Nick Wright (*)
Op 11 en 18 juni vormen de parlementsverkiezingen de derde ronde in de nieuwe politieke situatie in Frankrijk, ontstaan tijdens en na de recente presidentsverkiezingen. Het is noodzakelijk dat we de eerste belangrijke lessen leren met betrekking tot deze situatie. Werkers, publieke diensten en lokale gemeenschappen hebben parlementsleden nodig die hen ondersteunen, naar hen luisteren en hen helpen bij het weer opbouwen.
Maar de leiding van de PCF (Parti Communiste Français, de Franse Communistische Partij) is gevangen in een staat van impasse en verwarring die de communisten verlamt.
PCF-leiders zoeken al maandenlang wanhopig naar voorwaarden voor samenwerking met in toenemende mate onzekere bondgenoten, voeren het aantal 'Maandagen van Links' op [1] en organiseren een groot aantal bijeenkomsten met leiders en partijorganen, waarbij de actieve leden onzeker achterblijven over strategie, standpunten en praktische voorwaarden voor actie.
Ondertussen streden de vier kandidaten die als eerste eindigden in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen allemaal vanuit hun eigen politieke lijn, zonder zich zorgen te maken over 'eenheid', maar juist gericht op het creëren van de voor hen meest gunstige krachtsverhoudingen.
De media en het politieke systeem hebben deze vier partijen ruimschoots bevoordeeld, waarbij de gewenste situatie werd gecreëerd voor de politieke reconstructie die wordt nagestreefd door de heersende oligarchieën. Een politieke reconstructie die alles zo verandert dat er eigenlijk niets verandert.
Het was nodig om Fillon [2] uit te schakelen, om het afstotende effect van Le Pen te maximaliseren. Het was nodig Hamon [3] uit te schakelen om het effect van Macron als 'de redder' te maximaliseren. Maar het was ook nog even nodig Hamon op te poetsen, om het risico te voorkomen dat Mélenchon door zou gaan naar de tweede ronde.
Na de parlementsverkiezingen is het nodig om de werking te doorgronden van een maatschappelijk systeem waarvan wordt gezegd dat het in een diepe crisis verkeert, maar ook het vermogen heeft om dusdanige sociale, economische en culturele krachten te mobiliseren dat het systeem erin slaagt om een bepaalde nederlaag in politieke overwinning te transformeren, gesymboliseerd door het vaderlijke gebaar van Hollande naar zijn opvolger.
Het is noodzakelijk het zeer hoge stemmenaantal onder ogen te zien voor het Front National (FN) in de regio's waar de arbeidersklasse in groten getale lange tijd de PCF steunde, wat een ernstige en gevaarlijke breuk onder de bevolking heeft veroorzaakt tussen diegenen die massaal hebben gestemd om het FN tegen te houden, met name bewoners van stedelijke gebieden van werkers, en diegenen die voor het FN hebben gestemd als een afwijzing van de globalisering, vooral in de niet-geïndustrialiseerde gebieden.
Deze politieke kloof is het resultaat van het verzaken door de PCF van hun historische rol als partij van de arbeidersklasse. Het Front Nationaal probeert zichzelf te positioneren als de belangrijkste oppositiekracht, in samenhang met de strategie van Macron om een nieuw, volgens Amerikaanse stijl, tweepartijenstelsel te creëren, om de continuering van het systeem te garanderen.
De Communisten betalen een hoge prijs voor een proces van 20 jaar 'vernieuwing', waarbij nooit echt werd geloofd in het nut en de bruikbaarheid van de Communistische Partij. Een proces waarbij altijd werd gezocht naar mogelijkheden om zich te verschuilen, en waarbij de partij het altijd als secundair beschouwde om zich te engageren, te organiseren als een partij van de actie aan de basis, op de werkplek en in de regio's van de werkende klasse.
Ten gevolge van het besluit van de PCF om in 2012 niet deel te nemen aan de presidentsverkiezingen trok Jean-Luc Mélenchon [*] veel kiezers van zowel de historische communisten als socialistisch links, die een historisch dieptepunt hadden bereikt. Gesteund door de resultaten van de eerste verkiezingsronde deed hij een poging, in navolging van de voormalige president Francois Mitterand, om de PCF op te heffen en een nieuwe linkse politieke kracht op te bouwen die niet langer verankerd was in het communisme. Marie-Georges Buffet roept de PCF op om "zichzelf te evenaren" [4], terwijl Pierre Laurent verwarring zaait over het veranderen van de naam van de PCF.
