"(...) In de strijd tegen de werkende bevolking gebruikt het monopoliekapitaal de rechtse leiders van de sociaal-democratische partijen, die de arbeidersklasse scheuren, de arbeidersbeweging verzwakken en in overeenstemming trachten te brengen met de belangen van de bourgeoisie. Onder de rechtse leiding drijft de politiek van de sociaal-democratie steeds verder af van het marxisme, van het socialisme. In hun nieuwe programma's hebben de rechtse sociaal-democraten niet alleen het 'uiteindelijke doel' en de klassenstrijd verworpen, maar zelfs de burgerlijke nationalisatie van de productiemiddelen. 'De oude vijand, kapitalistische uitbuiting, werd nauwelijks meer dan oppervlakkig vermeld', schreef de Times (20 juli 1959) in verband met het Hamburgse congres van de Socialistische Internationale in juli 1959. De strijd tegen het communisme en de verdediging van de anti-Sowjet oorlogspolitiek van het imperialisme - dat was de voornaamste lijn die op het congres gevolgd werd. Het anti-communistische standpunt van de Amerikaanse vakbondsleiders, die de rol van de rechtse sociaal-democraten op politiek gebied spelen, is algemeen bekend. Zij geven jaarlijks enorme bedragen uit (het geld van de Amerikaanse arbeiders) aan de strijd tegen de communistische beweging. De rechtse sociaal-democraten voeren de wil van de bourgeoisie zo gewillig uit (en men zal dikwijls zien dat zijzelf uit families komen die tot de grote bourgeoisie behoren, om maar te noemen Attlee, Cripps Gaitskell, Guy Mollet), dat deze niet bevreesd is om aan hen het beheer van het land toe te vertrouwen. Het is een feit dat de Zweedse sociaal-democratische partij reeds 25 jaar de regering vormt, alleen of in coalitie met andere partijen, zonder enige schade voor het Zweedse monopoliekapitaal. (...)"
Uit: Het kapitalisme van de 20e eeuw, Eugen Varga, november 1959.