Dirk Nimmegeers (*)
Miljoenen komen in verzet tegen de ideeën en daden van de nieuwe president van de VS. Protectionisme, rechts nationalisme, racisme en uitsluiting dienen de belangen van de grote meerderheid niet. Onvermijdelijk komen er dan vragen over China naar boven. Tijd voor een andere kijk op dat land?
China mag de Verenigde Staten niet verdringen als leider van de wereld. Het mag niet de kans krijgen zijn systeem aan andere landen op te dringen of ten voorbeeld te stellen. Het land is een autocratie, het is zelf protectionistisch. Zijn leiders en grote delen van zijn bevolking zijn nationalistisch. China probeert zijn grondgebied en zijn invloedssfeer uit te breiden. China koopt de wereld op en neemt onze banen af.
Dit soort ideeën worden door Amerikaanse Republikeinen en Democraten, en Trump zelf, al jaren verspreid. Het vormt de basis voor het China-beleid dat Trump heeft aangekondigd en dat hij lijkt te gaan uitvoeren. Conflicten zoeken met China rond Taiwan en andere territoriale kwesties. Invoerrechten van 45 procent heffen op Chinese producten. Peking tergen rond de koers van zijn munt. Proberen om de samenwerking tussen de BRICS-landen te ondermijnen, bijvoorbeeld door Rusland tegen China op te zetten.
Van de bovenvermelde stellingen worden er echter een aantal door veel westerlingen gedeeld. Ze klonken bijvoorbeeld door in het stuk dat BBC/China-journalist, Carrie Gracie, vorige week publiceerde, geschrokken als ze was van de goede beurt die de Chinese president Xi Jinping had gemaakt in Davos en Genève. In tegenstelling tot Donald Trump in Washington.
Bij een economische en politieke oorlog van lage intensiteit zullen de VS onder de regering Trump waarschijnlijk militaire middelen inzetten. De eerste strijd zal de gewone bevolking armoede brengen, aan beide zijden. De tweede strijd kan uitlopen op een echte oorlog met alle ellende van dien. Europese critici van Trump & Co maken zich hier zorgen over, maar dan toch vooral met het oog op de eigen belangen. Zij denken, net als Trump, dat China de leidersrol van de VS wil afnemen. In het beste geval betwijfelen zij alleen nog of China hier al klaar voor is. In het ergste verdenken zij Peking ervan dat het zijn politieke systeem wil exporteren en vinden ze het nodig de bevolking hiervoor te waarschuwen.
Dat gaat af en toe vrij ver. Er zijn er die stilletjes hopen dat Trump met meer daadkracht het beleid van zijn voorganger om China in te tomen zal voortzetten. Obama zei immers ook al: "wij zullen niet toelaten dat China zijn regels aan de wereldeconomie oplegt, in het voordeel van Chinese arbeiders en ondernemers." Trump en zijn bondgenoten maken daarvan: "China stoppen voor het te laat is."
Tegenstanders van Trump en van het wereldwijde rechtse populisme verlangen terug naar de VS van voor Trump. Zij bezingen met nostalgie het welwillende Amerikaanse wereldleiderschap. De staatsgrepen, oorlogen, volkerenmoorden met napalm en drones, foltering, de neokolonialistische roof op alle continenten, het onuitroeibare racisme in eigen land onder de voorgangers van Trump, vergeten ze zelfs voor even. Zij geven ten hoogste toe dat het neoliberalisme de volledige werkgelegenheid, sociale bescherming en inkomensverdeling... "wat in de verdrukking heeft gebracht". De wereldorde van de VS garandeerde volgens hen echter de vrijheid, ze was berekenbaar en gematigd. Dat valt inderdaad van Trump nauwelijks te verwachten, maar wees gerust, de nieuwe Amerikaanse president zal niet te beroerd zijn om ook als een soort mondiale scheidsrechter op te treden. Progressieve opiniemakers beweren dat China geen vakbonden toelaat en zo concurrentievervalsing pleegt tegenover landen die dat wel doen. Trump zal het graag beamen.
