Interview door Maarten Muis en Wil van der Klift met Herrie Hoogenboom, bestuurder FNV Schoonmaak
Manifest sprak op 17 juni jl. met vakbondsbestuurder Herrie Hoogenboom over het opbouwen van vakbondsmacht in de schoonmaak en welke lessen er getrokken kunnen worden uit de ervaringen van de laatste jaren. Manifest publiceert het gesprek met Herrie in twee delen. In de volgende krant meer over hoe de schoonmakers eigen vormen van media ontwikkelden en gebruikten, om zo zelf de regie te houden over de toon en inhoud van de berichtgeving. In dit deel een uitleg over hoe de methodiek van organizing is ingezet en hoe, op een werkvloer met grote politieke en culturele diversiteit, vakbondsmacht te organiseren.
Een aantal van die mensen wordt opgeleid tot consulent om hun collega's bij te staan. We zijn ook bezig met een tussenvorm als een soort vraagbaak. Dan ben je niet helemaal opgeleid tot consulent, maar weet je wel wat er in je eigen cao staat en kun je collega's de goede kant aanwijzen.
Ik heb heel positieve voorbeelden van schoonmakers die, door zich te organiseren, hun positie in de hun omringende wereld hebben gewijzigd. Schoonmakers die eerst onderdrukt en geïntimideerd waren, zich letterlijk fysiek vastklampend aan een bezem, zich hebben ontwikkeld tot trotse en krachtige vakbondsleden met een overtuiging van 'niemand maakt me wat' en 'ik ben van de vakbond van schoonmakers!' Sommigen hebben daardoor ook een persoonlijke bredere politieke visie ontwikkeld.
Maar je ziet ook dat veel mensen op vakbondsthema's wel een gezamenlijk standpunt bereiken, maar dat er allerlei mechanismen spelen die mensen nog heel erg op zichzelf en op de eigen groep gericht houden. Herkomst, religieuze en culturele identiteiten blijven heel vaak bepalend bij de beoordeling van maatschappelijke thema's. We hebben actieve leden die zichzelf bijvoorbeeld primair zien als Erdogan-aanhangers en anderen die sympathiseren met de PVV. Ik ben er van overtuigd dat die politieke, nationale, raciale, religieuze, seksuele en culturele identiteiten niet voor altijd het laatste woord hebben. Net zoals uitbuiting, tergende armoede en ongelijkheid geen eeuwigdurende wetten vertegenwoordigen. Daarom ben ik communist.
(Wordt vervolg)