Zoltan Zigedy
De heersende stroming binnen het liberalisme en de daarbij behorende 'helden' zijn onderdeel van het dorre, kille culturele en intellectuele landschap, dat is overgebleven na tientallen jaren overwicht van rechts en terugtrekkende bewegingen van links.
Door het opzijschuiven van het 'New Deal'liberalisme [1], dat doelen beoogde als het garanderen van een minimale levensstandaard en een beperkte mate van sociale oorlogsvoering en klassenmobiliteit [nvdr: mobiliteit tussen sociale klassen], aanvaardde het liberalisme de dominantie van de markt en zijn zegen van de onvermijdelijkheid van ongelijkheid. Het nieuwe evangelie van het liberalisme verkondigt dat economische groei en marktwerking goed voor iedereen zullen zorgen, zolang de overheid maar de private sector 'motiveert'. Deze ideologie werd omarmd door de New Democrats, die overwonnen binnen de Democratische Partij tijdens en na de regeringsjaren van Reagan.
Tegelijkertijd verschoof in de periode na het Watergate schandaal [nvdr: verkiezingsfraude 1972, Nixon was president], de sociale basis van de Democratische Partij, van kiezers uit de arme, werkende klasse (de traditionele basis voor de partij tijdens het grootste deel van de 20e eeuw) naar de professionals en middengroepen in de stedelijke centra en de slaap- of forenzensteden. De problemen die deze laatstgenoemde, steeds dominantere en invloedrijkere bevolkingslaag bezighouden, verdrongen de aandacht voor de New Deal en voor de zorgen waar het grootste deel van de bevolking mee te kampen heeft, zoals: huisvesting, segregatie, openbaar onderwijs en onderwijsongelijkheid, institutioneel racisme en seksisme, diep gewortelde armoede en de daaruit voortkomende sociale problemen, banen, vakbondsvertegenwoordiging, gezondheidszorg, publieke goederen en diensten, enzovoort.
In plaats van deze problemen aan te pakken benadrukten zowel de liberalen als de Democratische Partij de belemmeringen die de volledige realisatie van de 'American Dream' in de weg zouden kunnen staan. De liberale agenda van vandaag de dag richt zich op problemen als 'glazen plafonds', levensstijlkeuzes en andere zaken die van invloed zijn op de veiligheid, zekerheid en vrijheid van de midden- en hogere bevolkingslagen. Degenen die daar niet toe behoren moeten het doen met tweederangs scholen, tweederangs gezondheidszorg, tweederangs buurten en tweederangs voorzieningen. Moderne liberalen hebben deze verschuiving sluw verdoezeld, door een kunstmatige klasse te creëren, de middenklasse, waarmee wordt gesuggereerd dat gezondheidswerkers, werkers in de horeca en 'sweatshop'arbeiders tot een en dezelfde klasse behoren als artsen, advocaten en financieel managers. Voor degenen die buiten deze brede, betekenisloze 'klasse' vallen biedt de Democratische Partij de vruchten van vrijwilligerswerk en liefdadigheid, zoals verwoord in haar 2012 Platform 2012 [2].
Het is dan ook geen verrassing dat er een groeiende afstand is tussen enerzijds de liberalen en Democratische Partij en anderzijds de grote meerderheid van de werkende en arme bevolking in de VS, die hard is geraakt en onzeker gemaakt door de economische crisis, die tot een hoogtepunt kwam in 2008. De voorverkiezingen in 2016 en de opkomst van zowel Bernie Sanders als Donald Trump tonen deze kloof, alhoewel de meerderheid van de liberalen afwijzend staan tegenover beiden. Een recente column van columnsite Katha Pollitt in weekblad 'The Nation' [3] (Why Didn't Bernie Get Me, 23/30 mei 2016) illustreert deze groeiende kloof. Het moet gezegd worden dat Pollittal heel lang liberaal is en een die, in het verleden, vaak de 'oude democraten' steunde tegenover de nieuwe generatie democraten. In een column uit februari geeft ze toe dat ze terugkeert naar haar electorale keuzes uit het verleden. Maar net zoals bij andere liberale autoriteiten: motieven uit het verleden zijn niet de motor voor de hartstochten in het heden.
In een verkiezingsjaar waarin de strijdbijlen zijn opgegraven en waarin 'rebellen' hun pijlen richten op het hart van het establishment van beide politieke partijen, houdt Pollitt zich vreemd genoeg afzijdig van de verkiezingsstrijd. In de eerste alinea van haar column bekent ze: "ik heb nagelaten om de instructies te lezen op mijn 'absentee ballot' [nvdr: stembiljet voor personen die zich buiten hun kiesdistrict bevinden tijdens verkiezingen], waarop duidelijk staat dat het van een poststempel voorzien moet worden op de dag voor de daadwerkelijke voorverkiezing, en daardoor heb ik mijn kans om te stemmen gemist". Blijkbaar was de inzet bij de voorverkiezingen in de ogen van Pollitt niet van groot belang, in ieder geval niet groot genoeg om haar te bewegen haar stem uit te brengen.
