Zie Deel 2
Speech van Kostas Papadakis, lid van het Centraal Comité van de KKE en Europarlementslid op de NCPN-conferentie op 7 november 2015 (deel 1).
Beste kameraden,
Allereerst bedankt voor deze uitnodiging. We voeren deze discussie op een bijzonder belangrijke dag, namelijk 98 jaar na de grote Oktoberrevolutie, die een nieuw tijdperk inluidde: het tijdperk van de overgang van het kapitalisme naar het socialisme. Het revolutionaire Rusland werd de zwakke schakel van het kapitalistische stelsel. Tot die tijd was er nog nooit een maatschappijsysteem waarin de arbeidersklasse de productiemiddelen beheerste en de weg vrijmaakte voor nieuwe productieverhoudingen: socialistische verhoudingen met de politieke macht in handen van de arbeidersklasse, de opheffing van het kapitalistische eigendom en in plaats daarvan maatschappelijk eigendom.
In 1917 bleek in de praktijk dat een communistische partij met ervaring van de Parijse Commune, de globale theorie van het marxisme-leninisme en met de juiste strategie, de arbeidersklasse kan leiden om haar historische taak te vervullen. De taak om in bondgenootschap met andere verarmde lagen van de bevolking de uitbuiting van de mens door de mens op te heffen. Een communistische partij die dagelijks op basis van eenheid strijdt om haar strategie uit te voeren, dat wil zeggen een sterke partij met een sterke organisatie in de bedrijven, vakbonden en arbeidersbuurten.
De bolsjewistische partij maakte om te beginnen de arbeidersmacht het strijddoel: de dictatuur van het proletariaat in de opbouw van het socialisme. Vanuit dit programma handelde de partij altijd in dienst van dit einddoel. Uit de verwezenlijking van de Oktoberrevolutie als historische gebeurtenis bleek dat het tijdperk van het imperialisme het hoogste stadium van het kapitalisme is, maar ook het einde van datzelfde systeem. Een systeem dat historisch achterhaald en verrot is, en dat gelijkstaat aan uitbuiting, armoede, werkloosheid, oorlog, bloedvergieten en vluchtelingenstromen.
Vandaag blijkt meer dan ooit dat het kapitalisme geen antwoord biedt op de fundamentele problemen van de bevolking en zelfs niet de basisbehoeften kan leveren. De communistische partij kan dan ook alleen maar beter worden in de strijd om de arbeidersklasse te organiseren en de noodzakelijke politiek-ideologische banden met deze klasse te smeden. Deze banden worden in de strijd ontwikkeld om zo de krachten te verzamelen, om een bondgenootschap te vormen tussen de arbeidersklasse en andere verarmde delen van de bevolking: de zelfstandigen in de stad en op het platteland, de verarmde middelgrote boeren, de jongeren en de vrouwen uit de arbeidersklasse, om het conflict met de krachten van het kapitaal te laten escaleren, de kapitalistische barbarij omver te werpen en het socialisme op te bouwen.
Dit is geen gemakkelijke taak, maar tot op heden hebben we belangrijke dingen bereikt. De oude en nieuwe sociaaldemocratische partijen en de krachten van het opportunisme hebben het marxisme-leninisme voorgoed afgezworen en zijn vastgelopen in het moeras van het beheren van de kapitalistische barbarij. Zij dienen de kapitalistische belangen en verlenen actief steun aan de EU, de NAVO en de klassenverzoening. Daartegenover staan de communistische partijen die weten dat het historisch noodzakelijk is om het kapitalisme omver te werpen, die uitgaan van de voorhoede van de arbeidersklasse en de klassenstrijd als aandrijver van de geschiedenis, en van het socialisme en communisme als superieur economisch systeem, vormen een macht die de enige echte uitweg biedt.
De grote vraag is nu welke strategie er nodig is om deze doelen te bereiken, die de bestaansreden van de communistische partij vormen.
