Zoltan Zigedy
In juni 2015 schreef ik: "De zakelijke investeringen, de productiviteit en de bedrijfswinsten nemen al drie tot vier jaar af. De investeringen in het eerste kwartaal van 2015 daalden met 3,4 procent. De output per uur (de productiviteit) daalde niet verrassend met 3,1 procent en er zat nauwelijks schot in de winsten. Deze drie onderling afhankelijke en fundamentele indicatoren bevestigen de algemene zwakte van de economie. Het kapitalisme heeft de werkers maximaal uitgeknepen, managers willen niet langer investeren in nieuwe of moderner productiemiddelen en de Amerikaanse bedrijven zien een daling van de winstvoet." Sindsdien is de ontwikkeling van deze drie 'sleutelfactoren' als graadmeter van de Amerikaanse economie nog verder verslechterd.
De kapitaaluitgaven in het derde kwartaal daalden met 3,8 procent en de productiviteit steeg, berekend op jaarbasis, slechts met 0,4 procent. De winsten daalden in deze periode het snelst sinds de ineenstorting van 2008.
Bovendien is de Amerikaanse productie-index volgens het Instituut voor Inkoopmanagement (ISM) teruggevallen tot het laagste niveau sinds juni 2009 en de industriële productie is voor de derde achtereenvolgende maand gedaald. Cijfers over december die het ISM zojuist bekendmaakte bevestigen de eerste opeenvolgende maandelijkse krimp in de productie-index sinds 2009.
Het capaciteitsgebruik daalde tot 77 procent, het laagste in twee jaar. Voor 2007 en het begin van de economische crisis bedroeg het 80 procent.
In juni schreef ik over de inflatie op de aandelenbeurzen als gevolg van fusies en overnames, het terugkopen van aandelen en de obsceen lage kosten van lenen. De vermogensillusie die deze inflatie veroorzaakte met het psychologisch effect ervan op de consumptie is verdwenen. Het verdampte vermogen op de financiële markten in het derde kwartaal bedroeg volgens de Amerikaanse centrale bank 1,2 biljoen dollar.
Het dumpen van rommelobligaties (met hoge rendementen en risico's) in 2015 draagt bij aan alle onzekerheid. Aan het begin van de crisis in 2008 kwamen rommelobligaties slechts tot een totaal van 709 miljard dollar. Toen investeerders er afstand van begonnen te nemen was dit bedrag gestegen tot 1,3 biljoen. Als gevolg daarvan nadert de verhouding tussen het schuldenrisico en de bedrijfswinsten een nieuw hoogtepunt. De haperende aandelenmarkt tempert de euforie van de investeerders.
In juni 2015 waarschuwde ik: "Momenteel zijn er 65 deals van durfinvesteerders van elk meer dan 1 miljard dollar (volgens CB Insights zelfs 107) die fondsen onttrekken aan pensioenfondsen, beleggingsfondsen en hedgefondsen. Hoe hoog het aantal ook is, we zijn het erover eens dat de totale kapitalisatie van deze investeringen in firma's die weinig meer dan start-ups zijn de kapitalisatie van gelijkaardige dotcombedrijven die in 2000 in rook opgingen evenaart of overtreft.
De nieuwe start-ups kregen in 2015 echter met veel tegenwind te maken, vooral in de technologie- en internetsector. De Wall Street Journal schreef: "Technologie- en internetbedrijven die in de VS de markt opgingen trokken in 2015 9,5 miljard dollar aan, tegen 40,8 miljard in 2014. Het aantal beursintroducties nam met 29 tegen 62 met meer dan de helft af."
De rendementshongerige investeerders hebben zich duidelijk misrekend, zoals ook de huidige scherpe daling op de technologiebeurs NASDAQ aantoont. Natuurlijk wordt de Amerikaanse economie ook fel geraakt door mondiale ontwikkelingen: de Chinese economie is wankel en die van de EU stagneert. De groei in Canada vertraagt en de Russische en Braziliaanse economieën gaan sterk achteruit.
De binnenlandse consumptie was een reddingsboei voor de Amerikaanse economie en bevorderde het bbp, maar de bron van het kapitalisme - winstgevendheid - blijft de voornaamste bron van zorg. Het derde kwartaal van 2015 gaf op jaarbasis berekend de grootste winstdaling te zien sinds de ineenstorting van 2008. De winsten in het derde kwartaal waren 1,1 procent lager ten opzichte van het tweede en 4,7 procent lager dan in hetzelfde kwartaal van 2014. De aanhoudend negatieve trend is overduidelijk.
In Barron's (21 december 2015) merkte David Levy van het Jerome Levy Forecasting Centre terecht op: ... "maar de daadwerkelijke oorzaak van de verzwakkende economie is het teruglopen van de winsten. Mensen gebruiken de uitdrukking 'winstrecessie' maar er kan geen winstrecessie zijn zonder een echte recessie. Ik zie dat de ontwikkeling vertraagt als gevolg van die winstafname."
Het verbaast me dat progressieve economen onder wie marxisten en zelfs communistische partijen de bron van de voortdurende en zich nu weer verdiepende kapitalistische crisis vinden in 'overproductie' of een daling van de consumptie of vraag. Deze opvatting is een overblijfsel van een vroeger pre-monopolistisch tijdperk van de keynesiaanse invloed op het marxisme en de bredere linkse beweging. De 'overproductie' die van toepassing is op een kapitalistische crisis is de overproductie van kapitaal die geen winstgevende bestemming kan vinden zonder het accummulatieproces in de war te schoppen.
Theorieën die op de vraag gebaseerd zijn vormen de hoeksteen van de sociaaldemocratische crisistheorie. Zeker, de bedrijfswinsten en de consumptie stagneren of dalen momenteel, echter niet als leidende indicatoren maar als gevolg van een algehele economische vertraging die veroorzaakt wordt door het vooruitzicht van minder winstmogelijkheden. Het is een daling van de winstvermeerdering of een daling in de winstvoet die ervoor zorgt dat kapitalisten op de rem trappen. Als de markten meer rendement vertonen (door het gunnen van een groter aandeel aan kapitalisten bijvoorbeeld) zullen de kapitalisten blijven investeren. Ze zullen de motor van de economie blijven voltanken, zelfs als ze geconfronteerd worden met tijdelijk stagnerende of dalende winsten. Natuurlijk zal het gebrek aan winsten de winstvoet vertragen. Het is echter de winst die het kapitalisme voortstuwt of het laat zinken bij afwezigheid daarvan.
Voor marxisten zijn het niet alleen de cijfers die de toekomst voorspellen, maar vooral de trends en patronen. De trends zijn overduidelijk negatief. Nu de middelen van de centrale bank grotendeels uitgeput zijn is het moeilijk een uitweg uit de steeds heviger crisis te ontwaren. Voor het komend jaar kunnen we alleen maar economisch zwaar weer verwachten.
Gezien de opkomst van extreem-rechts en de afwezigheid van radicaal-links in de meeste landen dreigt de economische crisis ons voor enorme politieke hindernissen te plaatsen. En gezien de alomtegenwoordige dodelijke conflicten en toenemende interimperialistische vijandigheid vereist het nieuwe jaar nog veel meer inzet voor vrede en sociale rechtvaardigheid. Deze inzet moet verdergaan dan de lapmiddelen die liberalen en sociaaldemocraten aandragen.
Bron: ZZ's blog, 8 januari 2015, vertaling Frans Willems.