Wil van der Klift
De kapitalistische Lissabon-agenda van 2000 beoogde de EU concurrerend te maken met de VS, ten koste van de verworven rechten van de Europese bevolkingen. Tot op de dag van vandaag gaat dat proces door. Land na land krijgt te maken met de agendadoelen van het Europese kapitaal. De onderlinge concurrentie tussen de Amerikaanse en Europese, met name Duitse, kapitalisten wordt steeds venijniger, zeker nu in Azië nieuwe (kapitalistische en socialistische) concurrenten opdoemen.
Overigens is er geen sprake van eenheid van het Europese kapitaal. In Nederland is van oudsher een sterke trans-Atlantische stroming aanwezig die met de op Duitsland gerichte kapitalisten strijden om de macht waar nodig en gezamenlijk trachten de uitbuiting van de bevolking te intensiveren. Het Nederlandse grootkapitaal hinkt op twee benen als gevolg van verschillende handelsbelangen, maar is eensgezind als het gaat om het vergroten van de winst door de democratische rechten in te perken en het inkomen van de bevolking te verlagen.
De westerse partners bestrijden elkaar inmiddels met steeds hardere middelen. De laatste tak aan deze concurrentieboom heet Trans-Atlantic Trade and Investment Partnership (TTIP), het jongere broertje van het inmiddels met Canada afgesloten CETA. [Over dit Canadees-Europese handelsverdrag wordt nog gesteggeld tussen het EP en Eurocommissaris Malström (Handel) die de onderhandelingen niet wil heropenen]. Met name de investeringsclausule in het verdrag, het Investor to State Dispute Settlement (ISDS) is het Paard van Troje en toont aan dat de VS alles uit de kast trekken om de dominantie van het Amerikaanse kapitaal veilig te stellen en zelfs nationale en Europese wetgeving trachten te omzeilen. Het ISDS is de giftigste adder van het TTIP-plan.
De EU en de VS onderhandelen al sinds 2013 over dit vrijhandelsakkoord. Zowel het Amerikaanse als het Europese kapitaal zijn verklaard voorstander van het afschaffen van handels- en investeringsbarrières tussen de twee continenten en binnen de eigen continenten. Het vooruitzicht één markt te creëren van zeker 820 miljoen consumenten doet menig kapitalist watertanden.
Het TTIP beoogt vooral de opheffing van alle regelgeving, verbodsbepalingen, veiligheidsstandaarden en normen die in de loop van de tijd door strijd in de verschillende Europese landen werden afgedwongen door de werkende klasse en daarna ook wettelijk werden vastgelegd, na een proces van democratische besluitvorming. Amerikaanse én Europese producten, diensten en investeringen zouden volgens het kapitalistische TTIP-plan moeten worden gevrijwaard van zulke 'belemmeringen'. Omdat in de Verenigde Staten zulke 'belemmeringen' niet of nauwelijks bestaan, betekent het aannemen van het TTIP een aanval op de verworven rechten in Europa. Niets meer en niets minder. De bepalingen in het investeringsmechanisme ISDS tonen dit glashard aan. De pure bedrijfsbelangen gaan voor alle andere belangen.
De kapitalistische logica van het TTIP gaat ongeveer zo. In Europa zijn om gezondheidsredenen tal van gemodificeerde voedingswaren verboden. Amerikaanse producten worden om die reden geweerd. Er zou daarom sprake zijn van oneerlijke concurrentie, want Amerikaanse producenten kunnen hun onveilige voedingswaren niet slijten in (tal van) Euopese landen. In de hoofden van Amerikaanse producenten blijft de Europese markt daarom voor hen ontoegankelijk en wel bereikbaar voor Europese producenten. Dat vinden zij oneerlijk. Het gaat ze immers niet om gezondheid maar om winstmaximalisatie...
Om de Europese consument te paaien beweren de voorstanders van het TTIP dat deze onnodig veel moet betalen voor de (beschermde, veiligere) waren én - zoals we gewend zijn van het liberale smaldeel overal ter wereld - een beperking van de vrijheid om zelf te kiezen. Dat laatste is uiteraard slim bedacht, want je moet toch zelf weten of je goedkopere onveilige producten consumeert of duurdere gezondere? Bovendien is die vrijheid niet zo vrijblijvend in een tijdperk van stijgende gezinsuitgaven. Dat merken we aan de discussie over gezonde voeding in eigen land. Maar die discussie vindt democratisch plaats en steeds meer mensen kiezen voor duurzaam en gezond, als de portemonnee het even toelaat.
De echte discussie zou dan ook moeten zijn: Natuurlijk veilig, onschadelijk en duurzaam. Als niet iedereen dat kan betalen moeten de lonen omhoog! Het handelsverdrag ondermijnt de Europese en democratische regels op het gebied van voedsel, milieu, arbeidsomstandigheden en gezondheid. Grote bedrijven krijgen er nog meer macht door.
Volgens de voorstanders zal de invoering van de nieuwe regels en wetten, die het TTIP voorstaat, goed zijn voor iedereen. Europese producenten worden concurrerender en 'dus' efficiënter. De prijzen voor Europese consumenten zouden lager (kunnen) worden en zij zouden meer keuzemogelijkheden (kunnen) krijgen. En last but not least Amerikaanse producenten zouden meer kunnen exporteren. Uiteraard is dit laatste argument de enige werkelijke doelstelling die met veel valse argumenten wordt verbloemd. De hele operatie moet het Amerikaanse (en een aantal Europese) ondernemingen mogelijk maken om hun winsten veilig te stellen en te vergroten ten koste van hun concurrenten en de bevolkingen in Europa.
