Jan Ilsink
Sinds de zgn. 'banken-crisis' in de jaren 2008-2010 zijn in de burgerlijke media 'doemscenario's' over afloop van het financiële en maatschappelijke stelsel van de westerse wereld een terugkerend onderwerp. De laatste tijd duiken die scenario's weer vaker op. De zelfs voor de 'mainstream' onthutsende en ontluisterende verkiezingscampagne in de VS om het presidentschap heeft de doemdenkers nieuw voedsel gegeven. Niet zozeer omdat daarmee de verrotting van het kapitalistische politiek-economische systeem voor velen duidelijk aan het licht kwam, maar omdat de campagne en onzekerheid over de verkiezingsuitslag de onrust op de financiële beurzen en in de valutahandel ernstig zou aanwakkeren.
In Nederland verschenen eind oktober twee interviews in de NRC die passen in deze reeks van 'onheilsprofeten'. Eén met hoogleraar sociale en economische geschiedenis Bas van Bavel uit Utrecht: 'Vrije markt eindigt in ondergang'. En één met bioloog Marten Scheffer: 'De voortekenen van een omslag'.
Aanleiding tot het interview met Bas van Bavel is zijn recentelijk gepubliceerde boek 'The Invisible Hand'. Daarin betoogt hij dat maatschappijen met een vrijemarkteconomie op de lange duur geen welvaartsgroei meer kennen, en uitlopen op een scherpe maatschappelijke tweedeling en ondergang. Hij wijst erop dat samenlevingen ontstaan in perioden van onrust en strijd met als resultaat grotere gelijkheid tussen burgers, zowel op politiek als op welvaartsniveau. Maar na verloop van tijd maakt de 'vrije markt' de ontwikkeling van elites mogelijk. Die versterken hun posities verder met uiteenlopende dwangmiddelen en vinden uiteindelijk geen rendabele toepassingen meer voor hun opgepotte vermogens. Zij moeten kiezen voor speculatie of investeringen buiten die samenleving, hetgeen leidt tot verval en ondergang.
Volgens Van Bavel heeft dit egalitaire proces zich in Nederland voorgedaan met de Boerenopstanden zoals de Kennemer Opstand en de West Friese Opstand in de 12e en 13e eeuw. In de steden deed dit 'patroon' zich voor met het verzet van de gilden in de steden tegen landadel en clerus. In de zestiende eeuw werd echter een 'kantelpunt' bereikt toen rijke stedelingen grond opkochten, die vervolgens verpachtten en krediet gingen verstrekken. Dit leidde tot verscherping van de tweedeling, waarvan de oprichting van de VOC zowel uitdrukking als aanjager was.
De VOC kwam mede voort uit de laat middeleeuwse partenrederijen, samenwerkingsverbanden tussen de kapiteins, als eigenaar van het schip, en kleine investeerders. Bij de VOC was de kapitein loonarbeider geworden en bovendien uitvoerder (vooral in de koloniën) van het geweldsmonopolie dat de VOC van de staat had gekregen. Van Bavel ziet voor de huidige tijd het omslagpunt van een redelijk egalitaire samenleving naar scherpe tweedeling voor Nederland in de jaren '90, voor de VS in de jaren '60 van de vorige eeuw.
In zijn ogen kan deze spiraal alleen worden doorbroken door gelijkwaardige belasting van inkomen uit arbeid als uit vermogen. Maar voor inwilliging van deze - overigens weinig revolutionaire - eis zal volgens Van Bavel wel een sociale omwenteling nodig zijn om de marktelite te dwingen hun bevoorrechte positie op te geven.
In het interview komt ook Piketty ter sprake, die immers ook de scherpe tweedeling heeft geanalyseerd. Maar volgens Bas van Bavel heeft Piketty een relatief korte periode bestudeerd en kijkt zijn team naar ongelijkheid in veel langere tijdperken en bovendien in een groter maatschappelijk proces.
Daarom is het zeer opvallend dat Marx in het interview geheel ontbreekt. Marx heeft immers de processen die Van Bavel onderzoekt eveneens diep bestudeerd en in een omvattende maatschappelijke en politiek-economische context geplaatst. Van onwetendheid kan hierbij toch geen sprake zijn. Voorzichtigheid of verbod evenmin, want Marx is immers, zeker na de 'Lehman Brothers', nog steeds salonfähig.
Marten Scheffer doet onderzoek naar 'abrupte omslagen in complexe systemen'. 'Kantelpunten' in het klimaat, in samenlevingen, de menselijke hersenen, in meertjes. Ze doen zich niet vaak voor, maar dan wel met dramatische gevolgen. Bij zijn onderzoek gaat Scheffer uit van de wiskundige 'dynamical systems theory'. Daarbij heeft hij vastgesteld dat "de veerkracht van een systeem afneemt in de aanloop naar een kantelpunt. Dat zien we bij ecosystemen, de financiële markten, gezondheid." De systemen die hij bestudeert bevinden zich in een bepaalde evenwichtstoestand, die wel voortdurend 'duwtjes' krijgen: interne of externe invloeden, die door het systeem worden opgevangen waardoor het terugkeert naar evenwicht. Als dit snel gebeurt, is de veerkracht groot, gebeurt dit traag dan is oppassen geblazen. Middenin een verandering zijn deze patronen moeilijk te herkennen.
Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog waren "de mensen met hun kinderen bezig, ze hoorden flarden nieuws, allerlei details in een warrige wereld." (Niet alle mensen, de concentratiekampen in Duitsland zaten al vol met socialisten en communisten die wel doorgrondden wat er loos was, nvdr) "De fundamentele wetmatigheden uit de wiskunde helpen me een vinger te krijgen achter de vaak rommelige werkelijkheid. Die gelden niet alleen voor de biologie, maar voor alles, voor de wereld." Scheffer denkt de laatste tijd veel na over het denkproces zelf. Ook daarin herkent hij kantelpunten. Het boek van Nobel-prijswinnaar Daniel Kahneman uit 2011 'Thinking fast and slow' heeft hem daarbij erg geïnspireerd. "Het gaat om de twee modussen waarin je hersenen werken: de associatieve en de rationele." Die worden echter weinig in het maatschappelijk systeem aan elkaar gerelateerd. De voordelen in het scheppen van ruimte in werksituaties om werknemers na te laten denken worden door werkgevers niet erkend. Hierdoor wordt de veerkracht van het systeem, volgens Scheffer, ondermijnt.
Ook voor dit interessante interview en onderzoek van Marten Scheffer geldt: waar is de verwijzing naar dialectiek, het historisch en dialectisch materialisme van Marx en Engels? In feite richt het hele werk van Scheffer zich op onderzoek van dialectische processen. En waarom dan geen verwijzing daarnaar? Door onwetendheid, door demonisering van dit begrip? Onbegrijpelijk en wellicht ook gevolg van het afnemen van veerkracht in de huidige wetenschappelijke wereld?
Het is kennelijk tekenend voor de tijd waarin we leven dat de oproep van Marx 150 jaar geleden aan filosofen, wetenschappers, om de wereld niet alleen te verklaren, maar haar ook te veranderen, niet tot deze interessante wetenschappers is doorgedrongen. Laat staan een verwijzing naar Lenin. Die was immers niet alleen 'analist' maar ook voltrekker van 'kantelprocessen'.