"(...) Het marxisme is de theorie van de bevrijdingsbeweging van het proletariaat. De klassenbewuste arbeiders moeten daarom uiteraard aan het vervalsen van het marxisme door het stroewisme (burgerlijk-liberale stroming, nvdr) de grootste aandacht schenken. De drijfkrachten van dit proces zijn talrijk en veelsoortig. Wij signaleren slechts de drie voornaamste: (1) De ontwikkeling van de wetenschap levert steeds meer materiaal dat bewijst dat Marx gelijk heeft. Daarom kan men hem alleen op huichelachtige wijze bestrijden, door niet openlijk de grondslagen van het marxisme aan te vallen, maar door het zogenaamd te erkennen, het door sofismen van zijn inhoud te beroven en het in een voor de bourgeoisie onschadelijk heiligenbeeld' te veranderen. (2) De ontwikkeling van het opportunisme binnen de sociaaldemocratische partijen werkt een dergelijke 'omwerking' van het marxisme in de hand doordat het marxisme ter rechtvaardiging van alle mogelijke concessies aan het opportunisme pasklaar gemaakt wordt. (3) Het tijdperk van het imperialisme betekent de verdeling van de wereld onder de 'grote' bevoorrechte naties, die alle overige naties onderdrukken. Kruimels van de buit, door deze bevoorrechting en deze onderdrukking verkregen, vallen ongetwijfeld bepaalde lagen van de kleine burgerij, alsook de aristocratie en de bureaucratie van de arbeidersklasse toe. Deze lagen, die een onbeduidende minderheid van het proletariaat en de werkende massa's uitmaken, neigen naar het 'stroewisme', want het verschaft hun de rechtvaardiging van hun verbond met de 'eigen' nationale bourgeoisie tegen de onderdrukte massa's van alle naties. Daarover zullen wij verderop, in verband met de kwestie van het bankroet van de Internationale nog moeten spreken.
Uit: Het bankroet van de Tweede Internationale, Lenin, mei/juni 1915.