Terwijl de westerse wereld bezig is met beschouwingen over Trump, Le Pen, Wilders en andere '(extreem-)rechtse populisten' herdenken communisten dit jaar de succesvolle Grote Oktoberrevolutie, honderd jaar geleden. Een wereld van verschil.
Temidden van het Trump-geweld, weer een nieuw fraudegeval of de zoveelste uitglijer van een minister, de mannetjesmakerij rond de aanstaande verkiezingen, de manipulaties bij de verkiezingen van een totaal verzwakte vakbeweging en de verhalen over nepnieuws is het moeilijk door de bomen het bos nog te zien. Maar juist een communistische partij en een communistische krant moeten zich niet laten meeslepen door de waan van de dag, maar op basis van ons marxistisch-leninistisch analysekader hoofdzaken van bijzaken scheiden. De verworvenheden van de successen onder het socialisme moeten daarbij centraal staan als antwoord tegen de leugencampagnes van de heersende kapitalistische klasse. De arbeidersklasse zal verder achteruit worden geslagen als zij niet begrijpt dat de wereld toe is aan een nieuwe fase. Die van het socialisme.
Krant en partij moeten een bijdrage leveren aan de bewustwording van de arbeidersklasse opdat die gaat inzien dat haar lot onmiddellijk verbonden is met de noodzaak van het omverwerpen van het kapitalisme en het bereiken van een socialistische maatschappij. Dat de hoofdtegenstelling die is tussen de bezittende klasse en de producerende uitgebuite klasse. Dat het kapitalisme als systeem de oorzaak van de misère is en niet de oplossing voor problemen. Dat elk meegaan met het systeem de voorwaarden voor verbetering juist verkleint in plaats van - op termijn - de oplossing te bieden.
Krant en partij moeten daarbij een brug weten te slaan naar nieuwe lagen onder de bevolking en met name naar jongeren die immers de grootste slachtoffers dreigen te worden van het kapitalisme. Nieuwe lagen die steeds vaker tegen de gevolgen van de kapitalistische crisis aanlopen, teleurgesteld raken en op zoek zijn naar verbeteringen. Maar die in hun zoektocht vaak worden verleid om mee te doen met valse beloften van de - op dit moment nog - 81 apostelen die beweren de problemen in de Eerste en Tweede Kamer te zullen gaan oplossen.
Het succesvol opkomen voor je rechten is uiteraard makkelijker gezegd dan gedaan. Binnen de communistische wereldbeweging is het debat over de weg - tactiek en strategie - naar het socialisme volop aan de gang. Er wordt zelfs binnen de 'eigen' gelederen openlijk en bedekt debat gevoerd over de noodzaak van het socialisme en niet alleen over de juiste weg erheen. De tegenstelling 'socialisme of barbarij' wordt in twijfel getrokken. Allerlei vormen van tactisch opereren, waarbij de noodzaak van de consequente strijd voor het socialisme uit het oog wordt verloren, worden geprobeerd en dragen op hun manier bij aan het vergroten van de verwarring.
De vakbewegingsleiders in de meeste westerse landen en zeker ook in Nederland zijn tandeloze polderaars geworden die volop illusies verspreiden over de mogelijkheden van de parlementaire weg naar verbeteringen voor de arbeidersklasse. Zoals onder meer bekende voorlieden van de FNV, zoals Gijs van Dijk, Corrie van Brenk en Lilian Marijnissen recentelijk zelf daadwerkelijk toonden door mee te gaan doen met het Haagse politieke circus. Het geloof in de parlementaire democratie is in de kringen van de leiding van de FNV overwegend aanwezig.
Het doel van de organisatie is uit het oog verloren. De vakbeweging moet een strijdorganisatie zijn die opkomt voor de individuele en collectieve belangen van de arbeidersklasse. Die niet aan de hondenriem van de Haagse politiek kwispelend moet meelopen, maar moet zorgen dat werkgevers/ondernemers zo min mogelijk kans krijgen de arbeiders uit te buiten. En dat kan alleen door strijd, door verzet, door het tonen van kracht, van spierballen, van een gezamenlijke vuist. Zowel direct op de werkvloer tegen de pogingen om een arbeidskracht voor een koopje te krijgen als tegen hun zetbaasjes in de politiek.
