Heel vreemd is het. Veel voorstanders van het basisinkomen - een uitkering boven de armoedegrens voor alle mensen, ongeacht hun status of inkomen - stellen dat hun voorstel boven de links-rechtstegenstelling staat. Hoe je dat moet begrijpen is niet altijd duidelijk. Er zijn heel wat linkse bewegingen vandaag de dag - denk maar aan die van het Spaanse Podemos - die zich uitspreken voor een basisinkomen.
In mijn betoog wil ik eerst laten zien dat het basisinkomen geen links voorstel kan zijn en in het tweede deel van mijn betoog wil ik laten zien dat het een onzinnig voorstel is. Mijn conclusie is dat het aloude gezegde 'ontvangen naar behoefte en een bijdrage leveren naar vermogen' nog niets aan zeggingskracht heeft verloren.
Het fundamentele verschil tussen de bestaande sociale zekerheid en het basisinkomen is dat de eerste berust op een collectieve - horizontale - solidariteit en het tweede op een individualistische - verticale - benadering. In de sociale zekerheid is iedereen solidair met iedereen binnen de samenleving. Wie niet ziek is betaalt bijdragen voor wie wel ziek is, of oud of om andere reden een laag vermogen heeft om bij te dragen. Soms lijkt het alsof men dat is vergeten, zo vanzelfsprekend is onze sociale bescherming geworden.
Met een basisinkomen krijgt iedereen rechtstreeks van de overheid een rugzakje mee en in ieders rugzakje zit evenveel. Op zich is dat al niet eerlijk, want sommigen - wie ziek is of gehandicapt of veel kinderen heeft, bijvoorbeeld - zullen meer nodig hebben dan wie jong en gezond is. Vandaar dat dit nooit een links project kan zijn. 'Van ieder naar vermogen, aan ieder volgens behoefte' leidt wel tot een rechtvaardige verdeling van lasten en lusten. Alle mensen zijn verschillend, juist daarom hebben we allemaal gelijke rechten. Minvermogende mensen gelijk behandelen leidt tot meer ongelijkheid. Minvermogende mensen ongelijk behandelen leidt tot meer gelijkheid, dat is wat de huidige sociale zekerheid doet.
Het liberalisme streeft naar meer vrijheid. In de praktijk vooral de vrijheid om te ondernemen. We weten allemaal dat die ongebreidelde vrijheid tot ondernemen leidt tot chaos. De linkerzijde heeft daartegenover altijd meer gelijkheid gesteld en kijkt dus niet alleen naar individuen maar naar de samenleving als geheel. De linkerzijde wil een collectieve solidariteit en doet daarmee aan samenlevingsopbouw. Het basisinkomen gaat volledig aan die collectieve band voorbij en maakt mensen rechtstreeks afhankelijk van de overheid. Een basisinkomen leidt dus tot grotere ongelijkheid dan het huidige stelsel.
Als linkse mensen willen we graag samenwerken met andere mensen om een betere situatie te bereiken. De huidige sociale zekerheid is gebaseerd op het principe van solidariteit. De overheid kan niet op eigen houtje ingrijpen en de hoogte van de uitkeringen aanpassen. Van zo'n samenwerking is met het basisinkomen geen sprake meer. De overheid beslist alleen over wat kan en niet kan en er is niet veel verbeeldingskracht nodig om in te zien wat er zal gebeuren als een begrotingsevenwicht moet worden hersteld. Een op het individueel denken gebaseerd basisinkomen gaat volledig voorbij aan die solidariteit en leidt op die manier tot meer individualistisch denken, tot meer liberalisme in de samenleving. Een tegengesteld effect dus op watlinks altijd heeft willen bereiken!
Ten derde, en niet het minst belangrijke, is het feit dat de sociale zekerheid op zich nooit antikapitalistisch is geweest maar wel de relatie tussen arbeid en kapitaal sterk heeft veranderd. De verantwoordelijkheid voor ziekte en ander ongemak wordt gedeeld door arbeid en kapitaal. Met de invoering van het basisinkomen wordt die verantwoordelijkheid volledig bij de overheid en de belastingbetaler gelegd. Het bedrijfsleven is dan niet langer verantwoordelijk voor de ziekten die zij veroorzaakt. De rekening komt bij de arbeiders te liggen. Een simplist zou kunnen denken dat als het basisinkomen te duur wordt we dan controlerende ambtenaren kunnen ontslaan, alsof die mensen niet ook nuttige sociale functies vervullen. Opnieuw koren op de molen voor liberaal denken maar geen reden tot juichen bij links.
Het blijft zo dat door een daling van de lonen en het wegvallen van de sociale bijdragen het basisloon een ontzettend groot cadeau is voor de werkgevers. Een oplossing gericht op individuen in plaats van op de maatschappij, het wegvallen van een sociale zekerheid gebaseerd op solidariteit, het terugdraaien van de veranderde relatie tussen arbeid en kapitaal: het zijn principes die met het neoliberalisme ingang hebben gevonden en het blijft een raadsel hoe linkse mensen dit kunnen verdedigen.