Er zijn waarnemers die zelfs hopen dat Trump bereid gevonden wordt om "op veiligheidsgebied geen terugtrekkende stappen te zetten in Azië en Europa." Hun redenering: als hij ten minste op dat vlak in de voetsporen van Obama treedt bewijst hij de mondiale stabiliteit een goede dienst want "een Pax Americana is nog altijd te verkiezen boven een Pax Sinica." Bij deze stemmen in de media en de politiek valt het niet moeilijk te voorspellen wat de reactie zal zijn als de regering Trump bij Europa meer geld eist voor de NAVO of ondersteuning vraagt bij patrouilles en andere provocaties in de regio Azië-Pacific.
Het is goed mogelijk dat Trumps politiek tegenover China zo keihard zal uitpakken als hij laat doorschemeren. Juist op dit terrein is hij altijd het meest consistent geweest. Belangrijke medewerkers van de Amerikaanse president zijn gezworen vijanden van China. Een groot deel van zijn achterban heeft hij te danken aan de belofte dat hij de banen en de investeringen die zijn voorgangers aan China zouden hebben geschonken zal terughalen. Dat en zijn beloften om banen te scheppen en te zorgen voor behoorlijke lonen zal hij moeilijk kunnen waarmaken. De zondebok die hij zal aanwijzen als hem dat niet lukt, een zeer waarschijnlijk scenario, is China.
Wie Trump en de rechtse populisten doeltreffend wil bestrijden en niet het risico wil lopen onverwacht aan Trumps kant mee te marcheren, kan maar beter openstaan voor een andere kijk op China. Vakbondsmensen tegen Trump mogen zich niet laten verleiden tot steun aan de stelling dat China een bedreiging is voor 'onze economie'. Als zij zich informeren over de voorstellen en plannen van China voor internationale economische betrekkingen zullen zij snel een correctere analyse kunnen maken. China nodigt andere landen uit om samenwerkingen aan te gaan waarbij alle partijen kunnen winnen. Contracten en investeringen zijn goed voor banen in de VS en in Europa. Chinese bedrijven leveren in de hele wereld betaalbare consumptiegoederen van steeds betere kwaliteit.
China stelt aan Europa, Azië en Afrika het 'Belt and Road Initiative' (de nieuwe Zijderoutes) voor. Dit is een multinationaal initiatief op veel terreinen om een economisch netwerk aan te leggen over land en zee. Het zal 60 landen verbinden, met meer dan de helft van de wereldbevolking, de energiebronnen en 70 procent van het bruto binnenlands product in de wereld. Peking maakt zich sterk voor inclusieve vrijhandelsinitiatieven zoals RECEP. Bij dit handelsverdrag zal, als het van de grond komt, bijna de helft van de wereldbevolking betrokken zijn. Aan de onderhandelingen nemen deel: China, India, Vietnam, de Filippijnen en Indonesië. In de laatste drie wonen meer mensen dan de EU na de Brexit zal tellen. De zestien landen die nu al meedoen nemen 30 procent van het bruto binnenlands product en een kwart van de export in de wereld voor hun rekening. China heeft opkomende landen en ontwikkelde landen met succes uitgenodigd om deel te nemen aan twee banken die ontwikkelingsprojecten in Azië en in derdewereldlanden financieren.
Met al die initiatieven biedt de Chinese regering een alternatief voor het beleid van protectionisme en conflict waarmee westerse leiders nu dreigen. De Britse marxist Kenny Coyle maakte in de Morning Star een treffende vergelijking. "Terwijl de VS aanstalten maken om een muur op te trekken tussen zichzelf en Mexico, is China onverstoorbaar en met succes bezig bruggen te bouwen die continenten met elkaar zullen verbinden." Waarom zouden andersglobalisten hun steun niet geven aan Europese ondernemers en politici die aan de bruggen willen meebouwen?
Activisten in politieke organisaties en in de vredesbeweging horen in te zien wat het betekent dat Europese leiders China als vanzelfsprekend bij de gevaren voor Europa rangschikken. De roep van leiders zoals Tusk en Verhofstadt om ook Amerika nu als zo'n gevaar te zien en om te zorgen voor een Europese eenheid en bewapening zal snel verstommen. De Europese elite kan niet zonder de NAVO en de steun van de VS. Ook de traditioneel dubbelzinnige houding ten overstaan van Taiwan laat het ergste vrezen. De VS heeft zich officieel aan het principe gehouden dat er maar één China is, maar is wapens blijven verkopen aan de afgescheurde provincie. Trump lijkt zelfs de lippendienst aan het Eén-Chinabeleid te willen opzeggen of Taiwan als pasmunt te gebruiken bij een conflictueuze relatie met China [op 10 februari meldde de NRC dat Trump alsnog de één-China-politiek zou steunen, nvdr].