Maar de Communistische Partij moet niet zichzelf evenaren noch verdwijnen. De partij moet zichzelf weer opbouwen en versterken aan de basis, organiseren, strijden en winnen op 11 en 18 juni. Zoveel mogelijk zetels vergaren in het parlement, om uiteindelijk de geschiedenis te herschrijven.
Er valt niets te verwachten op basis van 'vereende krachten' of politiek 'handjeklap'. Dit leidde eerder al tot het in diskrediet brengen van de partij. De uitverkoop aan France Insoumise ('het Frankrijk dat zich niet onderwerpt') [*] of aan de nieuwe politieke beweging die wordt beloofd door Hamon moet worden geweigerd.
De strijd rond de parlementsverkiezingen kan het de communisten in het hele land mogelijk maken om de wederopbouw van de communistische partij te bevorderen. In sommige kiesdistricten kunnen er afgevaardigden worden gekozen die vastbesloten zijn om weerstand te bieden en in het parlement de belangen te bevorderen van de bevolking, en iedereen die strijd wil voeren. Elke communistische stem zal bijdragen aan de wederopbouw van de Communistische Partij. Dit is echt noodzakelijk en de nationale leiding moet zich nu eindelijk daar ten volle voor inzetten, in plaats van te zoeken naar nieuwe strohalmen.
En dan is er ook een nationale conferentie nodig van afdelingsleiders van de partij, waarbij alles boven tafel komt: een concrete en gedeelde evaluatie van de afgelopen twintig jaar van veranderingen, van heroprichting, metamorfoses, de verkiezingsresultaten, de militante basis, het vermogen om nuttig te zijn in de maatschappelijke, politieke en ideologische strijd om de bevolking te verenigen rond de noodzakelijke verandering van de samenleving.
[1] Debatten, die sinds februari dit jaar iedere maandag plaatsvinden, over 'alternatieven voor de huidige politiek', met uiteenlopende bekende personen en activisten van verschillende politieke partijen, ngo's, vakbonden en uit de kunstwereld en de intellectuele gemeenschap. http://www.pcf.fr/81763
[2] Francois Fillon was de kandidaat voor de Republikeinen, de traditionele rechtse partij.
[3] Benoit Hamon de kandidaat voor de socialisten.
[4] In een interview gepubliceerd op 4 mei, drie dagen voor de tweede ronde van de presidentsverkiezingen, suggereerde Buffet dat de strategie van de PCF, om niet zelf een kandidaat verkiesbaar te stellen maar de beweging 'France Insoumise' van Melenchon te steunen voortgezet moet worden voor de parlementsverkiezingen in juni.
Bron:http://www.humaniteinenglish.com/spip.php?article3089
[*] De linkse beweging France Insoumise betekent, enigszins vrij vertaald: 'het Frankrijk dat zich niet onderwerpt'. Deze beweging werd opgericht op 10 februari 2016 en wordt gesteund door linkse partijen zoals Parti de Gauche. La France insoumise wordt ondersteund door linkse partijen zoals Parti de Gauche ('Partij van Links'), de PCF en enkele kleinere organisaties.
Jean-Luc Mélenchon was in 2017 presidentskandidaat voor 'La France insoumise'. Jean-Luc Mélenchon is een Franse politicus die lid was van de Franse regering, als minister van beroepsonderwijs van 2000 tot 2002. Hij was ook lid van de Franse Senaat. Hij verliet de Socialistische Partij in november 2008 om de 'Parti de Gauche' te vormen samen met Marc Dolez. Als leider van de 'Parti de Gauche' trad hij toe tot het Links Front voor de Europese verkiezingen van 2009. Bij die verkiezingen won hij 8,15 procent van de uitgebrachte stemmen en werd verkozen in het Europees Parlement.
Mélenchon is co-voorzitter van de Parti de Gauche, samen met Martine Billard. In de eerste ronde van de Franse presidentsverkiezingen van 2012 haalde hij als de kandidaat van het Links Front ongeveer 12 procent van de stemmen. Tijdens de Franse presidentsverkiezingen van 2017 kwam hij op voor de La France Insoumise.
(*) 21centurymanifesto, 22 mei 2017
vertaling: J.Bernaven