De leninistische visie van de KKE op het imperialisme en de imperialistische piramide, deel 2

Zie ook: deel 1

i-006-008.jpg
De viering van het 95-jarig bestaan van de KKE, een partij met een lange traditie van strijd tegen het imperialisme, ontmaskering van de uitbuitingspolitiek van binnenlandse kapitalisten, de afwijzing van het EU-imperialisme en de partijstrijd tegen reformisme en opportunisme. (Foto: KKE)

Bijdrage van de KKE aan de 9e Internationale Conferentie van de RCA-RCP, 'Lenin in de tegenwoordige tijd' (Deel 2 en slot)

7.

De herverdeling van de wereld aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw waarnaar Lenin verwees vond plaats tussen de sterkste kapitalistische landen, doch de andere kapitalistische landen bleven niet buitenspel staan bij de verdeling van de markten. De sterke kapitalistische landen verdeelden niet alleen de koloniën maar ook de niet-gekoloniseerde landen. Tegelijkertijd kwam er naast de voornaamste koloniale machten een aantal kleinere koloniale machten op waardoor een nieuwe koloniale expansie begon. Kleinere landen konden kolonies verwerven wanneer de grote mogendheden het niet eens konden worden over de verdeling ervan.

Lenin wees erop dat een koloniale politiek ook al in prekapitalistische samenlevingen bestond. Het verschil is echter dat de kapitalistische koloniale politiek gebaseerd is op het monopolie. Hij benadrukte dat de veelheid aan verhoudingen tussen de kapitalistische landen in de tijd van het imperialisme tot een algemeen systeem worden. Ze maken deel uit van het geheel aan verhoudingen in de verdeling van de wereld en worden omgevormd tot schakels in de keten van acties van het mondiale financieel kapitaal. Ook nu is er sprake van afhankelijkheidsrelaties en plundering van grondstoffen in niet-gekoloniseerde landen die intussen een nog grotere politieke onafhankelijkheid hebben dan in de periode waarnaar Lenin verwijst.

Na de Tweede Wereldoorlog en de totstandkoming van een internationaal socialistisch systeem mobiliseerde het imperialisme zich uiterst agressief tegen de krachten van het socialisme-communisme. Als gevolg van de nieuwe machtsverhoudingen werd er snel begonnen met de dekolonisatie van het Franse en Britse koloniale rijk. Onder druk van nationale bevrijdingsbewegingen, die uitgebreide steun en solidariteit ondervonden van de socialistische landen, de arbeiders- en de communistische beweging, zagen de sterkste kapitalistische landen zich gedwongen om de onafhankelijkheid van de nieuwe natiestaten te erkennen.

In de naoorlogse periode werd een aantal landen niet volledig opgenomen in de militaire, politieke en economische verbonden van het imperialisme. Ze kregen de mogelijkheid om economische betrekkingen met de socialistische landen aan te knopen. Toch bleef de machtsbalans doorslaan in de richting van het kapitalisme waardoor de verscheidenheid aan verhoudingen, onderlinge afhankelijkheden en verplichtingen in het kader van de wereldwijde kapitalistische markt herbevestigd werd.

In het laatste decennium van de 20e eeuw begon de situatie te veranderen. De inmiddels volwassen en sterkste kapitalistische landen die aan de top van de piramide staan volgden nu een andere promonopolistische lijn, als gevolg van de economische kapitalistische crisis van 1973. De nieuwe strategie om de kapitalistische winstgevendheid te stimuleren met opkomende concurrentie en een snellere internationalisering bracht een afscheid van de neokeynesiaanse formules met zich mee, formules die vooral gebruikt werden in de landen die zwaar getroffen waren door de oorlog. Deze nieuwe strategie ging gepaard met uitgebreide privatiseringen, een intensivering van de export van kapitaal, een geleidelijke afbouw van de sociale concessies om de arbeidersbeweging die beïnvloed werd door de verworvenheden van het socialisme in bedwang te houden. Het afkopen van een deel van de werkende klasse en de sociale middenklasse werd teruggeschroefd.

Dit wordt aangetoond door het feit dat de huidige promonopolistische lijn een mondiaal karakter heeft. Het is geen management bij toeval maar een strategische keuze waarbij maatregelen tegen de werkers en de bevolking genomen worden om de tendentiële daling van de winstvoet tegen te gaan. Dit gebeurt in haast alle landen, niet alleen in de EU maar ook daarbuiten, ook in Latijns-Amerika. Maatregelen die de verworvenheden van de werkende klasse moeten afschaffen worden genomen door zowel liberale als sociaaldemocratische regeringen, door centrumrechts en centrumlinks.

8.

