn niet de AFM, ACM, D66 en de VVD, en al helemaal niet VNO-NCW. Zij zijn juist de partijen die de ideologische hersenspoeling tot kunst verheven hebben. De ware bondgenoten zijn te vinden op de werkvloer waar ook de zzp'er rondloopt. Dat zijn die anderen die ook alleen hun arbeidskracht in de verkoop kunnen doen, omdat ook zij geen kapitalisten zijn. De plek om zichzelf te organiseren als zzp'er is de vakbeweging, en geen enkele andere organisatie. Vanuit het besef van welbegrepen eigen(klasse)belang.