Als zoveel basisvoorwaarden in de praktijk ter discussie staan is het moeilijk om de arbeidersklasse van overtuigende en doeltreffende adviezen te voorzien. Dat is ook al heel moeilijk omdat de communistische boodschap er ook op neer komt dat de arbeidersklasse zelf het stuur ter hand moet nemen en de strijd ook (georganiseerd zelfs nog wel) aan moet gaan. Je moet er dus ook nog wat voor gaan doen! En dat terwijl er steeds vaker wordt beweerd "dat er toch niets aan te doen is". Dat het kapitalisme zo sterk is dat toch niets helpt. Dat er ook geen alternatieven zijn, en zeker niet het 'gediskwalificeerde' socialisme.
Cuba met haar hoge sociale voorzieningenpeil is daarbij nog één van de weinige positieve uitzonderingen. Maar tijdens de periode van het overlijden van Fidel Castro werd de modderschuit weer helemaal over de bevolking leeggekieperd. Het socialisme mag absoluut geen alternatief zijn of worden! Wilders, Le Pen, de AfD het mag allemaal, maar socialisme? Nee! Want dat is echt gevaarlijk voor de heersende klasse van bezitters, graaiers, fraudeurs en de honderden die hun brood verdienen met het opleuken van het beeld van het kapitalisme in de media, de politiek, op scholen en andere organisaties die het beeld moeten verspreiden van het kapitalisme-als-enige-eindstation-van-de-menselijke-ontwikkeling.
De massa van de bevolking moet de talloze voorbeelden in de media van het karakter van het kapitalisme blijven zien als schandalen, als persoonlijke missers. Individuele uitglijers van ondernemers en politici, niet als structurele kenmerken van een verrot systeem, dat het mogelijk en zelfs wenselijk maakt individuele belangen boven die van het collectief te plaatsen. Of minstens even verderfelijk: dat beweert dat het een uitdaging is regels aan je laars te lappen. Dat het een sport, een uitdaging is om de regels - van de elite wordt er dan nog vaak verhullend bij gezegd - te negeren. Vrije jongens toch!? Zonder te begrijpen dat er verschillende soorten regels zijn. Regels die in dienst staan van de heersende klasse en regels die solidariteit en gemeenschappelijkheid dienen. Dat juist regels in dienst staan van de klassenstrijd. Dat een klassenloze toepassing van het verzet tegen 'elitaire' regelgeving leidt tot verwarring en verloedering. Dat steeds moet worden onderzocht voor welke klasse de regels voordeel of nadeel brengen.
Het jarenlange media-offensief is erin geslaagd het idee bij grote delen van de arbeidersklasse te verankeren dat socialisme alleen maar negatieve zaken heeft gebracht en zal brengen. Een open, eerlijk onderzoek zal echter al snel tonen dat het socialisme zeer veel positiefs bracht voor de bevolkingen van die landen. Maar dan moet de arbeidersklasse wel bereid zijn om dat onderzoek te doen. Dat geldt nog meer voor de jongeren die bijna geen eigen ervaring hebben met de verworvenheden van het reële socialisme. Het is daarom niet verwonderlijk dat er een groeiend aantal mensen is dat vraagtekens zet bij het kapitalisme en zoekt naar alternatieven. Ook niet verbazingwekkend is dat het aantal mensen dat sympathiek staat tegenover het communisme groeit. Maar minstens even begrijpelijk is het dat deze mensen de NCPN niet zien als machtsfactor, een organisatie waar zij tijdens verkiezingen hun stem aan zouden geven of waarvan zij lid zouden willen worden. Tussen de groeiende onrust onder de arbeidersklasse en een actieve deelname aan het communisme gaapt nog een grote kloof. Tussen droom en daad staan honderden valse illusies en duizenden kapitalistische leugens.
Zonder aansprekend alternatief, zonder helder perspectief, zonder geloof in een betere (socialistische) wereld, is het begrijpelijk dat er een sfeer ontstaat van gewoon maar 'stilzitten als je wordt geschoren' of hoogstens gezamenlijk in verzet komen als er onmiddellijke herkenbare kortetermijndoelen kunnen worden gesteld: 'handen af van dit of dat concrete doel' zonder verderrijkend perspectief. Waarbij het resultaat altijd is dat er een onsje minder wordt bezuinigd op lonen en andere arbeidsvoorwaarden. Al jaren is er immers sprake van geleidelijke maar onmiskenbare achteruitgang van het levenspeil. Natuurlijk is elk onsje minder bezuiniging waard om voor te knokken. Alleen moet duidelijk zijn dat de strijd voor het behoud van het voorzieningenniveau, hoe belangrijk ook, de strijd voor verbeteringen niet in de weg mag zitten en al helemaal niet de noodzakelijke strijd voor werkelijk structurele veranderingen. De strijd voor een ander maatschappelijk systeem dat het verrotte kapitalisme moet gaan vervangen. De ervaring is immers dat ondernemers/werkgevers zo snel mogelijk nadat ze onder dwang iets moesten toegeven dat op een later, maar zo snel mogelijk, tijdstip alsnog proberen binnen te halen.
