Wil van der Klift
Volgend jaar vinden niet alleen Kamerverkiezingen plaats. De FNV houdt op 10 en 11 mei ook haar vierjaarlijkse congres en kiest vooraf in februari een nieuw ledenparlement en een nieuwe voorzitter. De discussie over de nieuwe FNV-voorzitter is al losgebarsten. Vooral in negatieve zin. Mogelijke -jonge - kandidaten als Lilian Marijnissen en Ron Meier verkasten om verschillende redenen al eerder naar de SP. Zij achten het parlementaire politieke werk kennelijk belangrijker dan de strijd van en binnen de vakbeweging. De dagelijkse strijd aan de basis in de bedrijven is taai en levert weinig persoonlijk gewin, maar blijft het fundament voor de vakbeweging.
Van een opportunistisch karakter is de desertie van Gijs van Dijk. Van PvdA via GroenLinks weer terug bij de PvdA. Lodewijk Asscher hoeft hem maar te roepen en hij laat zijn partij (weer) in de steek en ook zijn kandidatuur voor het voorzitterschap van de FNV. De eigen carrière is kennelijk belangrijker dan het collectieve vakbondsbelang. Asscher, kansrijk kandidaat-lijsttrekker voor de PvdA, heeft nu ook een jonge vis met vakbondsachtergrond aan de haak geslagen. Voor de noodlijdende PvdA, op zoek naar jong talent en mensen met een herkenbaar vakbondsverleden, kan Van Dijk als stemmentrekker dienen. SP en PvdA proberen elkaar op alle punten te overtroeven. Wat zou het geworden zijn als Van Dijk wel was gebleven? Zo'n draaideur kan maar beter weg zijn uit de FNV-leiding. De suggestie dat hij over vier jaar weer een gooi naar het voorzitterschap zou willen doen moet met kracht van de hand worden gewezen.
Toch blijft de route naar de kandidaatstelling ook eigenaardig. Sinds 11 september 2015 - toen nog lid van GroenLinks - riep Van Dijk van de daken dat hij FNV-voorzitter wilde worden. De discussie in het Dagelijks Bestuur van de FNV speelt al langer en de kandidatuur van Han Busker was in bestuurlijke kringen al enige tijd aan de orde. Maar pas vlak voor de sluitingstermijn voor de kandidaatstelling haakt Van Dijk af en wordt Han Busker - lid van de PvdA - plotseling ten tonele gevoerd. Het Dagelijks Bestuur van de FNV zag zich kennelijk geconfronteerd met een dilemma over de kandidatuur binnen de eigen groep. Han Busker kwam dus als geroepen, van buitenaf - gepland of niet. Hij lijkt een goede overgangsfiguur. De juiste PvdA-papieren, niet besmet met een lang FNV-verleden. Zijn geschiedenis lijkt erg op die van Ton Heerts, maar hij schijnt te kunnen verbinden en op het juiste tijdstip ook te kunnen doordouwen. Om die reden zal hij door het Algemeen Bestuur wel unaniem zijn voorgedragen. Ook door de progressieve leden van dat bestuur. Moe, onoplettend, niet bij machte van koers te veranderen? Overvallen door een 'coup', het blijft nog raden, maar er moet nog wel het nodige worden opgehelderd.
We zullen het allemaal nog wel eens horen. Is er gekeken of de voormalige voorzitter van de politiebond NPB wist van de uitjes en braspartijen van de voormalige COR-voorzitter? Dat moet toch minstens tot de bodem worden uitgezocht of hopelijk al zijn uitgezocht. Als er enige relatie kan worden gelegd tussen de affaire die inmiddels heeft geleid tot het voltallig aftreden van de gehele COR, en de voormalige voorzitter van de NPB, kan dat tot ernstige schade leiden voor de FNV.
Dan is er nog de vraag waarom pas op de sluitingsdag nog twee nieuwe kandidaten met een 'flexibele' achtergrond zich kandidaat stelden. Willen zij een brug slaan tussen vast en flexibel werk, de modieuze nieuwe trend? Kon dat niet eerder, zagen zij hun kans schoon? Door wie worden ze gesteund?Hebben zij oprechte plannen, zoals uit hun stemoproepen zou kunnen blijken? Erg veel vragen, nog weinig overtuigende antwoorden. Veel papier en weinig echte vakbondservaring.
Door alle 'intriges' en persoonlijke 'spelletjes' zouden we nog bijna vergeten dat de ideologische strijd binnen de vakbeweging nog lang niet is gestreden. Dat nog talloze werkvragen moeten worden beantwoord. Nog veel te vaak spelen mensen zonder achterban en zonder strijdervaring hun conservatieve rollen binnen de bond. Maar het belangrijkste is en blijft het feit dat honderden vakbondsleden, kaders en bestuurders wél dagelijks aan de bak zijn en proberen de eenheid van alle werkenden in de vakbeweging vorm te geven. Zij proberen het (vakbonds)bewustzijn, het politieke inzicht en het ledental te vergroten, ongeacht hun vaak verschillende politieke opvattingen, maar wel gericht op het maken van één sterke vakbondsvuist. Samen sta je sterk. Met respect.