Onder de Europese politici zal hij medestanders vinden en krachten die deze gevaarlijke wending in elk geval willen gedogen. De territoriale onschendbaarheid is voor China echter van existentieel belang. Denk aan het tweeledige karakter van de Chinese revolutie (socialisme en een einde maken aan de nationale vernedering van het land). Wie het Eén-China beleid opblaast, ondermijnt de basis voor samenwerking, bijvoorbeeld in de kwestie Korea.
In de Zuid-Chinese Zee is China bereid en geneigd om de problemen door compromissen en onderhandelingen op te lossen, in het belang van alle betrokken landen. Het zal echter geen inmenging van buitenstaanders toestaan en zijn territoriale wateren zeker beschermen. Naast de territoriale rechten en onschendbaarheid is het voor China van het grootste belang om met zijn buurlanden handel te drijven en te werken aan het slagen van het 'Belt and Road Initiative'. Er zijn gelukkig ook politieke en economische krachten in de VS en in Europa die voorstander zijn van de vreedzame co-existentie waartoe China de rest van de wereld uitnodigt. Zij verdienen alle steun.
De milieubeweging moet zich niet laten wijsmaken dat China louter uit eigenbelang in energie van wind en zon investeert. China blijft niet trouw aan het klimaatakkoord van Parijs om het leiderschap van de wereld te veroveren op dit gebied of voor zijn soft power. We kunnen de Chinese inspanningen voor het klimaat beter positief interpreteren. Het land is een potentiële bondgenoot, samen met India overigens, voor de mondiale milieubeweging.
Van linkse partijen in de VS en in Europa vernemen we betreffende het socialistische China ofwel een oorverdovende stilte ofwel analyses die op bepaalde punten in de pas lopen met het mainstream discours. Organisaties die zich afzetten tegen het liberaal socialisme van de sociaaldemocratie zouden door een andere bril naar China kunnen kijken. Waarom niet meer kennis nemen van wat er in China echt gebeurt? Of minstens overwegen steun te geven aan de geopolitieke voorstellen van Xi Jinping en zijn kameraden?
China vindt zijn eigen vorm van democratie en zijn eigen aanpak van de mensenrechten het meest geschikt voor de Chinese situatie. Het wil leren van buitenlanders, maar hun recepten zelf niet klakkeloos overnemen. Chinese politici willen anderen laten delen in hun eigen beste praktijken en ervaringen. Daarom zijn er ook betrekkingen tussen de CPC en honderden politieke partijen over de hele wereld (waarvan de meeste niet communistisch zijn). Dat is iets heel anders dan normen opleggen of over de eigen wijsheden te drammen. China spreekt uitdrukkelijk van socialisme 'met Chinese kenmerken'. Het is China dat het principe heeft bedacht van 'één land met twee systemen' voor de uitzonderingssituatie in Hongkong en Macao, en voor de terugkeer van Taiwan. In de Volksrepubliek loopt een langdurig debat over de lessen uit de nederlagen van het socialisme in de vorige eeuw en over hoe het socialisme en marxisme er nu uit zouden kunnen zien. Linkse partijen die zichzelf respecteren horen daar als welwillende waarnemers aan deel te nemen.
De bonte beweging tegen Trump zal niet genoeg hebben aan massale demonstraties. De 'nieuwe oude' Amerikaanse politiek en de rechtse populisten dwingen hun tegenstanders om rekening te houden met de verhouding tussen de VS en China. Het wordt tijd voor een andere kijk en de zoektocht naar een betere standpuntbepaling.
(*) Het opiniestuk hierover geeft de mening van de auteur Dirk Nimmegeers weer, niet noodzakelijk die van de redactie van ChinaSquare, 3 februari 2017.