Solidariteit en pensioenstelsel in neoliberale hinderlaag

Jongeren en pensioengerechtigden: Ontwaak!

i-001-000.jpg i-004-010.jpg
Pensioendebat van FNV Haagsteden op 26 november jl. (Foto: Manifest/LS)

Jan Ilsink [1]

De in 1990 in Lissabon door de Europese regeringsleiders vastgestelde 'agenda' om de Europese economie concurrerend met die van de VS te maken betekende een aanval op de arbeidsvoorwaarden in landen van de EU. Deze 'concurrentie' moest immers worden gerealiseerd door verlaging van de 'kosten' van arbeid voor de ondernemers. In Manifest is hieraan herhaaldelijk aandacht besteed. Daarin werd keer op keer benadrukt dat verslechte- ringen in de duur en hoogte van de WW, verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar, rigoureus verminderen van vaste banen en introductie van 'pulpbaantjes', 'flexbanen' en het 'fenomeen' zzp-er direct voortkomen uit het trouw uitvoeren van deze 'Lissabon-agenda' door opeenvolgende regeringen in Nederland.

Dit afbraakbeleid om de 'arbeidskosten' te drukken wordt nog steeds onverdroten voortgezet: de voorgenomen vrijhandelsverdragen van de VS met de EU: TTIP en TISA en het gesloten verdrag met Canada, CETA, passen geheel in dit neoliberale beleid ten koste van arbeidsvoorwaarden en het levenspeil van de werkende bevolking in de EU.

Collectiviteit en solidariteit op de korrel

Ook het pensioenstelsel in Nederland [2] ligt onder vuur van de neoliberale kapitalistische elite, hun woordvoerders en beleidsmakers en hun hofhoudingen in de politiek. Zij zullen niet rusten voordat zij de honderden miljarden, collectief in een pensioenfonds beheerd 'uitgesteld loon', onder hun controle gebracht hebben. Om dit te bereiken is de aanval ingezet op de collectiviteit en solidariteit van de werkers, de pensioendeelnemers, die in een pensioenfonds worden vormgegeven. Collectiviteit en solidariteit zouden zeer nadelig zijn voor afzonderlijke deelnemers. Zij zouden beter af zijn met individuele pensioencontracten met talloze 'individuele keuzemogelijkheden', die recht zouden doen aan de persoonlijke wensen van elke pensioendeelnemer. Terwijl echter het Centraal Plan Bureau onlangs nog becijferde dat collectieve pensioenfondsen veel goedkoper en rationeler werken dan commerciële pensioenverzekeringen.

Tegenstelling jong en oud

Om solidariteit en collectiviteit van pensioenfondsen te ondermijnen wordt jong en oud tegen elkaar opgezet omdat ze grote tegengestelde belangen zouden hebben. Niets is te gek om dit zogenaamd te onderbouwen. Zo wordt het feit, dat jongeren worden afgescheept met tijdelijke contracten en flexbanen waarin geen pensioen wordt opgebouwd, aangevoerd om te onderbouwen dat pensioenfondsen daardoor op termijn niet meer kunnen voldoen aan hun uitkeringsverplichtingen. Het gebrek aan instroom van nieuwe deelnemers en premieafdragers zou hiervan de oorzaak zijn.

Dit is een geheel valse voorstelling van zaken want pensioenfondsen keren het uitgestelde, collectief beheerde, loon uit dat de gepensioneerde zelf in zijn of haar werkzame leven heeft bijeengebracht! Hierop heeft instroom van premies en het rendement daarvan van nieuwe deelnemers geen of nauwelijks invloed. Twintig procent van een individueel pensioen bestaat uit 'terugbetaling' van gespaarde premies, 40 procent uit rendement van beleggingen van de gespaarde premies tijdens de pensioenopbouw van zijn of haar werkzame leven en 40 procent uit het rendement van zijn gespaarde premies tijdens het pensioen.

Jongeren ook pensioen!

Inderdaad worden pensioenfondsen een uitstervend fenomeen als in arbeidsovereenkomsten geen pensioenopbouw wordt geregeld, en de premie van werknemer en werkgever(!) niet wordt afgedragen aan een collectief beheerd pensioenfonds. Dat deze arbeidsovereenkomsten geen uitzicht bieden op een pensioen zou een zeer alarmerend perspectief moeten zijn voor de contractanten, onder wie vooral jongeren!

