Rinze Visser
Er is heel veel om over te schrijven. Zó veel dat het je soms duizelt als je een onderwerp moet uitzoeken voor een stuk op deze plaats in dit nog te weinig gelezen en geprezen blad. Daarom deze keer maar eens dicht bij huis blijven: de perikelen in de gemeente waar schrijver dezes namens de NCPN volksvertegenwoordiger is. Ik schreef zonet 'dicht bij huis', wat eigenlijk ook weer niet zo is. Want het vraagstuk van de locale democratie reikt veel verder. Wat in onze gemeente gebeurt, vindt in alle gemeenten plaats en is steeds meer een afgeleide van nationale en EU-politiek. Leest u verder en verbaast u. Of misschien ook wel niet.
In onze gemeente bestaat het fractievoorzittersoverleg, zoals in vrijwel alle gemeenten. Soms nodig als er een heikel punt nog niet rijp voor openbare behandeling wordt geacht of als B en W of de burgemeester daarover twijfels hebben. Op zich hoeft daar niets mis mee te zijn. Anders wordt het als zo'n overleg regulier is en op vastgestelde tijden bijeenkomt en zaken bespreekt die ook op openbare raads- of commissievergaderingen aan de orde horen te komen. Immers zo'n overleg tussen fractievoorzitters is niet openbaar en er wordt geacht het daar besprokene niet naar buiten te brengen. Er moet gezegd worden dat het overgrote deel van de gemeenteraadsleden dit wel prima vindt. Laat ik het anders zeggen: niet alleen de raadsleden van de coalitiepartijen, maar ook de meeste raadsleden van de partijen die zich de oppositie noemen, heeft het college van Burgemeester en Wethouders aan een touwtje. Zij zijn zeer trots op hun na de fusie ontstane nieuwe gemeente en laten dat te pas en te onpas merken ook. Zij voelen zich zeer belangrijk omdat ze lid van deze gemeenteraad zijn. Het naar buiten toe positief uitdragen van de gemeente staat hoog in hun vaandel.
Wat bedoelen zij met 'gemeente'? Ook de inwoners, van wie zij toch de vertegenwoordigers zijn? Ook de inwoners die op een of andere wijze van de gemeentelijke overheid afhankelijk zijn? Er zijn werkloze mensen die een gemeentelijke uitkering nodig hebben, er zijn inwoners die hulp nodig hebben en op een gemeentelijke voorziening aangewezen zijn. Met de mond en in drukletters - beleidsnota's - klinkt en leest het soms heel aardig. Mooie woorden! Echter in brieven van de gemeente en soms ook in telefoongesprekken is de toon heel anders. Men hoort beoordeeld te worden op daden. Daden als het bij mondelinge mededeling afpakken van een WMO-taxipas van een invalide; het bij mondelinge mededeling verminderen van thuiszorg; het met een folder van een vrijwilligersorganisatie afschepen van mensen die voor het eerst een voorziening vragen of... iemand die, omdat het inkomen onder de minimumgrens ligt, aanvullende bijstand aanvraagt en na een halfjaar nog geen beslissing ontvangen heeft. Doch de officiële lezing is dat men goed voor de inwoners zorgt. Men is trots op zijn culturele instellingen en sportverenigingen, waarvan men de afgelopen jaren de subsidies fors verlaagd heeft of zelfs ingetrokken. Maar het NCPN-raadslid wordt het extra moeilijk gemaakt om voor deze inwoners op te komen.