De burgerlijke ideologie heeft altijd verwarring gezaaid door te stellen dat de arbeidersklasse verkleind, veranderd of bijna verdwenen is. Het is geen toeval dat de burgerij haar pijlen richt op de dragers van de revolutie om zo aan de macht te blijven en de onvermijdelijke socialistische revolutie af te wenden. Deze verdraaiingen van de waarheid kunnen niet verhullen dat alle werkenden die hun arbeidskracht aan de kapitalisten moeten verkopen om te overleven tot de arbeidersklasse behoren. In de woorden van het Communistisch Manifest zijn zij degenen "die slechts zo lang leven als zij werk vinden, en die slechts zo lang werk vinden, als hun werk het kapitaal vermeerdert". Er is een allesomvattende politiek-ideologische strijd onder leiding van de communistische partij nodig om de arbeidersklasse in staat te stellen om consequent en effectief voor haar economische eisen te vechten, en vooral om haar grote einddoel te realiseren.
Het belang van de voorhoede van de arbeidersklasse blijkt uit hoe de sociaaldemocratie en het opportunisme in Griekenland zich opstellen: SYRIZA, de "Plan B"-beweging, de groepen rondom Europees Links, en Volkseenheid, de partij van ex-minister Lafazanis, die uiteindelijk niet in het parlement kwam. Zij verspreiden allemaal dezelfde achterhaalde illusies dat het mogelijk is om binnen het kapitalisme, binnen de EU, maar met een eigen valuta, in het belang van het volk te regeren. Als ze het uittreden uit de EU of de Eurozone opwerpen, verbinden ze dit niet aan de arbeidersmacht, maar hoogstens als fase tussen het kapitalisme en socialisme.
Wat zeggen zij hiermee in feite? Dat een deel van de burgerij het land uit de EU kan halen en dat dit het hele volk welvaart kan brengen, zonder dat het volk de macht hoeft te grijpen. Maar dat is onmogelijk. Deze stellingen verwerpen de voorhoederol van de arbeidersklasse en zorgen ervoor dat de arbeiders alleen maar achter de burgerij aan kunnen lopen. De KKE stelt daar loskoppeling van de EU tegenover, maar met als voorwaarde dat de werkende bevolking aan de macht komt. Want het doel van uittreding uit de EU, evenals de eenzijdige annulering van de schuld, kan alleen bereikt worden als de arbeidersklasse aan de macht is om dit besluit uit te voeren en ervan te profiteren. De welvaart van het volk is afhankelijk van arbeidersmacht.
Leuzen als "soevereiniteit" en "onafhankelijkheid" worden door de opportunisten gebruikt in verband met de ongelijke banden tussen Griekenland en Duitsland. Zij geven in feite steun aan één kant van de concurrentie tussen kapitalistische landen (de kant van de VS, Frankrijk en Italië) en vragen het volk om tussen twee verschillende bazen te kiezen. Ze kunnen niet verhullen dat het verschillende soorten "Plan B"-kapitalisme pur sang zijn. Al deze plannen gaan er vanuit dat de productiemiddelen in handen van het grootkapitaal blijven. De anarchie in de productie, de accumulatie van het kapitaal in handen van de kapitalisten en de jacht op winst zullen altijd weer nieuwe crises teweegbrengen. De wetmatigheden van de kapitalistische uitbuiting blijven in werking en kunnen niet voldoen aan de basisbehoeften van de bevolking.
Dit blijft altijd aan de orde, welke partij er ook in de regering komt, ongeacht welk managementconcept gebruikt wordt. De kapitalistische barbarij kan alleen maar beheerd worden, de arbeidskracht blijft een handelswaar. Uit Latijns-Amerika en uit de armoedebestrijding in Griekenland blijkt dat deze barbarij niet valt terug te draaien.
Het kapitalistische systeem verandert niet fundamenteel door middel van nationalisering of staatseigendom, waarbij de staat als collectieve kapitalist fungeert. In een geliberaliseerde markt zijn ook overheidsinvesteringen ondergeschikt aan de winstlogica en de wetmatigheden van de markt.