Oplossing is niet, zoals CPB en andere slippendragers van de neoliberale elite suggereren, de pensioenen individualiseren en de collectief beheerde fondsen laten commercialiseren en uiteindelijk privatiseren. Want hoe dat afloopt laat privatisering en marktwerking in de Zorg zien: stijgende zorgpremies, dalende dienstverlening en steeds hoger eigen risico! Oplossing is daarentegen: afdwingen dat in alle arbeidsovereenkomsten de arbeidsvoorwaarde: pensioenopbouw, is opgenomen. Allen, vooral ook jongeren, moeten ervoor ijveren en erop toezien dat in alle contracten pensioenopbouw is geregeld! Jongerenorganisaties die optreden voor de belangen van jongeren zouden zich hiertoe aaneen moeten sluiten en samen met andere werknemers een vuist moeten maken om de aanval op het collectieve en solidaire pensioenstelsel af te slaan!

Doorsneepremie

Het huidige pensioenstelsel gaat uit van een 'doorsneepremie'. Dit wil zeggen dat elke deelnemer aan een fonds gedurende de pensioenopbouw een gelijk percentage van het inkomen aan pensioenpremie afdraagt. De hoogte van dit percentage hangt af van cao-onderhandelingen, waarin de door het fonds bepaalde premie wordt toegerekend naar werknemer en werkgever. Er waren (zijn?) bedrijfspensioenfondsen waarin de volledige premie door de werkgever werd betaald!

Een deel van het uit te keren pensioen komt uit het rendement over de bijeengebrachte premies tijdens de pensioenopbouw. Dit rendement is 'exponentieel' omdat het onmiddellijk weer wordt belegd en weer gaat renderen. Hierdoor is er een verschil tussen het rendement van premies die vroeg in de pensioenopbouw worden ingebracht en die welke later worden ingebracht. De vroeg ingelegde premies hebben immers langer obligatierente of dividend opgeleverd. Dit feit wordt nu, door de 'mijnenleggers' onder solidariteit, aangegrepen om het stelsel van doorsneepremie ter discussie te stellen en af te breken. Immers als werknemer A in zijn loopbaan alleen de eerste 20 jaar pensioen zou opbouwen en daarna bijvoorbeeld als 'zelfstandige' niet meer, dan krijgt hij of zij later eenzelfde pensioen als werknemer B die pas de laatste 20 jaar van zijn of haar werkzaam leven pensioen heeft opgebouwd, pensioenpremie heeft betaald. Terwijl de betaalde premies van pensioendeelnemer A veel langer hebben gerendeerd, dus hebben kunnen 'aangroeien dan die van pensioendeelnemer B. En het gelijke pensioen t.z.t. van werknemer A en van B zou 'oneerlijk' zijn!

Bom onder solidariteit

De solidariteit in het huidige pensioenstelsel houdt in dat het uit te keren pensioen (vooral) afhangt van het aantal jaren dat de pensioendeelnemer aan opbouw heeft bijgedragen. Niet of het goed of slecht heeft gerendeerd. Het rendement wordt collectief opgelost binnen het pensioenfonds door het bestuur, die daarbij wordt geadviseerd. Zij die azen op controle over de miljarden, voor wie 'marktwerking' heilig en solidariteit een gruwel is, noemen deze solidariteit 'oneerlijk'. Zij gebruiken het om een wig tussen jonge en oude werknemers te drijven. Want de bijeengebrachte premies van een jonge werknemer renderen langer dan die van de oudere werknemer (die weliswaar ook ooit jong is geweest!)

Het opheffen van deze 'oneerlijkheid' wordt door de slippendragers van de financiële elites in de politiek niet gezocht in mogelijkheden collectieve pensioenfondsen open te stellen of nieuwe op te richten voor werkers met andere arbeidsverhoudingen dan een 'vast contract': flexibel contract, zzp-er, enz. Nee, het opheffen van deze 'oneerlijkheid' wordt gevonden in het starten met lage pensioenpremies van jonge deelnemers (en voor hun werkgevers!!!), die dan gaandeweg gaan oplopen.

