Gedicht: Schuld



Henricus Azewijn

Schuld

Héél hoog van de toren
geblazen glas om uit te vergroten
wat iedereen móet horen:
het ligt niet aan hem, de wéreld is klote...!!

Wie is hij, in de beerput
waaruit echo's klinken
meestal zeer grof geschut
waarmee hij uit wil blinken...

Klatergoud, gewaardeerd
vals gemunt op hebzucht
omdat men zó een mens eert
slaat hij groot alarm op de vlucht...

In de wolken, uitlaatgas
in volle vaart der volken
komt ademnood niet van pas
blijft de hersenmassa kolken...

Hersengolven op het strand
de breinbaas in 't schip
staat voor een big smile garant
met zijn kots in een dip...

Zand erover, kaas gegeten
heeft hij ervan bij laag en hoog
moet een liberaal het zélf weten
behoeft het allemaal geen betoog...

In memoriam gegrift
in 'n koperen plaat voor 'n hoofd
in een gedachtestroom meegelift
als dat een tóekomst belooft.