De soevereiniteit van de bevolking kan dan ook niet los worden gemaakt van het afwijzen van de EU, de NAVO en alle andere imperialistische organisaties, maar ook niet van de breuk met het kapitaal zelf. Je kunt niet aan dit feit ontkomen, omdat dit uit de wetmatigheden van het kapitalisme zelf voortkomt. Deze conclusie wordt nog duidelijker als we kijken naar de situatie in landen die zich buiten de EU en de NAVO bevinden. Zolang de kapitalistische productieverhoudingen in deze landen bestaan, zijn ze nog steeds op allerlei manieren gebonden aan de ongelijke verhoudingen en de wederzijdse afhankelijkheid die het kapitalisme kenmerken. We kunnen dus niet van 'soevereiniteit' spreken zonder het fundament van het kapitalisme af te breken. Wij stellen verder dat communisten voor de omverwerping van de burgerlijke macht moeten ijveren om de ongelijke afhankelijkheidsrelaties tussen landen op te heffen, dus niet alleen maar voor 'gelijkheid' binnen de kaders van het imperialisme en de daaraan gerelateerde samenwerkingsverbanden, zoals de EU.
Op deze grondslag hebben we in ons 19e Congres vastgesteld dat we de krachten op een antikapitalistische en antimonopolistische lijn moeten verzamelen. De bondgenootschappenpolitiek en het optreden van de KKE in de arbeiders- en volksbeweging is hierop gebaseerd om het belangrijkste vraagstuk in onze maatschappij, het vraagstuk van de macht, op te lossen.
Vandaag de dag stellen wij vast dat de eerdere formules van de communistische wereldbeweging over 'fases' dodelijk zijn geweest voor de ontwikkeling van de klassenstrijd. Uit de historische ontwikkelingen en de objectieve werkelijkheid blijkt dat er geen sociaaleconomische tussenfase tussen het kapitalisme en socialisme kan bestaan, dat wil zeggen, geen machtsvorm tussen het kapitalisme en socialisme.
We willen benadrukken dat er aan de behoeften van de bevolking niet voldaan kan worden als de macht van de burgerij niet omver wordt geworpen, als de arbeiders en het volk niet de productiemiddelen in handen nemen. Dit is de voorwaarde voor elke ontwikkeling ten voordele van de bevolking. De communistische partijen die dit principe overboord hebben gegooid, die zich bereid hebben getoond om in de regering te stappen binnen het kader van de macht van de monopolies, de EU en de NAVO, hebben hun ware gezicht laten zien. Dit valt niet meer terug te draaien, en hun geloofwaardigheid en betrouwbaarheid worden daarmee decennialang geschaad. Het feit dat een communistische partij illusies verspreidt, in de burgerlijke regering wordt ingekapseld en, ongeacht goede bedoelingen, barbaarse maatregelen ten faveure van de monopolies helpt uitvoeren, blijft in het geheugen van de arbeiders en de bevolking gegrift staan.
Ons standpunt is gebaseerd op de onvermijdelijke wetmatigheden van de kapitalistische economie. Deze zijn gebaseerd op de fundamenten van de kapitalistische productiewijze: de uitbuiting van de mens door de mens, de noodzaak voor de kapitalisten om zich zoveel mogelijk meerwaarde toe te eigenen en zoveel mogelijk goedkope arbeidskracht veilig te stellen om de winstgevendheid te garanderen. Een wisseling van de wacht in de burgerlijke regering verandert niet wie de rijkdom in handen heeft en de sleutels van de economie bezit.
In Frankrijk, Italië en recentelijk op Cyprus zijn er voorbeelden te vinden van communistische arbeiderspartijen die aan de burgerlijke administratie hebben deelgenomen, met alle gevolgen van dien voor de bevolking. Het is dan ook volkomen logisch dat de communisten in Griekenland en andere landen zich zorgen maken om de ontwikkelingen in Portugal.
Kameraden, we kunnen het met elkaar eens zijn dat politiek-ideologische eenheid onmogelijk is zonder overeenstemming over deze strategisch belangrijke zaken. Het gaat hier om een groot probleem dat ten grondslag ligt aan de crisis in de communistische beweging.
De KKE wil zich met haar internationale ervaring en eerder genomen initiatieven met deze situatie bezighouden. Als we deze kwesties niet oplossen, als we geen conclusies trekken die tot een revolutionaire lijn leiden, dan zal de versnippering van de internationale communistische beweging alleen maar toenemen. De roep om eenheid blijft een fantasie zolang de communistische partijen geen eengemaakte revolutionaire strategie formuleren die een antwoord biedt op de strategieën van de burgerij, een strategie die de omverwerping van de burgerlijke macht beoogt. (slot deel 1)
Vertaling uit het Engels: Matthijs Dröge.