Op 30 augustus overleed Albert Schwertman op 90-jarige leeftijd. Albert was één van de boegbeelden van het communisme in Oost-Groningen. Hij zat jaren in de gemeenteraad en was wethouder in Finsterwolde. Eerst voor de CPN, later voor de NCPN. In de machinefabriek NoordNed in Winschoten, waar hij tientallen jaren werkte, trad hij actief op voor de belangen van zijn collega's in de or.
Hij verenigde de ervaringen van de landarbeiders en de industriearbeiders in Oost-Groningen in zich: opgegroeid in de streek waar, toen hij drie jaar oud was, landarbeiders maandenlang staakten voor betere arbeidsvoorwaarden, waarbij gepoogd werd dit met geweld neer te slaan en Eltjo Simons het leven verloor. De streek waar, toen hij zeven jaar oud was, reeds een ondergronds sociaal politiek netwerk werd opgebouwd om, na het aan de macht komen van de nazi's in 1933, politieke vluchtelingen uit Duitsland de grens over te smokkelen en op te vangen.
In de streek waar later in de oorlog, toen hij 15 jaar oud was, door communisten onder wie zijn vader actief werd deelgenomen aan het verzet tegen de bezetter. De streek waar, toen Albert 25 was, de gemeenteraad, waarin de CPN de absolute meerderheid had behaald, werd ontbonden en twee jaar lang een regeringscommissaris de gemeente bestuurde. In de streek waar, toen Albert in de 40 was, arbeiders in de strokartonfabrieken geruchtmakende acties en stakingen organiseerden voor betere arbeidsvoorwaarden en behoud van werkgelegenheid. Albert was weliswaar geen landarbeider, maar als je bij hem op bezoek kwam moest je toch altijd zijn zeer productieve groentetuin bij zijn huis bewonderen!
Zijn lijfspreuk was: "Als je iets met strijd hebt veroverd, dan moet je nog harder knokken om het te behouden." En deze uitspraak kwam direct voort uit zijn eigen ervaringen in zijn politieke loopbaan: de strijd voor en resultaten met de verbetering van de arbeidsvoorwaarden en het levenspeil van arbeiders in de naoorlogse periode van wederopbouw. Maar vooral ook de - nu nog steeds! - voortgaande afbraak van deze verworvenheden toen na de 'val van de muur' de krachtsverhoudingen op wereldschaal steeds meer ten gunste van het grote kapitaal van de multinationals waren opgeschoven.
Albert bleef trouw aan zijn communistische opvattingen, waaronder die van absolute noodzaak van eenheid van de arbeidersklasse om successen te kunnen boeken op de klassenvijand. Hij ging dan ook niet mee in de scheuring die enkele leden van de partij in Oost-Groningen provoceerden toen ze daar de VCP oprichtten.
Albert was naast zijn onwankelbaar communist zijn een blijmoedig mens en zeer communicatief naar anderen. Hij wilde zijn opvattingen dan ook graag met velen delen in talloze voorbeelden en eigen ervaringen. Dat bleek ook toen in 2001 de partij een week lang een 'Marxistische Zomerschool' in Reiderland organiseerde. Hij leidde de deelnemers in een sociaal toeristisch uitstapje enthousiast langs de vele locaties in de streek waar sociale en politieke strijd hadden plaatsgevonden. Hij bracht op zijn eigen kenmerkende wijze de geschiedenis van strijd in Oost-Groningen tot leven.
Voor het partijbestuur van de NCPN,