De kapitalistische restauratie bood het imperialisme de gelegenheid om een nieuwe aanvalsgolf te ontketenen, nu met minder verzet, geholpen door het toegenomen opportunisme (van Links, nvdr), terwijl er nieuwe markten ontstonden in de voormalige socialistische landen. Een gevolg daarvan was dat de (kapitalistische, nvdr) eensgezindheid verslapte van de leidende machten tegenover het socialisme dat de bestaande tegenstellingen tussen hen in een eerdere fase naar de achtergrond had verdreven. Een nieuwe ronde van interimperialistische tegenstellingen in de verdeling van de markten werd ingeluid. Deze leidde tot oorlogen op de Balkan, in Azië, het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Landen die niet ingekapseld waren in de imperialistische verbonden namen eveneens deel aan deze oorlogen, wat bewijst dat het imperialisme als wereldwijd systeem bestaat en dat alle kapitalistische landen erin verweven zijn, zelfs onderontwikkelde landen met restanten van een pre-kapitalistische economie. De leidende machten staan aan de top, er woedt een hevige concurrentie tussen hen en elke overeenkomst die ze met elkaar sluiten is slechts tijdelijk van aard.

Aan het eind van de 20e eeuw waren er drie imperialistische centra die gevormd werden na de Tweede Wereldoorlog: de Europese Economische Gemeenschap (later de EU), de VS en Japan. Tegenwoordig is het aantal imperialistische centra gegroeid terwijl er ook nieuwe allianties gevormd zijn, zoals die rond Rusland, de Sjanghai-samenwerkingsorganisatie, de BRICS-landen, Mercosur enz. De kapitalistische landen aan de top zijn niet de enige die een imperialistische politieke lijn volgen. De landen op een lager niveau doen dat eveneens, zelfs landen die als regionale en lokale machten sterk afhankelijk zijn van de sterkere machten. Turkije is een dergelijke macht in onze regio, evenals Israël en een aantal Arabische landen waarvan het monopoliekapitaal voet aan de grond krijgt in Afrika, Azië en Latijns-Amerika met afhankelijkheden en onderlinge afhankelijkheden tot gevolg.

9.

De mate van afhankelijkheid en onderlinge afhankelijkheid van economieën verschilt natuurlijk. Deze wordt bepaald door zowel de economische kracht van elk land als door een paar andere militair-politieke factoren zoals de bondgenootschappen waarvan zij deel uitmaken.

Hoewel verschillende landen op het toppunt staan, in termen van de kapitalistische internationalisering, is er nog steeds sprake van onderlinge afhankelijkheden ten opzichte van andere landen. Duitsland bijvoorbeeld is dan wel de leidende macht in Europa maar is toch aangewezen op de capaciteit van de andere Europese landen om zijn export van kapitaal en zijn fabrieksproducten te absorberen. Het reilen en zeilen van de Amerikaanse economie is grotendeels afhankelijk van China en van de tegengestelde belangen in de EU. De strijd tussen de dollar, de euro en de yen is goed zichtbaar.

Het aantal landen dat zich als regionale grootmacht ontpopt groeit. Het zijn satellietstaten van de sterke imperialistische machten die een bijzondere rol spelen in de bondgenootschappelijke politiek van de verschillende machten in de piramide. De interimperialistische tegenstellingen doen zich voor binnen elk samenwerkingsverband en al deze veelzijdige verhoudingen die zonder uitzondering alle kapitalistische landen ter wereld omstrengelen vormen de imperialistische piramide.

10.

Onze visie hierop betekent absoluut niet dat we de theorie van het 'ultra-imperialisme' aanhangen. Integendeel! We benadrukken altijd dat zich binnen het imperialistisch systeem dat we met een piramide vergelijken sterke tegenstellingen blijven ontwikkelen. Deze manifesteren zich tussen de imperialistische landen: de monopolies voor de controle over grondstoffen, de aanvoerroutes, de marktaandelen enz. De bourgeoisie kan dan wel een gezamenlijk front vormen voor de efficiëntste manier om de werkers uit te buiten maar tegelijkertijd zal ze de messen scherpen wanneer er een imperialistische buit te verdelen valt.

Zoals bekend gebruikte Lenin een schematische 'keten'. Dit schema hanteren wij zo vaak mogelijk om de werkers de realiteit van het imperialisme als monopoliekapitalisme te laten begrijpen, het kapitalisme dat wegrot en afsterft en waarvan elk kapitalistisch land deel uitmaakt al naar gelang zijn macht (economisch, politiek, militair etc.). Dit staat natuurlijk in schril contrast met de zogenaamde 'culturele benadering' van het imperialisme zoals Kautsky deed en die de politieke lijn van het imperialisme loskoppelt van zijn economie. Lenin wees erop dat een dergelijke benadering ons leidt tot de foute aanname dat de monopolies in de economie vreedzaam kunnen bestaan naast een politieke handelswijze die niet-monopolistisch, niet-geweldddadig en niet-roofzuchtig van aard is.

11.

