Gedicht: Begroting van het probleem
Henricus Azewijn
Begroting van het probleem
De kots komt uit de kelen
hing al gistend in de verontreinigde lucht.
Het kan het kapitaal niets schelen
gaat het probleem niet verder dan een gerucht?
Braaksel om pap van te lusten
gaat het gemengd met het gevoel
dat hoort bij de vele, lege fusten:
geen woorden meer, het hoofd houden ze niet koel.
Nuchter moet je, hoor je te blijven
overgeven moet je je aan het gareel.
Geheel af moet je je, hoor je je te schrijven
al krijg je niet meer dan part noch deel.
In je keel steek je dus je wijsvinger
ter bevordering van het proces:
iedere concurrent, iedere mededinger
blijft zo wellicht overeind, in ieder geval bij de les.
De kotsbak wordt gedragen
bij de draagbaren brons, zilver en goud
om jezelf, ben je kapitalist, beter te verdragen
mis je in de pap toch wel wat zout...
Opgedragen, hierbij, de hóófdprijs
aan iedereen met het winnend lot.
Maar het kapitaal stelt wel als eis
dat, ondanks de overgave, niet iedereen komt aan bod.