Macht

Wil van der Klift

Het was in de periode toen Den Uyl premier werd. We zaten in de auto van de voorzitter van het buurthuis waar ik toen werkte op weg naar zijn villa ergens in de Achterhoek. Ooit, vlak na de oorlog, had hij een groep tieners uitgenodigd om op kracht te komen in zijn huis. Er heerste armoede en schaarste in de wijk waar het buurthuis toen - in 1948 - werd gevestigd.

Zoals dat in kringen van de verlichte burgerij toen wel meer voorkwam werd er aan weldadigheid gedaan. Met het naderende einde van zijn voorzitterschap in het verschiet leek het hem leuk nog eens een groep jongeren uit te nodigen. Samen met een collega was ik op weg naar zijn riante stulp. De man bleek naast voorzitter van de Hoge Raad ook aardappelboer te zijn. Hij had een aardappelveredelingsbedrijf.

Op weg naar zijn woning vroeg mijn collega wat hij wel vond van het feit dat Den Uyl premier zou worden nu de sociaaldemocraten de verkiezingen hadden gewonnen. Hij antwoordde met een tegenvraag: "Wat er dan wel aan de hand was?" Hij vond de verkiezingsuitslag en het feit dat Den Uijl premier werd van geen enkel belang. Geen reden om er serieus over te praten zelfs. Mijn collega vond dat schokkend want de kranten stonden er vol van. Het was het gesprek van de dag. Ik verbaasde me minder maar keek toen toch wel op van dat droge antwoord.

Enige tijd daarna hadden we een groep jongeren bij elkaar die naar zijn huis zou gaan om een week vakantie te houden in de Achterhoek. Prachtig huis, aardige vrouw en voorzieningen op maat. Naast het tentenkampje dat wij ergens op het grote terrein - voldoende veraf van het woonhuis - konden opzetten had men al wc's laten graven. We mochten zelfs gebruikmaken van zijn sauna aan het binnenmeertje op het terrein. Omdat we fietsen mee hadden waren we ook grote delen van de dag weg en kon mogelijke overlast worden vermeden.

Toch lukte dat maar ten dele. Jongeren in die tijd waren niet meer slaafs, stonden niet meer met de pet in de hand hun dankbaarheid te tonen. Integendeel. Die jongeren waren moeilijk te leiden. Daar had je de handen aan vol. Zij werden ook niet aangezet tot onderdanig gedrag door de buurthuisleiding. Die probeerde ze hooguit bij te sturen opdat de problemen niet helemaal uit de hand zouden lopen. Kortom er waren toch teveel tegenvallers voor de familie. We moesten dus weg.

Maar uiteraard werd voor een alternatief gezorgd. De moderne heersende klasse probeert netjes te onderdrukken. De groep werd verplaatst naar een terrein van een vrindje, een jonkheer, bekende van het koninklijk huis en zo. Toen we daar aankwamen was de jonkheer aan de arbeid in zijn bos. Hij stond, omringd door een aantal arbeiders met een motorzaag in zijn hand naar een boom te kijken en begroette ons met de woorden dat arbeid zo goed is, of woorden van gelijke strekking. De arbeiders om hem heen knikten en vervolgden hun werkzaamheden.

Het terrein waar we werden gedumpt bleek aanzienlijk groter dan dat van de voorzitter. Voor overlast was hier niet of nauwelijks een mogelijkheid. We konden de resterende dagen ver van de bewoonde wereld doorbrengen. Prima geregeld dus. Hoe het allemaal precies verder verliep weet ik niet meer, maar op een gegeven moment waren we weer allemaal thuis en bleek dat de jongens het al met al wel naar hun zin hadden gehad. Indertijd was ik ook niet goed in staat om die ervaring politiek te duiden en kon er daardoor ook niet goed met de jongeren over praten. Het bleef toen bij het beleven van dagelijkse dingen. En voor een groep stadsjongeren waren de ervaringen best interessant.

Voor mij leverde deze ervaring steeds meer een beeld op van de werkelijke verhoudingen in dit land. Dat ging stap voor stap. Er zitten uiteraard nogal wat politieke kanten aan dit reisje. Verlichte elite, voorzitter buurthuis en Hoge Raad, herenboer, adellijke contacten, bestuurlijke elite, groeiende kloof tussen goodwill van de elite en werkelijkheid in het land, geringschatting van het politieke spel in Den Haag.

Ik kwam al denkend de werkelijke machthebbers in dit land op het spoor en besefte gaandeweg steeds meer dat er inderdaad zoiets bestaat als een (tamelijk verscholen) heersende klasse die het land in haar greep houdt. Die de belangrijkste politieke functies controleert en beschikt over een grote financiƫle armslag. Zolang die elite haar gang kan en mag gaan verandert er niets wezenlijks in dit land en al zeker niet door parlementaire activiteiten. Hoezo een sociaaldemocraat als premier? Sinds die tijd weten wij niet beter. Alle opvolgers van Den Uyl braken de verzorgingsstaat verder af. Die doen precies wat de 'bovenbazen' willen, gevraagd en ongevraagd.