Wil van der Klift
Het wordt de hoogste tijd om de gegroeide loonruimte ook daadwerkelijk te gaan benutten. Geld is er genoeg, alleen de strijd om hogere lonen wordt nog niet zonder schroom gevoerd. Staken en actievoeren lonen echter. In bedrijfstakken waar is gestaakt worden veel betere cao-afspraken gemaakt dan in sectoren waar de partijen alleen maar aan de onderhandelingstafel zitten.
Het gaat overigens om meer loon, maar ook om baanbehoud en meer werkgelegenheid. Het mag niet alleen gaan om meer geld. Er worden ook afspraken gemaakt over 'echte' banen, waardoor mensen met onzeker werk perspectief krijgen op een baan met meer zekerheid en een stabiel inkomen. Prima eisen, maar deze eisen zijn niet onderling uitruilbaar, zoals door de FNV-top herhaaldelijk geopperd.
Jarenlang waren acties vrijwel afwezig. Het zou slecht gaan met de economie en stakingen zijn dan niet voor de hand liggend. Alsof er geen klassenverschillen zijn. Alsof er zoiets bestaat als dé economie. De bedrijfswinsten bleven volop stijgen, de (klassen)tegenstellingen in ons land namen scherp toe. Het waren de werkenden, gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden die in koopkracht achteruitgingen, die de winstgroei van de bedrijven en bonussen van managers moesten betalen. De door de werkenden geproduceerde groei van de economische koek werd steeds onevenrediger verdeeld. De bedrijfswinsten groeiden, de koopkracht van de meerderheid van de bevolking daalde. Eenzijdige gerichtheid op baanbehoud stond voorop en werknemers en vakbeweging dachten er goed aan te doen de bedrijven te 'beschermen', veelal gelardeerd met de onjuiste vooronderstelling dat het met 'ons allen' goed zou gaan als het goed ging met het ondernemersklimaat.
In tijden van crisis zouden loonsverhogingen volgens ondernemers, overheden, media en vakbondstoppen ook niet de eerste prioriteit moeten hebben. Bescheiden pogingen om de koopkracht zoveel mogelijk overeind te houden waren het gevolg. De slogan van de FNV 'Koopkracht en echte banen' laat deze mentaliteit goed zien. De slogan van een klassenbewuste vakbeweging zou moeten zijn 'Lonen, uitkeringen en pensioenen omhoog, geld zat in de bedrijven; laat veroorzakers van de crisis de crisis betalen'.
Door de talloze verslechteringsvoorstellen van werkgevers, de voortdurende loonmatigingen en boosheid over bonussen is de actiebereidheid onder de vakbondsleden gegroeid, effectiever en succesvoller geworden. Volgens de FNV-leden hebben hun acties voor betere arbeidsvoorwaarden, vergeleken met vorige jaren, een verdubbeling van het resultaat opgeleverd. Door de acties is er daadwerkelijk een hoger loon uit de onderhandelingen gesleept dan bij cao's waarvoor geen actiegevoerd is. Maar die resultaten zijn nog veel te mager.
De gemiddelde loonsverhoging op jaarbasis is begin dit jaar gestegen naar iets boven de 1,5 procent, volgens de werkgeversvereniging AWVN. Dat is flink meer dan de afgelopen jaren. Alleen al dat cijfer toont de onevenredigheid aan in vergelijking met de bedrijfswinsten. Cao-coördinator Mariëtte Patijn van de FNV is echter zeer te spreken over de behaalde resultaten en verschuilt zich achter de werknemers. "Het is goed dat de bereidheid van werknemers om actie te voeren voor waardering meer dan verdubbeld is. Ook in bedrijven waar we het niet verwachtten, zoals bij kopieermachinefabrikant Xerox. Dit heeft gezorgd voor een duidelijke kentering. Na jaren achteruitgang breken we, waar actiegevoerd is, nu zelfs door die grens van 2 procent heen. Daar gaan we mee door. En dat moet ook, om onze economie weer op gang te brengen."
Dus op naar de 2 procent? En alleen als de werknemers dat willen? En weer verschuilen achter 'onze' economie. Wanneer nemen de PvdA-toppers in het bestuur van de FNV eens afstand van hun partij? Wanneer zien ze in dat het verraad van Kok, Blair, Schröder en andere sociaaldemocraten van de Derde Weg aan de wieg heeft gestaan van de opmars van de neoliberale afbraakpolitiek in Europa? Wanneer gaan ze een echt partijpolitiek onafhankelijke vakbondskoers varen? Wanneer gaan ze een klassengeoriënteerde vakbondspolitiek voeren?
De afgesproken loonsverhogingen liggen nog wel ver onder de - veel te lage - FNV-eis van 3 procent meer loon. De werkgevers klaagden eerder al dat die looneis veel te hoog is en geen enkel bedrijf dat kan betalen. Maar de werkelijkheid is dat er geld zat is en dat lonen van 3 procent en meer kunnen worden afgedwongen als niet wordt meegegaan met de huilende wolven in het bos.
