Maarten Muis
Heel wat gezinnen balen van het ingevallen koude weer zo vroeg in de winter. Want dat betekent hogere stookkosten. Ik hoor om me heen geluiden dat die oplopen tot een paar honderd euro extra. Dit kan een gezin al de das om doen. De reserves zijn niet alleen zeer dun bij bedrijven die, zoals plotseling blijkt, de laatste twee maanden veel vaker failliet gaan. Ook een aanzienlijk deel van de Nederlandse bevolking staat dicht aan de rand van een situatie van onhoudbare schulden. En dat terwijl de schuldhulpverlening onder vuur ligt omdat ze niet veel kan betekenen in situaties van armoede door strikte regelgeving. Het ijs is dun.
De werkgelegenheid groeit op dit moment weer, maar kan niet verhullen dat een deel van de Nederlanders zich in een structureel slechte financiële positie bevindt. Armoede heeft in bepaalde delen van bijvoorbeeld Amsterdam een duidelijk gezicht. Pijnlijk zichtbaar wordt dat een deel van mijn stadsgenoten niet het niveau van zelfredzaamheid heeft om uit de schulden te blijven. En vaak ook niet de vaardigheden om de ingang voor de hulpverlening en de armoedevoorzieningen te vinden.
Het is pijnlijk dat het door de SP geregelde hoger gemeentelijk budget voor armoedevoorzieningen al enige jaren niet volledig uitgegeven kan worden. Sociaal beleid ziet er op papier mooi uit. De realiteit in buurten laat een veel rauwer beeld zien van groepen mensen die murw gebeukt zich afwenden van de maatschappij. Mensen die door het kapitalisme zijn afgeschreven en aan de kant zijn gezet laten zich door een vleugje sociale politiek niet snel opnieuw bij de maatschappij betrekken. Wat betekent het om in een maatschappij te leven die allerlei verwachtingen wekt, maar daar in het leven van bepaalde groepen niets van waarmaakt? Zij zijn het vertrouwen dan volledig kwijt.
Maatschappelijk afgeschreven zijn is compleet geïndividualiseerd zijn. Men ontmoet elkaar bij de voedselbank, maar iedereen wordt wijs gemaakt dat zij een uniek stukje eigen pech hebben meegemaakt. Mensen met problemen worden vooral snel naar een psycholoog doorverwezen, die dan aan de hand van specifieke stoornissen en zeer individuele karaktereigenschappen het 'maatschappelijk falen' gaat duiden.
Bredere maatschappijkritiek is al decennia geleden vakkundig van de universiteiten verwijderd en ingeruild voor modellen in de geest van het filosofisch pragmatisme. Zolang het op de korte termijn effect heeft, is het waar. Dieper zoeken naar welke waarheid er achter dat 'individueel falen' zit, wordt de pas afgesneden door snelle leerprocessen en oppervlakkige methodes om te kunnen omgaan met de eigen problematische situatie. Erich Fromm's boeken over vervreemding zijn bij de psychologen verdrongen door de op Amerikaanse ideologie gebaseerde zelfhulpboeken.
Steeds vaker krijgen jeugdzorgmedewerkers en de psychiatrische zorgmedewerkers te maken met cliënten die geen zin meer hebben in hulp en therapie, want hun aandacht en energie wordt vooral opgeëist door dagelijks bezig te moeten zijn om voldoende financiële middelen te regelen voor eten en andere levensbehoeften.
De nieuwe sociale zekerheid in de vorm van de Participatiewet verhoogt de stress bij groepen die door geestelijke en/of verstandelijke beperkingen niet meer kunnen overzien wat eerst aan te pakken. Er is vaak geen vangnet meer omdat het oude is wegbezuinigd en hoopvolle nieuwe initiatieven van onderlinge steun nog onvoldoende ontwikkeld zijn. Eenmaal zoekgeraakt in het sociale netwerk, is het heel arbeidsintensief om mensen erin terug te krijgen.
Er zijn gewoon steeds meer mensen 'zoek'. Die dan soms opduiken in de vorm van 'verwarde personen' en iedereen aan het schrikken brengen. Er is consensus dat sommige mensen langdurig steun en hulp verdienen, en die is er vaak ook wel voorhanden, maar ergens in de biografie van veel van deze mensen is het vertrouwen verdwenen. De vorige nieuwjaarsboodschap van de koning is steeds beter te plaatsen. Ook de heersende klasse maakt zich zorgen over de tikkende tijdbommen. Veel praten en schrijven over participatie is nu nog de gekozen oplossing.
Het wordt alleen steeds moeilijker mensen wijs te maken dat deelnemen aan de maatschappij goed is, als zij in materieel opzicht steeds maar weer door het ijs zakken. En dat de koude winter betekent dat zij bij de volgende afrekening van de energiemaatschappij opgezadeld worden met dat stukje meer schuld dat net het zetje richting afgrond is.