Communisten moeten de valse beelden over de werkelijkheid zien door te prikken en niet meedoen met de burgerlijke verhalen en ideëen van kleine stapjes en veranderingen binnen het kapitalisme. Communisten moeten allereerst hun partij versterken. Scholing ter hand nemen, enthousiaste jongeren de weg wijzen. Ze wijzen op de gevaren van opportunisme aan de ene kant en radicalisme aan de andere kant. Communisten houden zich bezig met hoofdzaken en laten zich niet meevoeren met het pragmatische kortetermijndenken van de vakbeweging en veel 'links-progressieve' partijen en groepen.
Ook de vakbeweging moet strijdbaar worden. Er moet een klassengeoriënteerde strijdbeweging van worden gemaakt, waarbij langetermijndoelen en dagelijkse doelen worden verbonden, maar altijd om het strijdkarakter te versterken en de parlementaire illusies te bestrijden. Communisten moeten zich niet laten verdrinken in vakbondswerk dat nodeloos is en gebaseerd op illusies. Zij moeten aansluiting vinden bij het meest strijdbare en klassenbewuste deel van de georganiseerde arbeidersklasse en verre blijven van het conservatieve deel, dat de vakbeweging is gaan zien als een sociale ANWB. Die hopen op verbeteringen zonder strijd, alleen door contributie te betalen en het werk aan bestaande bestuurders overlaat. Een vakbeweging van, voor, maar vooral door de leden zelf.
Ja natuurlijk staan communisten aan de kant van de mensen die in dit rijke land niet eens de noodzakelijke zorgkosten kunnen betalen. En ook niet alleen tijdens verkiezingstijd. Natuurlijk zijn communisten actief in de vakbeweging, in de strijd voor betaalbare huisvesting, de strijd voor het behoud van goede arbeidsvoorwaarden, voor vast werk, arbeidstijdverkorting en zo hoog mogelijke lonen. Zij komen op voor vaste werkgelegenheid en strijden tegen pulpbaantjes, oproepcontracten, gedwongen flex- en uitzendbaantjes. Voor hogere lonen, vermindering van uitbuiting en verbetering van sociale voorzieningen. Natuurlijk moet elke verdere verslechtering worden bestreden en moet er voor verbetering worden geknokt.
Maar zeker nu het kapitalisme in crisis verkeert en probeert nog meer dan normaal de kosten af te wentelen op de arbeidersklasse moet elke strijd worden verbonden met de strijd voor het socialisme. Voor een maatschappij zonder uitbuiting van de ene mens door de andere. Voor een maatschappij waarin het niet mogelijk is dat een handjevol 'heersers' zich mateloos verrijkt ten koste van grote delen van de wereldbevolking. Voor een maatschappij waarin de productie wordt ingezet voor het welzijn van de mensen, niet voor de verdere verrijking van een stel supergraaiers. Voor een maatschappij waarin je op tijd kunt stoppen met werken en genieten van een oudedagspensioen, waar je niet elke dag in onzekerheid moet leven over je eigen toekomst en die van je kinderen. Waar je geen angst hoeft te hebben dat we opnieuw verzeild raken in een of andere kapitalistische oorlog. Voor een maatschappij waar planmatig en collectief wordt gewerkt aan de verbetering van de positie van de arbeiders. Waar het gaat om het welzijn van mensen en niet om de superwinsten van enkelen. Dat kan, de arbeidersklasse kan zélf het heft in eigen hand nemen en een menselijke samenleving opbouwen. Dat heeft de Sovjet-Unie getoond na de succesvolle Grote Oktoberrevolutie, dus onder socialistische verhoudingen. Verbeteringen zijn op langere termijn niet mogelijk onder kapitalistische maatschappijverhoudingen.
Laten we tijdens dit memorabele jaar, waarin we de Grote Oktoberrevolutie herdenken, daarom nog harder en doelbewuster knokken. Laten we niet vergeten en ons er steeds bewuster van zijn: de productiviteit van de arbeiders zorgt voor de rijkdom en de vooruitgang, niet de profiteurs en zakkenvullers. Laat je niets wijsmaken, kom op voor je rechten, strijd mee voor het socialisme.