Ton Heerts, huidig FNV-voorzitter, vertrekt per 1 juni 2016. De stoelendans is al begonnen. Het komende congres van de FNV in 2017 moet een nieuw bestuur opleveren. De FNV moet op zoek naar een voorzitterskandidaat en een nieuw dagelijks bestuur en ziet de noodzaak van een voorzitter en bestuur die de jeugd weten te inspireren.
Henri Polak richtte niet alleen in 1906 het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV) op, hij was ook een van de leiders die in 1894 aan de basis van de sociaaldemocratie stonden. Alle voorzitters van de FNV, en diens voorganger het NVV, waren PvdA'ers. Vóór de Tweede Wereldoorlog waren het SDAP'ers, de PvdA heette toen SDAP. Alleen de door de bezetter benoemde NSB'er Henk Woudenberg doorbrak de doorlopende keten gedurende een korte periode. Ook alle opvolgers van Henri Polak bekleedden voor deze partij bestuursfuncties, zoals burgemeester, Kamerlid en premier. Ton Heerts is eveneens PvdA'er. Mariëtte Patijn, een van de drie vicevoorzitters, en een paar andere mogelijke kandidaten, zijn ook lid van de PvdA.
Maar binnen de FNV groeit het aantal leden dat de klassenstrijd weer wil laten oplaaien. De volgende FNV-voorman zal daarom wel eens niet uit de kringen van de PvdA kunnen komen. De veelvuldig naar voren geschoven vicevoorzitter Gijs van Dijk heeft een sociaal-liberale GroenLinks-achtergrond. Hij wierp zich al in september vorig jaar op als kandidaat-opvolger van Ton Heerts. De 34-jarige bestuurder is pensioenexpert en campagneleider bij de FNV en behoort tot de school van Jesse Klaver. Een breuk met het neoliberalisme is van hem nauwelijks te verwachten. Als mogelijke uitdager uit niet PvdA-hoek wordt Ruud Kuin genoemd. Hij heeft er nooit een geheim van gemaakt dat zijn hart bij de SP ligt. De huidige vicevoorzitter en AbvaKabo-activist schuwt de confrontatie niet. Hij is een echte socialist van de oude stempel, een benadering die hij eerder terugvindt bij de SP dan bij de PvdA.
Hoewel de FNV en de PvdA nooit officieel met elkaar verbonden waren, zoals Labour en de TUC in Groot-Brittannië, waren er steeds personele banden. In tijden dat de PvdA in de regering zat vonden soms botsingen plaats, als de arbeidersklasse in het kader van bezuinigingen weer eens werd afgeknepen, maar dat hoorde bij het spel. Meestal functioneerde de PvdA en in haar kielzog de FNV als smeerolie voor het kapitalisme. PvdA en FNV haalden de allerscherpste kantjes af van het neoliberale beleid, maar waren als de dood om het kapitalisme daadwerkelijk aan te vallen. Wim Kok sloot in 1982 zelfs het beruchte loonmatigingsakkoord van Wassenaar.
Er is daarom nooit een FNV-voorzitter geweest die zijn lidmaatschap van de partij heeft opgezegd. Wel heeft het ertoe geleid dat zowel de NVV als de FNV een gematigde reformistische koers voer. Het was de basis voor het poldermodel dat functioneerde in de periode van economische groei, maar nu een sta-in-de-weg geworden is voor het agressieve kapitalisme in crisis.
Duidelijk is dat de FNV al enige tijd bezig is te radicaliseren. De grootste vakbond is niet akkoord gegaan met enkele grote cao's die andere (gele) bonden wel hebben ondertekend, zoals die voor de rijksambtenaren, het supermarktpersoneel, de mode- en sportbranche en uitzendbureau Randstad. Ook in de Rotterdamse haven gist het.
De FNV staat voor grote uitdagingen: de banen (met name in het middensegment) verdwijnen in een razend tempo door technologische vernieuwingen. Bovendien geven werkgevers steeds meer de voorkeur aan goedkopere flexibele krachten en stoten zij vaste banen af. De bond is daardoor tijdelijk in de verdediging gedrongen, maar begrijpt steeds beter dat een klassengeoriënteerde vakbond nodig is. Met de PvdA van de opvolgers van Kok, zoals Samsom, die passen in de internationale teloorgang van de sociaaldemocratie, is het einde van de innige verstrengeling van die partij met de FNV waarschijnlijk voorbij. Er wordt daarom driftig gezocht naar nieuwe, wat radicalere, vertegenwoordigers uit sociaal-liberale en nieuw-sociaaldemocratische hoek. SP of GroenLinks komen dan in het vizier.
