Wil van der Klift
Van verschillende zijden wordt geopperd dat de regeringsformatie wel héél erg lang duurt. Men vraagt zich af wat er aan de hand is. Tot 21 juni jongstleden vond het spelletje touwtrekken in alle hevigheid plaats. De show vond in alle rust plaats. Formeren is faseren heet het hier in kringen van het establishment. Vanaf de derde week van juni schijnt er nu echter versnelling in de zaak te komen. Maar de onderhandelingen tussen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie zijn net begonnen, zeggen sommigen, dus er kan nog van alles gebeuren.
De verwachtingen zijn hooggespannen dat er een regering kan worden gevormd van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie. De pogingen om GroenLinks in te palmen zijn afgeketst. De formatie startte op 20 maart jongstleden. Begin juli duurde het schimmenspel dus al zo'n 110 dagen. In een land dat eerder formatieperiodes kende van 208, 163, 127, 125, 122, 111 en 108 dagen is dit dus nog geen extreme situatie. De periode is intussen wel al fors langer dan gemiddeld. Vanaf 1946 lag het gemiddelde op 89,5 dagen. Aangezien ook na de recente doorbraak in het formatieproces nog een periode van onderhandelen moet plaatsvinden is nu nog niet duidelijk of er sprake zal zijn van een nieuw record.
Er is al met al duidelijk sprake van een nieuwe ingewikkelde situatie. Niet eerder, sinds 1956 toen de Tweede Kamer van 100 naar 150 zetels groeide, zitten er zoveel fracties in het parlement (17) en zoveel nieuwe parlementariërs. De versnippering en politieke doorstroming nemen steeds sneller toe. De politieke continuïteit staat onder groeiende druk.
De grote zogeheten volkspartijen zijn de afgelopen jaren allemaal gedecimeerd, met als absolute dieptepunt de recente afgang van de PvdA (sociaaldemocraten) van 38 naar 9 zetels. Maar ook het CDA (christendemocraten - 19 zetels) en de VVD (liberalen - 33 zetels) hebben de afgelopen jaren fors ingeleverd. D66 die een liberale politiek met een sociaal randje voert (19 zetels) en GroenLinks die zichzelf sociaalliberaal noemt - met een groen randje (14 zetels) zijn intussen concurrenten van de oude establishment-partijen. Het politieke landschap wordt steeds minder stabiel voor de gevestigde orde. De SP suddert tussen de 12 en 15 zetels. Alleen Wilders' rechts nationalistische PVV groeide (van 15-20 zetels).
Opvallend is echter toch vooral de groeiende versnippering enerzijds en de keuze van een meerderheid van de bevolking tijdens de verkiezingen voor een overwegend rechtse politiek. Een keuze die overigens niet wijst op verrechtsing onder de bevolking, maar op verkeerde verwachtingen van grote delen van de bevolking. Veel stemmers op Wilders bijvoorbeeld hopen dat hij de gevestigde orde zou kunnen aanpakken. Dat geldt ook voor de keuzen van veel andere kiezers: valse hoop, gebaseerd op illusies. De hier geschetste werkelijkheid steunt overigens op een aanzienlijk hoog opkomstpercentage tijdens de verkiezingen (81,9 procent), het hoogste percentage sinds 1986 en 7,3 procent hoger dan vier jaar geleden.
De theatrale mediashow gaat uiteraard niet wezenlijk om de hoofdlijnen van de politiek. Die zal - op gezag van het kapitaal - rechts zijn en een voortzetting van de eisen van kapitaal, zoals onder meer neergelegd in de Lissabon-agenda van 2000 en alle varianten daarop van latere datum.
De vraag die voor de politici levensgroot vooropstaat is: wie krijgt de volgende keer de Zwarte Piet toegespeeld? Zoals deze keer de vernietigende uitslag voor de PvdA die op de schoot kroop van de VVD, mede een neoliberale politiek vormgaf en zich daarmee volledig van haar achterban vervreemdde. In een tijdperk van hernieuwd zoeken (in de media!) naar leiders die men wél betrouwbaar acht kan er niet meer worden blindgevaren op een stabiele achterban. De onzekerheid onder de bevolking over de sociale en economische toekomst is groter dan ooit. De politieke verwarring navenant.
D66 wil niet het risico lopen straks het volgende slachtoffer te zijn. Voor de heersende klasse achter de schermen gelden andere prioriteiten. Die wil een evenwichtige en stabiele regering vormen met genoeg draagvlak om de komende sociale en economische 'hervormingen' te kunnen doorvoeren. Want een ding staat vast: alle bestaande illusies zullen één voor één verdwijnen.
Langzaam maar zeker zullen daarmee de drempels die de bevolking nog heeft om zich weer te wenden tot communistische partijen worden geslecht. Het kapitaal heeft geen oplossingen voor de eigen crisis en de verslechteringen voor de werkende klasse die daarvan het gevolg zijn. Het kapitalisme is de oorzaak van de problemen, niet de oplossing. Hoe moeilijk ook: de noodzaak van een socialistische maatschappij zal weer bovenaan de agenda moeten staan. De kletspraatjes van de deelnemers aan de regeringsformatie gaan alleen over de vraag van het eigen lijfsbehoud van de betrokken politici en politieke partijen, hoelang het toneelstuk ook duurt.
De werkelijke veranderingen zullen echter plaatsvinden in buurten en bedrijven, aan de basis van de samenleving. De eerste tekenen van een groeiend verzet zijn zichtbaar in het groeiend aantal stakingen. Dat aantal groeit zelfs ondanks het aanhoudende gepolder door de top van de vakbeweging. Maar de strijdbaarheid binnen de FNV is niet tegen te houden.