Het spreekt voor zich dat de sociale bescherming (sociale zekerheid, de bijstand, het arbeidsrecht, de openbare diensten) aan een grondige herziening toe is. Maar het basisinkomen is een neoliberaal antwoord op die vragen en het blijft een raadsel dat progressieven zich tot die ideeën aangetrokken voelen.
Het neoliberalisme zit in onze hoofden, zoveel is zeker. Maar van mensen die zich progressief of links noemen zou men mogen verwachten dat ze ook de filosofie die achter voorstellen schuilgaan onder de loep gaan nemen. Het basisinkomen is, op het eerste gezicht, inderdaad aantrekkelijk. Maar stoppen met de collectieve solidariteit en het terugdraaien van de veranderde verhoudingen tussen arbeid en kapitaal lijkt me geen goede strategie. Wie vooruitkijkt en de toekomst wil voorbereiden kan het best het verleden voor ogen houden. De arbeidsomstandigheden die vandaag of opnieuw heersen in veel derdewereldlanden moeten leiden tot de conclusie dat niets definitief verworven is.
Onze kapitalistische samenleving staat op een kruispunt. Het dominante economische systeem is niet houdbaar als we het leven op aarde willen behouden. Hervormingen zijn dringend noodzakelijk, de arbeidsmarkt is door technologische vernieuwingen aan drastische veranderingen toe. Ik juich de Zweedse experimenten erg toe. Maar ervan uitgaan dat een transitie zonder schokken mogelijk is, is erg naïef. Met de groeiende ongelijkheid is het klassenconflict in de wereld nog nooit zo duidelijk geweest als nu. Piketty heeft dit opnieuw duidelijk gemaakt. Neoliberalisme is nog nooit een antwoord geweest!
In iedere maatschappijvorm zijn er mensen die niet of in mindere mate kunnen bijdragen, het resterende deel van de bevolking produceert meerwaarde, waarmee ten dele de consumptie van dat afhankelijke deel kan worden ingevuld. Maar onder kapitalistische verhoudingen eigenen de kapitalisten zich die meerwaarde bijna geheel toe. Veel liberalen denken dat onze verzorgingssamenleving onbetaalbaar is geworden. Wat ze bedoelen is dat er niet voldoende meerwaarde in hun zakken terechtkomt. Voor sommige liberalen is het basisinkomen daarmee een geldig alternatief geworden. Het aantalmensen dat afhankelijk is van sociale ondersteuning wordt echter niet kleiner met dit systeem. De ongelijkheid wordt wel groter en dat leidt weer tot kansen om de arbeidersklasse te verdelen en de aandacht af te leiden van het werkelijke probleem: kapitalisme.
Iedereen wil graag meewerken aan de maatschappij en zijn bijdrage leveren. Als je de kans krijgt om een bijdrage naar vermogen te leveren kun je trots op jezelf en je werk zijn. Een basisinkomen leidt tot een situatie waarin mensen verteld kan worden dat ze niet moeten zeuren bij werkloosheid omdat ze toch immers een 'basisinkomen' hebben. Bij invoering van het basisinkomen hoeft er niet langer invulling gegeven te worden aan het mensenrecht van zinvolle arbeid. Wie doet nog het ondankbare werk? Liberalen geloven toch in marktwerking? Als er vraag is en geen aanbod, gaan de prijzen omhoog, toch? Waarom geldt dat niet voor de arbeidsmarkt?
Een basisinkomen, is dat voldoende om van te leven? Waarschijnlijk niet. Toch komt het in de plaats van een werkloosheids- of ziekte-uitkering waar wel van te leven valt, al is het minimaal. Op deze manier schiet het basisinkomen zijn doel voorbij. Als er met behoud van uitkering gewerkt kan worden dan was er een volwaardige arbeidsplaats! Die moet dan ook volwaardig betaald worden!
Veel liberalen denken dat een basisinkomen de extreme armoede tegen zal gaan [en de voor kapitalisten noodzakelijke koopkracht zal handhaven, nvdr] en mensen die niet in staat zijn te produceren deel te laten uitmaken van de consumptiemaatschappij. Echter hoeveel is voldoende? Het basisinkomen is immers voor iedereen gelijk. We geven het basisinkomen voor een alleenstaande aan een gezin met kinderen. Dan is het niet genoeg. We geven het basisinkomen van een gezin met kinderen aan een alleenstaande. Misschien is het dan wel te veel?! Een basisinkomen leidt in ieder geval tot grotere ongelijkheid en spanningen in de maatschappij en leidt de aandacht af van het werkelijke probleem: kapitalisme.
Op de arbeidsmarkt is een gegarandeerd basisinkomen een mooie reden om minder te betalen. Een basisinkomen is geen antwoord op de vragen van vandaag. Het levert geen antwoord op de voortschrijdende vervuiling van onze planeet, door overbevolking en overconsumptie. Een basisinkomen leidt tot individualistisch denken en verminderde solidariteit. Het is geen oplossing voor de massawerkloosheid en crisis die ons treffen. We moeten toe naar een situatie waarin geldt dat eenieder naar vermogen bijdraagt en naar behoefte ontvangt. Die situatie heet 'socialisme'.
Bewerking door Frank Sarlemijn van artikel van Francine Mestrum (Global Social Justice), 31-03-2015.