De gevolgen voor Europa zijn echter precies tegengesteld aan deze illusies. Europese bedrijven hebben nog steeds te maken met tal van sociale wetten, ondanks de gestage afbraak van de sociale voorzieningen (minimumlonen, ziekte-uitkeringen, relatief hoge pensioenen en enige ontslagbescherming). Allemaal 'nadelen' voor Europese ondernemingen in de concurrentiestrijd met het Amerikaanse bedrijfsleven die dit soort 'nadelen' niet hoeft te dragen.
Als Europa het nodig vindt om strengere milieu- en arbeidswetten te handhaven dan de VS, hoeven de multinationale ondernemingen in de VS en Europa daar niet onder te lijden is de redenatie. En als de Europese bevolking zo principieel wil zijn met wetten en regels, moet ze maar extra belasting betalen. Er is dus een pure klassenstrijd aan de gang tussen de bevolkingen in Europa en delen van het Amerikaanse en Europese grootkapitaal. Want tegelijk met de voordelen voor het Amerikaanse kapitaal zullen tal van Europese multinationals meedoen met deze nieuwe plundertocht. De hierdoor ontstane concurrentie op sociale rechten en voorzieningen betekent aanzienlijke en versnelde afbraak van de levensstandaard voor de Europese bevolkingen. Het TTIP leidt automatisch tot een dreiging van mogelijk kostbare rechtszaken voor de Europese overheden, betaald uiteraard door de belastingbetaler. Het politieke gevolg zal een versterkte tendens zijn naar deregulering en liberalisering in de EU. Er staat dus veel op het spel.
Het is daarom niet verbazingwekkend dat de TTIP-onderhandelingen in zeer besloten kring plaatsvinden en nauwelijks toegankelijk zijn voor vakbonden en consumentenorganisaties.
Het ISDS maakt het bedrijven mogelijk om nationale overheden aan te klagen bij een internationaal - ondemocratisch - arbitragetribunaal, wanneer zij vinden dat hun concurrentiepositie (en hun winst) wordt geschaad door 'oneerlijke' regels en wetten. Dat tribunaal werkt in het geheim, legt nergens rekenschap af en heeft een bindend recht van spreken. Een Amerikaanse multinational die in Nederland een dochteronderneming start, zou bijvoorbeeld kunnen proberen de (eventuele) extra kosten, veroorzaakt door de strengere Nederlandse milieu- en arbeidswetgeving, te verhalen op de Nederlandse overheid. Tegen dit ondemocratische tribunaal begint nu ook in het Europees Parlement verzet te groeien. Men stelt daar nu een openbaar arbitragehof voor op aandringen van Duitsland en Nederland en probeert op dit punt het CETA open te breken, maar dat gaat veel tegenstanders terecht niet ver genoeg. Het TTIP moet van tafel.
De Nederlandse VVD-PvdA-regering is voorstander van het TTIP, omdat het vrijhandelsakkoord goed zou zijn voor de Nederlandse en Europese economie. Het TTIP zal volgens dit neoliberale kabinet de Nederlandse uitvoer stimuleren, extra banen opleveren en de economische groei hier te lande bevorderen. Helaas zijn deze kabinetsillussies vooral ijdele hoop. Economisch onderzoek naar de gevolgen van het TTIP laat een volledig ander beeld zien. Nu het verzet groeit en het aantal bewijzen van de schadelijkheid toenemen roept premier Rutte op snel te besluiten, ondersteund door de 'Atlanticus' Van Baalen. PvdA-minister Ploumen, verantwoordelijk voor handel, neemt nog steeds geen afstand en van de sociaaldemocraten in het Europees Parlement hoeven we ook geen rechte rug te verwachten. Het zijn allemaal voorstanders van deze frontale aanval op de democratie die het wezen vormt van het TTIP en zij werken bereidwillig mee aan dit volkomen ondemocratische onderhandelingsproces.
Een realistische studie toont aan dat Europese huishoudens waarschijnlijk een inkomensdaling van ongeveer 550 euro per jaar tegemoet kunnen zien als gevolg van de invoering van het TTIP. Ook zal het TTIP leiden tot een verlies aan banen en extra werkloosheid veroorzaken, met name doordat EU-landen minder onderling met elkaar zullen handelen en meer met de VS. De intra-Europese handel neemt dus af en wordt overgenomen door Amerikaanse export. Er bestaat simpelweg geen geloofwaardig economisch 'bewijs' dat het TTIP goed is voor de economie, laat staan voor de burgers die toch al steeds meer te maken hebben met een toenemende kloof tussen rijk en arm. Die kloof zal alleen maar groeien. Een paar grote Europese multinationals zullen baat hebben bij het TTIP, maar de bevolkingen in de verschillende Europese landen zullen het gelag moeten gaan betalen. Het TTIP is ondemocratisch, slecht voor de duurzaamheid en negatief voor de brede lagen van de bevolking.
Het verzet tegen het TTIP groeit gelukkig gestaag. Ook de FNV heeft inmiddels besloten het TTIP af te wijzen. Het Europese burgerinitiatief "Stop TTIP" is al door ongeveer drie miljoen verontruste Europese burgers ondertekend. In Amsterdam, evenals in tal van andere Europese steden, werd op 10 oktober een grote demonstratie tegen het TTIP gehouden. Actievoeren heeft zin, omdat pas tamelijk recent de ware betekenis van het TTIP duidelijk aan het worden is onder brede lagen van de bevolking! De voorstanders worden onrustig en krijgen haast. Laten we met steeds meer mensen een stokje steken voor de schadelijke plannen van het grootkapitaal.