Vóór de transities van het 'sociaal domein' van het rijk naar de gemeenten - zeg maar: voor de omwenteling - stelden gemeenteraden allerlei verordeningen op sociaal gebied vast, die B en W uit moesten voeren. De gemeenteraad had de bevoegdheid deze verordeningen, voor zover niet strijdig met de wet, met wijzigingsvoorstellen aan te passen. Dat is verleden tijd. B en W voeren niet meer verordeningen uit, maar de wet als zodanig. WMO-voorzieningen worden zomaar gewijzigd, zonder schriftelijke beschikking waartegen bezwaar gemaakt kan worden. B en W voeren nu door de gemeenteraad vastgestelde beleidsstukken uit. Die staan vol met gemeentelijke invullingen van het asociale rijksafbraakbeleid: het afschaffen van de verzorgingsstaat en het invoeren van de zogenaamde participatiemaatschappij. Het dagelijks bestuur van de gemeente neemt nu veel vrijheid om mensen die van de gemeente afhankelijk zijn de duimschroeven aan te draaien. Maar, zo vraagt u, de gemeenteraad heeft toch ook een controlerende functie? Dat is toch een democratisch recht? Maar waarom zouden zij B en W controleren? Het is toch ook hun gewenste politiek die wordt uitgevoerd? En de NCPN? Die wordt als uiterst lastig ervaren. Stap voor stap wordt de gemeentelijke democratie uitgehold. Verreweg de meeste raadsleden vinden dat wel prima zo....
Speciaal hiervoor ingestelde sociale wijkteams nemen beslissingen over inwoners, met de opdracht om zo weinig mogelijk geld voor voorzieningen uit te geven. Het gebeurt dat invalide mensen worden afgesnauwd. Zo hoorde ik van een 'cliënt' van de gemeentelijke dienst - ja, zo heet dat tegenwoordig - dat haar door de telefoon werd toegebeten dat zij wel altijd alles moest doorgeven ('want wij weten alles van je, we kunnen jou uitkering zo stopzetten, als we willen'). Of deze, tegen een oude invalide vrouw: ' straks gaan we je nog meer thuiszorg afpakken, dit is nog maar het begin'.
Als er een beslissing op de deurmat valt met de mededeling dat de gemeente geld terug wil vorderen, dan kan er nog wel bezwaar tegen gemaakt worden. Zo is er een inwoner die geld uit een levensverzekering kan ontvangen, dat keurig aan de gemeentelijke sociale dienst doorgeeft, maar als afhankelijke van de bijstand, toch grote problemen krijgt. Wat er dan loskomt, dat wil je niet weten. Zo weet de gemeente niet alleen het bedrag dat boven het vrij te laten vermogen uitkomt op te eisen, maar het volledige bedrag, door een zeer hoge boete op te leggen. De gelukkige rechthebbende wordt door de gemeente gedegradeerd tot gedupeerde. Zo'n zes jaar geleden moet er een kruisje vergeten of verkeerd geplaatst zijn. Daar ga je met je eerlijkheid. Want een dief, een fraudeur, dat ben je...! En dan blijkt in een gemeentelijk schrijven daarna, waarin men voornemens is het nog uit te betalen vakantiegeld maar alvast als eerste invordering te beschouwen, ook nog het in te vorderen bedrag ineens bijna duizend euro hoger te zijn. En dat terwijl de termijn voor bezwaar nog lang niet voorbij is.
Schrijver dezes helpt deze persoon, van wie de gemeente nog een hoger bedrag terugeist dan ze ontvangen heeft. Geld waarvoor vele jaren lang premie betaald is en bedoeld was voor de uitvaartkosten bij overlijden. Het is de plicht van een volksvertegenwoordiger om zulke mensen met raad en daad bij te staan. Maar dertig van de eenendertig raadsleden denken daar anders over. Zij hebben 'in opperste wijsheid' en in een vlaag van schijnheiligheid besloten dat gemeenteraadsleden dat niet horen te doen. Zij zijn een aanhangwagen van B en W, die hun politiek uitvoert. De NCPN is dat niet!
Als de NCPN het over de gemeente heeft, dan zijn dat de inwoners, de gemeenschap. Wiens laatste woord door de slopers zo vaak ijdel gebruikt wordt. Dan bedoelt ze niet het 'hoofdbureau', waar de vroede 'vaderen' zetelen. Hoofdbureau? Ja zeker! Voor een deel van de inwoners is de gemeente een politiestaat. Het zou zomaar kunnen dat de politie in de gemeente minder boetes oplegt dan B en W en hun daartoe gemachtigde ambtenaren!