Fopspeen en klapsigaar

De bedoeling van het nieuwe premiestelsel - dat door het kabinet is omarmd en reeds in verschillende verkiezingsprogramma's is opgenomen en moet ingaan in 2020 - is dat het totale rendement van lagere, 'vroeg' ingebrachte maar lang renderende, premies vergelijkbaar is met dat van later ingebrachte hogere premies. Deze lagere premies voor jongeren is echter een fopspeen, want:

  1. a. lagere, in de cao af te spreken pensioenpremies voor jongeren, wil helemaal niet zeggen dat zij het 'vrijgekomen' deel van de premie ook zelf in handen krijgen en zij netto dus meer zullen overhouden. Dat is destijds gebleken bij verlaging van de ziektekostenpremie. Die leidde niet tot meer koopkracht maar tot verlaging van de lonen: vermindering van de arbeidskosten voor het bedrijfsleven! En zoals aangegeven blijft het neoliberale beleid gericht op verlaging van de 'kosten' van arbeid, ook bij de pensioenen, bijvoorbeeld door het 'realiseren' van een loonsverhoging door verlaging van het werkgeversdeel van de pensioenpremie: CAO Rijksoverheid 2015!
  2. b. Het leidt uiteindelijk tot lagere pensioenen, tenzij de hogere premies later het tekort van de lagere premies aan het begin gaan goedmaken. En dan is het niet alleen een sigaar uit eigen doos, want ze moeten later zelf het tekort gaan inhalen, maar ook nog een klapsigaar, want het verloren rendement door minder inleg aan premie in het begin valt nooit meer in te halen! Met lagere premies voor jongere werknemers halen de ondernemers dus opnieuw een slag binnen in het 'terugdringen van hun arbeidskosten' op rekening van de werknemers!

Zeggenschap

Waar bemoeit 'de politiek' zich mee? Pensioenen worden betaald uit collectief beheerd uitgesteld loon. Het gaat dus om poen van pensioendeelnemers zelf dat is bijeengebracht in een pensioenfonds. De zeggenschap van de deelnemers over het beheer van hun eigen geld is o.a. geregeld in hun vertegenwoordiging, via vakbonden, in de besturen van de pensioenfondsen. Dat ook werkgevers in deze besturen zijn vertegenwoordigd wordt uitgelegd als een tactische zet, om ook hen medeverantwoordelijk te maken voor het garanderen van voldoende uitbetaling uit dit fonds (via bijstorten in het fonds als dat nodig is hetgeen in het verleden via vakbondsdruk ook is gebeurd!).

De zeggenschap van pensioendeelnemers over hun collectief beheerde uitgestelde loon wordt ook gerealiseerd in de 'pensioenkamer' van elk fonds, waarin onderhandeld wordt over het beleid van het fonds, in het 'verantwoordingsorgaan', waarin de fondsen verantwoording moeten afleggen over hun beleid, in de pensioencommissie van het Ledenparlement van de FNV en in de adviescommissies pensioenen van elke sector in de FNV. In al deze organen zitten kaderleden die de zeggenschap van de deelnemers over hun eigen geld uitoefenen.

Zeggenschap effectueren!

Maar zijn de deelnemers aan pensioenfondsen zich ervan bewust hoe en door wie hun zeggenschap over hun uitgestelde en collectief beheerde loon wordt geëffectueerd? Is er voldoende democratische interactie tussen de deelnemers en hun vertegenwoordigers? Zijn de deelnemers (voldoende) op de hoogte van de betekenis van de 'doorsneepremie' voor henzelf en voor de solidariteit tussen alle werkers die bij een pensioenfonds zijn aangesloten? Houden zij hun vertegenwoordigers bij de les dat het om hun geld, hun uitgestelde loon gaat? Zijn zij en hun vertegenwoordigers doordrongen van de hinderlaag die is gelegd om de solidariteit tussen alle pensioendeelnemers te ondermijnen met als uiteindelijk doel individualisering van pensioenen en privatisering van de fondsen? Ik vrees van niet: Jongeren en pensioengerechtigden: Ontwaak!

[1] Jan Ilsink is voorzitter van FNV Senioren in Haagsteden [2] de oudedagsvoorziening in Nederland bestaat uit drie pijlers: AOW, aanvullend pensioen via de cao en individuele pensioenverzekering. Dit artikel beperkt zich tot aanvullend pensioen als arbeidsvoorwaarde: cao.