Mooie vervormde wereld van de arbeid

Poging van een lezende arbeider om ondanks de vele digitale bomen toch het bos te blijven zien

i-001-002.jpg
Actie voor vast werk door Duitse bond Ver.di bij vestiging van internetwinkel Amazon. (Foto: ZLV)
i-006-007.jpg
Een collage van webbedrijven. Achter de verscheidenheid blijft er gewoon sprake van productie van meerwaarde en vindt als vanouds (zelfs toenemende) uitbuiting plaats. (Foto: Flickr/cc/http://cisorg.blogspot.com/2005/12/if-i-had-million-pixels.html)

Lothar Geisler

"Je zou er bijna hoofdpijn van krijgen, van alles wat zich in de toekomst ook in de producentenwereld aan stormachtige veranderingen aandient 'langs de keten van toegevoegde waarde'[1]: cyber-fysieke systemen CPS, Cyber Physical Production Systems (CPPS), Enterprise Resource Planning Systems (ERP-System), PPS (productieplannings- en besturingssysteem), Cloudworking, Crowdsourcing, enz. Waar gaat het hier in wezen om?

Zeker niet alleen om een nieuwe techniek, maar ook om een reorganisatie van de planning van het productieproces tot de verkoop. Kort gezegd: om de visie van een algemene netwerkkoppeling van (producerende en consumerende) mensen met (rekenende en producerende) machines in het WorldWideWeb, waarbij de machines, voorzien van sensoren, steeds meer data moeten verzamelen, deze steeds sneller moeten verwerken en zich steeds meer zelf moeten sturen. Daar waar vroeger menselijke beslissingen, menselijke ingrepen, dus arbeidskracht "tussengeschakeld" waren, regelen in netwerken gekoppelde "denkende apparaten" veel (schijnbaar) vanzelf, lopen om zo te zeggen op de "automatische piloot". Nog korter: in het "internet der dingen" (koelkast aan winkelier: de melk is op!) moet ook de industriële productie ingebed worden. (...)

Om het even welk nieuw etiket men op de huidige technische en organisatorische omwentelingen in de wereld van de arbeid plakt - "industrie 4.0", "smart factory", "office 2.0", "economie 4.0", "digitale transformatie", "tweede machinetijdperk", "digitalisering van de wereld van de arbeid", "industrieel netwerk"... - hun onveranderde essentie is - bij alle werkelijk nieuwe eigenschappen, bij alle overvloed aan werkelijk nieuwe (ook voor het marxisme als wetenschap) nog onbeantwoorde detailvragen - aan werkende mensen met een paar klassieke begrippen voldoende begrijpelijk te maken, begrippen als bijvoorbeeld "automatisering", "flexibilisering", "rationalisering", "intensivering" en "winstmaximalisatie".

Als lezende arbeider moet je dan ook niet onder de indruk raken van elke "alles-is-zo-nieuw"-hype. Vooral om twee redenen. De eerste: de motieven en drijfveren van het kapitaal, die achter de concrete dingen en nieuwe ontwikkelingen zitten, zijn en blijven de oude. De tweede: zo kan aanschouwelijker het verband gelegd worden met de tot op heden opgedane (klassenstrijd-)ervaringen rond 'industriële revolutie' en met de tot nu toe ontwikkelde organisatieconcepten en -instrumenten. Want, hoe belangrijk alle nieuwe strijdervaringen van bijvoorbeeld de "nieuwe klikarbeider" of van de collega's bij internetwinkel Amazon ook mogen zijn, de vroegere ervaringen verliezen hun betekenis immers niet.

En wat is dan deze oude, onveranderde essentie? Bijna 30 jaar geleden, toen het bondgenootschap tussen marxistische wetenschappers en de arbeidersbeweging nog hechter was en beide nog sterker waren, formuleerde André Leisewitz het zo: "... nieuwe arbeidsmiddelen die bepaalde vormen van menselijke activiteit vervangen, maar instrumenten van menselijk handelen zijn ..., worden onder kapitalistische klassen- en eigendomsverhoudingen als productieve krachten van het kapitaal ontwikkeld, zijn als zodanig geen "neutrale" techniek, maar middelen tot intensivering en economisering van de kapitaalreproductie, hetgeen de vormgeving van de manieren waarop ze in bedrijven worden ingezet en gebruikt, wezenlijk beïnvloedt. Hun universaliteit heft hun band met het belang van de individuele kapitalist om ze productief te maken niet op, hun toepassing beweegt zich veeleer binnen de tegenspraak tussen de rationaliteit van het individuele bedrijf en de concurrentie in de gehele samenleving. Ze zijn instrumenten van kapitalistische, op intensivering van loonarbeid gerichte rationalisering, en geen middelen tot bewuste, geplande ontwikkeling van de persoonlijkheid en de productieve krachten van individuen." (IMSF Jahrbuch 13, 1987)

Wie verbaast zich dan dat het Duitse werkgeversverbond BDA in mei 2015 bij zijn standpuntbepaling inzake digitalisering weer voluit inzet op de logica van concurrentie en locatie, en nieuwe kansen ziet voor een nog offensievere deregulering van de arbeids-, sociale en medezeggenschapsrechten, voor een flexibilisering van de arbeidstijden en een afbraak van de overgebleven sociale voorzieningen: dus meer uitzendwerk, meer zzp-achtige contracten, meer tijdelijke banen. In plaats van een arbeidsdag van maximaal 8 uur moet er een werkweek van maximaal 48 uur komen. Het vennootschapsstatuut moet aangepast worden aan de te voorziene hogere snelheid van besluitvormings- en veranderingsprocessen.

