"(...) Nadat ik aldus deze aanval afgeslagen had, werd er een nieuwe tegen mij voorbereid, waarbij eveneens mijn al te grote zelfbewustheid als voorwendsel diende. Betreurenswaardig is het echter, dat mijn tegenstanders blijkbaar mensen van te klein formaat waren. Daar was bijvoorbeeld de onderwijzer G. Middelburg, die er ook niet in slaagde mij bescheidenheid te leren, wel echter mijn slagvaardigheid in het debat hielp vergroten. Deze man - een echte 'schoolmeester' - had mij gedurende enige tijd les gegeven in de Nederlandse taal. Dit feit greep hij aan om te betogen, dat ik mij schamen moest om mijn mond open te doen over de internationale politiek, terwijl ik niet eens de Nederlandse taal voldoende beheerste. Deze aanval wekte een heftige verontwaardiging bij de aanwezige arbeiders, die allemaal wisten onder welke moeilijke omstandigheden ik mij rusteloos probeerde te ontwikkelen. Ikzelf was hevig verontwaardigd en ik greep hier de mij geboden gelegenheid om aan te tonen van welke kleine middelen de revisionisten gebruikmaakten om tegen de marxisten te strijden. (...)"
Bron: 'Herinneringen uit mijn leven', Louis de Visser, 1939, uitgave Pegasus.