De ongelijke ontwikkeling toont zich nu nog duidelijker. Niet alleen tussen de sterkste kapitalistische landen in vergelijking met de zwakkere maar ook in de harde kern van de machtigste landen. Het is veelzeggend dat binnen Europa de kloof tussen Duitsland enerzijds en Frankrijk en Italië anderzijds steeds groter wordt. Het voornaamste en meest karakteristieke verschijnsel is echter de afname van het aandeel van de VS, de EU en Japan in het bruto wereldproduct. De eurozone bezet niet langer de tweede plaats, ze is gezakt naar de derde in het voordeel van China. Het aandeel van China en India in het bruto wereldproduct is gegroeid terwijl dat van de BRICSlanden stabiel bleef.

Tijdens het 19e Congres van de KKE werd benadrukt dat de wijzigingen in de machtsverhoudingen tussen de kapitalistische landen de mogelijkheid van een volkomen herpositionering van Duitsland in de Euro-Atlantische verhoudingen en een herschikking binnen de imperialistische as vergroot. Doorslaggevende factoren voor deze ontwikkeling zijn enerzijds de verhoudingen van wederzijdse afhankelijkheid van de Europese en de Amerikaanse economieën en anderzijds de concurrentie tussen de euro en de dollar als wereldreservemunt en de geïntensiveerde samenwerking tussen Rusland en China.

12.

Dit alles bevestigt dat de hedendaagse strijd op een antimonopolistische en antikapitalistische manier gevoerd moet worden. Op geen enkel moment mag hij anti-imperialistisch worden op de manier waarop de opportunisten deze term hanteren, die het imperialisme vereenzelvigen met een agressieve buitenlandse politiek, met oorlog, met het zogenaamde nationale vraagstuk en die daarbij de klassenuitbuiting en de eigendoms- en machtsverhoudingen negeren.

13.

Als de hedendaagse opportunisten stellen dat hun eigen bourgeoisieklasse niet aan het kortste eind mag trekken in de verdeling van de markten en als zij met het nationale vraagstuk in het achterhoofd beweren dat het socialisme wereldwijd bereikt moet worden en niet binnen een land te realiseren valt dan houden zij de nationale strijd voor gezien. Ze onttrekken zich aan het verscherpen van de klassenstrijd en aan de noodzakelijkheid voor de subjectieve factor om klaar te staan in een revolutionaire situatie.

14.

De bevrijdingsstrijd van elk mens tegen elke vorm van uitbuiting, de strijd tegen de imperialistische oorlog kan onmogelijk gunstig verlopen wanneer hij niet gecombineerd wordt met de strijd tegen het opportunisme. Ongeacht de politieke kracht van het opportunisme in elk land mag het niet onderschat worden of afgemeten aan parlementaire criteria. De wortel van het opportunisme bevindt zich immers in het imperialistische systeem als zodanig. Als de bourgeoisie in de gaten krijgt dat ze haar zaakjes niet op een stabiele manier kan regelen ondersteunt ze het opportunisme en zijn politieke partijen om tijd te winnen, om haar politieke systeem te versterken en om een bestendige opkomst van de revolutionaire arbeidersbeweging te ondermijnen.

15.

De concentratie van krachten, het verbond van de werkende klasse met de verarmde kleine zelfstandigen moet zich gezien de objectieve voorwaarden in een stabiele antimonopolistische en antikapitalistische richting ontwikkelen en de macht van de werkende klasse tot doel hebben. Deze richting brengt een noodzakelijk maar subtiel compromis met zich mee tussen de belangen van de werkende klasse, het afschaffen van alle vormen van kapitalistisch eigendom, groot, middelgroot en klein en de bevolkingslagen die karakterologisch (als gevolg van hun positie in de kapitalistische economie) twijfelen, maar die wel belang hebben bij het afschaffen van de monopolies en het socialiseren van de geconcentreerde productiemiddelen. Omdat ze zijn doordrongen van de illusie dat zij belang hebben bij privé-eigendom op kleine schaal kunnen ze nog niet inzien dat hun belangen op de middellange en korte termijn gediend worden door de socialistische macht.

Onder de condities van een niet-revolutionaire situatie streeft de KKE er niet alleen naar om een neerwaartse spiraal te voorkomen of om een aantal tijdelijke concessies te verkrijgen maar om de subjectieve factor - de partij, de werkende klasse en haar bondgenoten - voor te bereiden op zijn strategische taken in een revolutionaire situatie. Onder condities die niet vooraf voorspeld kunnen worden en waarbij rekening gehouden moet worden met een verdieping van de economische crisis en met de aanscherping van de interimperialistische tegenstellingen, mogelijk leidend tot een militair conflict is het mogelijk dat er een dergelijke situatie in Griekenland ontstaat. Onder de condities van een revolutionaire situatie is de rol van de organisatorische en politieke bereidheid van de werkende klasse van de arbeidersbeweging, de Communistische Partij van doorslaggevend belang voor het mobiliseren en voor de revolutionaire leiding aan de meerderheid van de werkende klasse, met name het industrieel proletariaat, om zo de voornaamste delen van de bevolking mee te krijgen.

Bureau Internationale Betrekkingen van CC van KKE, vertaling Frans Willems.

Zie ook deel 1