"Vertragingsmogelijkheden" - bedoeld worden medezeggenschapsrechten van ondernemingsraden - moeten worden afgebroken. Dat is ook wat mevrouw Merkel er als "marktconforme democratie" door wil krijgen. En als de BDA-baas dat allemaal zegt, dan vergiftigt hij op geen enkele wijze de debatten rond arbeid 4.0 (...). Hij verduidelijkt veeleer: het belang van het monopoliekapitaal is het gif dat met het oog op de totale ontwikkeling van de productiekrachten heel deze zorgwekkende destructie veroorzaakt. Het belangrijkste probleem is niet de wetenschappelijk-technische revolutie, maar de hoogstnoodzakelijke sociale. (...)

Over de vragen of en in welke mate potentiële kansen [van de wetenschappelijk-technische revolutie voor de wereld van de arbeid] realiteit worden en of en in welke mate reële risico's ingedamd kunnen worden, beslist enkel en alleen de maatschappelijke krachtsverhouding, de mondiale machtsverdeling tussen monopoliekapitaal en arbeid. En alles wat op bedrijfsniveau, in cao's of via wetgeving veroverd is of nog veroverd kan worden, kan weer verloren gaan, bijvoorbeeld als de vrijhandelsverdragen TTIP en CETA niet tegengehouden worden. En als we hier samen met de vakbonden niet meer verzet ontwikkelen.

Wat dat betreft, moet natuurlijk ook de huidige toestand van de wereld van de arbeid in Duitsland (en daarbuiten) gezien worden als het resultaat van deze reële machtsverdeling en ook van de vakbondsstrategieën in de afgelopen "neoliberale" decennia. Al het toekomstige bouwt daarop voort! (...)

Toen marxistische wetenschappers in de jaren 1980 twistten over de toen al te voorziene omwentelingen en over de beheersbaarheid van de wetenschappelijk-technische revolutie, hadden ze het altijd over de "vervormde ontwikkeling van de productiekrachten". Het is hier niet de plaats om deze debatten in detail na te lopen. We zouden ze echter wel weer moeten oppakken en ze voor de huidige debatten benutten - en we zouden ook nauwere samenwerking met marxistische wetenschappers moeten zoeken - om zo de ontwikkeling van de productiekrachten beter te begrijpen en hun vervormingen, respectievelijk de oorzaken daarvan met meer succes te kunnen bestrijden. Want dat dergelijke vervormingen en destructieve tendensen niet minder zijn geworden, is onmiskenbaar. Om er in trefwoorden slechts drie te noemen:

  1. De trend om alle levenssferen "tot-koopwaar-te-maken" en te privatiseren ten behoeve van het kapitalistische "verdienmodel" is ondanks of dankzij alle kapitalistische crisisprocessen ongebroken en reikt tot in de genenpool van de natuur (zaaigoed, geneesmiddelen, enz.) en van de mens. Hij wakkert ook in hoge mate het fanatiek verzamelen van data op internet aan en heeft verreikende consequenties bijvoorbeeld voor de verzekeringsbranche (geïndividualiseerde tarieven, enz.).
  2. Het internet en zijn aanbod (inclusief het "systeem der systemen", van de datakabel, router, provider en centrale server) wordt door niet meer dan een handvol mondiale IT-monopolisten beheerst. Hun macht en hun "digitale dominantie" zijn ongeremd. En hun eigen toekomstfantasieën en plannen voor het verder in netwerken koppelen van de wereld zouden bij ons de alarmbellen moeten doen rinkelen.
  3. De militarisering van alle levenssferen, respectievelijk de invloed van het militair-industrieel complex (inclusief de geheime diensten) op onderzoek, ontwikkeling, gebruik van nieuwe technologieën en het wereldwijd veiligstellen van de daarvoor noodzakelijke grondstoffen is groter dan ooit. Hetzelfde geldt voor onderwijs, cultuur, media en het gebruik van het internet voor militaire en andere doelen, bijvoorbeeld machtsbehoud en massamanipulatie.

Wat ik met deze voorbeelden alleen maar wil aanduiden: de horden die we met zijn allen moeten nemen, zijn hoger en vereisen veel meer tegenmacht van vakbeweging en samenleving (en dan wel gekoppeld in een internationaal netwerk) dan met een vrolijke 4.0-upgrade van "sociaal partnerschap", "co-management", "humanisering van de wereld van de arbeid", "bondgenootschap voor arbeid" of "locatienationalisme" überhaupt bereikt kan worden voor "goede digitale arbeid". Dat de mensen "hun stofwisseling met de natuur rationeel regelen, onder hun gemeenschappelijke controle brengen ...; die [stofwisseling] met de geringste krachtsinspanning en onder de voor hun menselijke natuur meest waardige en meest adequate voorwaarden realiseren". (Marx, Het kapitaal, deel III, hoofdstuk 48) is nog steeds doel en maatstaf voor onze politiek. (...)

Noot

[1] Onder toegevoegde waarde verstaan burgerlijke economen de omvang waarmee de waarde van de output van een productie de waarde van haar input overtreft. Zij spreken van kringen, ketens of netwerken van toegevoegde waarde en laten graag in het duister wat waarde is en hoe die vergroot wordt - namelijk door arbeidskracht! Vakbondsleden en linkse mensen doen er goed aan om dat altijd te benadrukken, voordat ze zich van dit woordgebruik bedienen.

Bron: Marxistische Blätter 3-16, pag. 38-45
Vertaling: Louis Wilms.