Ze vervolgt met de uitleg waarom Bernie Sanders niet de stem heeft gekregen die ze uiteindelijk niet heeft uitgebracht. Eerst en vooral heeft senator Sanders last van de aandoening waar iedereen last van heeft die de Democratische Partij een nieuwe koers wil geven: een gebrek aan 'verkiesbaarheid.' Het is werkelijk wonderbaarlijk hoe dergelijke experts deze aandoening altijd diagnosticeren bij kandidaten die zij niet zien zitten. Dat is in het bijzonder wonderbaarlijk in het geval van Bernie Sanders, die 'veel meer verkiesbaar' lijkt in vergelijking met de Republikeinse kandidaat dan Hillary Clinton, zoals uit bijna iedere peiling naar voren komt.
Maar peilingen betekenen niets, als je aanvoelt dat het hier om iets anders gaat. In het bijzonder als je een smakeloze stoofpot opwarmt bestaande uit leeftijdsdiscriminatie, 'red-baiting' [nvdr: iemand beschuldigen van communistische sympathieën] en angst zaaien: "Ik geloof gewoon niet dat de Amerikanen klaar zijn voor een 74 jaar oude, zelf benoemde socialist met een lang ultra links CV, die hun belastingen aanzienlijk zal laten stijgen. Tegen de tijd dat de Republikeinen hem in hun greep krijgen is hij het liefdeskind van Rosa Luxemburg en de Ayatollah Khomeini, en dan is het 'Hallo president Trump'." Ik weet zeker dat deze hatelijke opmerking een geamuseerd gegiechel teweegbrengt op liberale cocktailparty's.
Maar voor Pollitt is de echte klacht Sanders' gebrek aan inzet voor vrouwenrechten. Tegelijkertijd erkent ze Sanders' steun voor een 'waslijst' van "kwesties die feministes na aan het hart liggen." En ze merkt op dat Sanders "in het Congres een goed stemgedrag heeft met betrekking tot deze kwesties." Dus waaruit blijkt dan zijn gebrek aan inzet voor vrouwenrechten?
"Er waren diverse kleine aanwijzingen', zegt ze. Pollitt's 'aanwijzingen' zijn subtiele beledigingen en nuanceringen, die academische liberalen aanduiden met de term 'micro beledigingen'. Ook al is senator Sanders' verleden onberispelijk, Pollitt is sceptisch wat betreft 'zijn hart'. Omdat zijn woordkeuze soms twijfelachtig kan zijn, omdat zijn staf qua sekse en etniciteit onevenwichtig is, omdat sommige van zijn aanhangers brute mannen kunnen zijn kan Pollitt niet zeker zijn van zijn oprechtheid.
Dit, in combinatie met een grote dosis 'Trump-angst', heeft ervoor gezorgd dat Katha Pollitt's stem, die ze niet heeft uitgebracht, niet naar Sanders is gegaan, ondanks het feit dat "zijn politiek in belangrijke mate dichter bij mijn politieke keuzes komt dan die van Hillary Clinton en zijn campagnevoor het Witte Huis inspirerend is", aldus Katha Pollitts.
Dit is liberalisme zonder ziel, een persoonlijke politiek die 'micro beledigingen' net zo zwaar weegt als de kwesties van leven of dood waarmee miljoenen arme en werkende vrouwen en mannen dagelijks worden geconfronteerd.
Katha Pollitt en andere liberalen, inclusief Bernie Sanders, zouden kunnen laten zien dat hun inzet voor vrouwenrechten een smalle, bekrompen visie of politiek opportunisme overstijgt, door samen met anderen, mannen en vrouwen, stelling te nemen tegen de coup in Brazilië, die de eerste vrouwelijke president van het land, Dilma Vana Rousseff, van haar positie heeft beroofd. Een kliek van mannen heeft deze coup georganiseerd, zonder twijfel onder Amerikaanse aanmoediging, om haar de ambtsperiode te ontnemen die zij heeft verdiend bij de laatste verkiezingen. Deze wandaad heeft nog niet de aandacht kunnen trekken van de meeste VS-liberalen.
En vergelijkbaar, het nieuws over de wraakzuchtige aanklacht tegen Christina Kirchner, de ex-president van Argentinië, op basis van valse beschuldigingen is met grote onverschilligheid ontvangen door zowel de VS-liberalen als feministen.
[1] De Amerikaanse New Deal was het wetgevende programma van de Amerikaanse president Franklin Delano Roosevelt om de Verenigde Staten uit het slop van de Grote Depressie te trekken (Wikipedia)
[2] Om de vier jaar formuleert de Democratische Partij van de VS haar partijplatform, met daarin de ideeën en overtuigingen die de partijpolitiek als geheel bepalen. Het 2012 Platform is een verklaring over hoe de partij Amerika vooruit wil helpen tijdens de tweede regeringsperiode van president Obama. Het volgende platform volgt in de zomer van 2016.
[3] Katha Pollitt (1949) wordt op Wikipedia aangeduid als een Amerikaanse feministische dichter, essayist en criticus (soms ook aangeduid als activiste). Ze schrijft over politieke en sociale kwesties, zoals abortus, racisme, welvaartshervormingen, feminisme en armoede. Zij schrijft onder meer columns in het weekblad 'The Nation', opgericht in 1865, met kantoren in Washington DC, Londen en Zuid-Afrika. Volgens Wikipedia bestaat het wereldwijd gelezen weekblad uit progressief politiek en cultureel nieuws, opinies en analyses.
Bron: (ZZ's blog), 19 mei 2016, vertaling J. Bernaven.