Maarten Muis
Afgelopen jaar kregen een miljoen Nederlanders last van burn-outklachten. Werkstress blijft zijn tol eisen voor de gezondheid van deze grote groep werknemers. De grootste groep met burn-outklachten is die tussen 25 en 35 jaar oud. Het is dus geen kwestie, zoals critici vanuit werkgeverskant van de relatie werkstress-burn-out lang hebben volgehouden, van te weinig aanpassing aan de nieuwe arbeidsmarkt en nieuwe werkomstandigheden door de individuele werknemer. Er is meer aan de hand, dat niet door een extra cursus 'Omgaan met stress' kan worden opgelost.
In Manifest heeft een aantal artikelen gestaan dat aantoont dat de te hoge taakeisen die de werkgevers stellen (voor 38 procent verantwoordelijk voor de burn-outklachten) en de werkstress die dit teweegbrengt, aantoonbare lichamelijke schade veroorzaakt. Het stress-hormoon cortisol maakt bij langdurige blootstelling daaraan in verschillende delen van het lichaam direct schade. Burn-out zit allesbehalve tussen de oren.
Het boek 'Dokter, ik ben op', waarin de Belgische artsen Hans Krammisch en Staf Henderickx uitgebreid aantonen dat werkstress direct verband houdt met de manier waarop het kapitalisme het werk organiseert, is het (her)lezen waard. Want met 1 miljoen Nederlanders die op zijn door hun werk, is hun boek dat in 2009 verscheen nu meer dan actueel.
Een week organiseren tegen werkstress, zoals de overheid in november deed, is niet het antwoord. De boodschap van de campagne was meer in de trant van 'werknemer, pas op werk niet te hard!'. Het is niet enkel en alleen een vraag of werknemers geïnformeerd en bewust gemaakt moeten worden. Er verschenen vooral ervaringsverhalen, waarin mensen hun eigen gedrag onder de loep namen. Een goede analyse van de werkcontext, die de werkelijke boosdoener is, was meer op zijn plaats geweest. Een probleem waar een miljoen mensen mee te maken krijgen mag je niet afdoen met een bewustwordingscampagne, dat verdient krachtig ingrijpen van de politiek en de wetgever.
De werknemer anno 2017 is door het mobiel in een ijzeren greep van de werkgever beland, die in het belang van winstmaximalisatie 24/7 (24 uur en zeven dagen) aandacht opeist.
Kijken we over de grens, dan zien we dat in Frankrijk de overheid wat steviger inzet. Daar is in de wet verankerd dat een werknemer ook echt vrij van werk mag zijn en niet per mail of mobiel bereikbaar hoeft te zijn. Want het is een gegeven dat vooral werknemers onder de 35 jaar burn-outklachten krijgen en toont verder onderzoek naar de oorzaken aan dat de nieuwe communicatiemiddelen een belangrijk aandeel hebben in de verhoogde werkstress.
Het antwoord op werkstress kan alleen collectief georganiseerd worden. De verantwoordelijkheid mag niet geïndividualiseerd worden. De gezondheidsschade door werkstress heeft namelijk aan de andere kant een positieve opbrengst: lagere loonkosten en dus meer bedrijfswinst. Doordat de werknemer met burn-outklachten al die tijd boven zijn macht heeft gewerkt, heeft de werkgever goedkoper kunnen produceren en organiseren. Winst die gemaakt is door de bovenmatige inzet verdwijnt in zakken van mensen die levensvoorwaarden hebben die wel een lang en gezond leven garanderen.
Toen ik zelf als achttienjarige tijdens de vakantie in de opslag voor betonstaal werkte werd ik, als ik te ambitieus het werktempo opvoerde, door mijn collega's van middelbare leeftijd tot de orde geroepen. Want als ik in dit tempo werkte, betekende dat de baas dat ook van hen ging eisen. Zij begrepen heel goed dat elkaar bij de les houden en collectief grenzen aangeven aan tempo en inzet, in ieders belang is. Boven je kunnen presteren voor de werkgever wordt in een gezonde arbeiderscultuur expliciet bestreden. Nu kom ik op veel plekken waar deze cultuur door verdeel en heers is vernietigd en iedereen elkaar opjut 'in het belang van het bedrijf' om nog een tandje erbij te doen.
Het antwoord op werkstress is het organiseren van mensen op de werkvloer, die collectief de werkgever duidelijk maken waar de grenzen liggen om gezond te blijven. Dat mag niet weggezet worden in onderzoekscommissies of werkgroepen van de or. Het is een verantwoordelijkheid van iedere werkende de collega te behoeden om in de valkuil te trappen dat die extra inzet goed zou zijn voor iedereen in het bedrijf. We leven in een maatschappij waar arbeid wel maatschappelijk is, maar de vruchten van die arbeid worden ingepikt als privébezit. Dat is wat kapitalisme is. Burn-out ontstaan door werkstress betekent: ziek worden door het kapitalisme.