De sociale zekerheid van een groot deel van de werkende mensen staat onder druk. Vast werk wordt flexibeler. Automatisering en robotisering zullen menselijk werk steeds meer verdringen. Hoe moeten de werkende mensen zich de komende jaren organiseren en wat is de nieuwe onderhandelingspositie? Kunnen vakbonden de nieuwe generatie werkenden nog vertegenwoordigen of zijn er nieuwe vormen van collectiviteit nodig? Deze vraag wordt steeds duidelijker opgeworpen (met name door de VPRO in Tegenlicht en in bladen als de Groene Amsterdammer). Deze benadering stelt dat de organisatie in politieke partijen en vakbewegingen uit de tijd is en geen toekomstperspectief heeft. Het gaat bij dit soort opvattingen om het opzetten van flexibele netwerken en (lokale) bewegingen, zogenaamd aansluitend op de maatschappelijke ontwikkelingen en groeiende maatschappelijke onrust. Wie er tegen is wordt afgeschilderd als ouderwets, conservatief en achterhaald.
Vakbonden zouden in dit soort 'moderne' opvattingen een cruciale rol hebben gespeeld bij de opbouw van ons stelsel van sociale zekerheid. Maar diezelfde vakbonden verzetten zich nu tegen het beschikbaar stellen van sociale voorzieningen aan de snel groeiende groep ZZP'ers. Kunnen zij de nieuwe generatie werkenden nog wel vertegenwoordigen of zijn er nieuwe vormen van collectiviteit nodig? Daarbij gaan dit soort opiniemakers voorbij aan het feit dat het groeiende leger ZZP'ers vooral het gevolg is van het neoliberale ondernemersoptreden. Met het grootste gemak van de wereld gaan zij uit van de in hun ogen onvermijdelijke ontwikkelingen. Van klassenstrijd hebben ze in die kringen nog nooit gehoord of zij hebben er een broertje aan dood. Maar bescherming van lonen en arbeidsrechten zijn cruciaal voor economische groei en het tegengaan van toenemende ongelijkheid. En daarvoor zijn linkse, progressieve partijen en vakbonden nodig... en communistische partijen die de strijd een klassengerichte oriëntatie weten te geven.
Partijen die niet nog eens meegaan in pogingen weer een nieuwe Derde Weg te gaan bewandelen, zoals lieden als Varoufakis en Paul Mason ons willen doen geloven.
Het nieuwe verhaal heet postkapitalisme. De zoveelste variant op het thema een andere wereld is nodig als het maar niet socialistisch is. De zoveelste variant op ideeën om het kapitalisme op te leuken. Een economie die is gebaseerd op coöperaties, zelfmanagement, lokale valuta, een werkelijke deeleconomie en een basisinkomen. Uiteraard wordt in dit soort verhalen vergeten dat de werkelijke machthebbers die illusies alleen overnemen als het niet ten koste gaat van hun macht. Zij zullen er wel de bruikbare initiatieven uitpikken. Intussen blijft de enige weg om aan de kapitalistische uitbuiting te ontkomen opbouw van strijdorganisatie in buurten, bedrijven en vakbonden.
Ton Heerts vreest terecht de vernietiging van het sociale stelsel. "Gladjakkers in de politiek en rechtse lui als secretaris-generaal Maarten Camps van Sociale Zaken praten al jaren over een voorzieningenstelsel, maar ze vertellen een half verhaal. Ze hebben het bewust niet meer over volksverzekeringen, zoals de AOW, en werknemersverzekeringen, zoals de WIA en de WW. Maar voorzieningen, zoals de bijstand, zijn een aalmoes van de wethouder. Daar is een toets voor, zoals de vermogens- of partnertoets. Bij de werknemers- en volksverzekering, waar de vakbeweging ook al honderd jaar voor gevochten heeft en die we deels zelf hebben opgericht, gelden die niet. Als we daarvan afscheid nemen, gaan we toe naar drie miljoen 'working poor'."
"Daarom willen we dat werknemers ook weer meebetalen aan de WW en dat werkgevers en bonden de regie over delen ervan terugkrijgen. Wie betaalt, bepaalt. En we moeten werkgevers kleur laten bekennen en zeggen dat ze het huidige sociale stelsel niet willen aantasten: die basisvoorziening van de AWVN is populistisch. We zijn er klaar voor dit via de straat uit te vechten."
Dat is het enig juiste antwoord. Jammer dat Ton Heerts aan dat gevecht op straat niet wil meedoen; deze wending richting klassenstrijd niet meehelpt vorm te geven. Wordt de grond te heet onder zijn voeten? Hopelijk wel. De arbeidersklasse moet intussen niet meegaan met de verhalen van verdwaalde intellectuelen die los van enige organisatie en losgeslagen van de ankers in de werkelijkheid oproepen hun illusies te volgen. Strijd is de enige weg voor de arbeidersklasse!