De geschiedenis als 'zwarte' legende

i-012-027.jpg i-012-028.jpg
Leden van de KKE herdenken 70 jaar overwinning op het nazi-fascisme. (Foto: KKE)

Anna Ioannatou

Na het insturen van de vorige Manifest, waarin de kwestie gelijkschakeling fascisme-communisme naar aanleiding van het genoemde congres in Tallin, de hoofdstad van Estland, op het nippertje kon worden meegenomen, ging de discussie over dit ideologische hete hangijzer nog lang door in Griekenland. Uiteraard is er teveel om op te noemen, maar het blijft de moeite waard om erbij stil te staan, want hete hangijzers dwingen partijen, politici, maar ook 'gewone' mensen kleur te bekennen, een standpunt in te nemen. Geen stellingname is dan in wezen ook stellingname.

Toegegeven, voor 'Jan met de pet' staan andere dingen op de voorgrond, zoals een menswaardig bestaan in tijden van afbraak. Maar ook dat heeft met bovengenoemd debat te maken, ook al wordt dit door hem niet altijd ingezien. De componist Mikis Theodorakis is zeker geen 'gewone man'. Hij schreef een woedende brief aan de krant 'Ta Nea', die het te bont had gemaakt met het zwartmaken van de strijd die in de 20ste eeuw tegen het fascisme geleverd werd met als prijs miljoenen doden.

De beroemde componist schreef onder meer: "Het enige wat ik nog niet over Stalin heb gehoord is dat hij ontbeet met gebakken mensenvlees", waarbij hij een beroep deed op de mensen zich weer achter de rode vlag te scharen. Uiteraard liet hij niet na de bewuste krant op haar totaal onpatriottische houding te wijzen. Misschien klinkt dit de Nederlandse lezer allemaal wat pathetisch in de oren, maar hoe schriller de ideologische confrontaties waren in het verleden, des te verhitter raken de gemoederen bij het oprakelen daarvan. Daarvoor is te veel bloed vergoten, te veel geleden. En 10 procent van de Griekse bevolking heeft in de jaren 40 van de vorige eeuw het leven gelaten in de strijd tegen, of als gevolg van, de inval van de nazistische horden. Het hoogste percentage in Europa.

Ook al wordt er gesproken van de misdaden van totalitaire regimes, herdenkingscongressen als dat in Tallin van 23 augustus jl. maken overwegend melding van de 'misdaden van het communisme'. De misdaden van 500 jaar kapitalistisch kolonialisme worden zorgvuldig omzeild of halfslachtig weergegeven. Zelfs de misdaden van het 20ste eeuwse fascisme komen steeds meer in de schaduw te staan en in diverse Europese landen, o.a. ook in Estland, wordt de nazistische SS verheerlijkt. Toegegeven, niet iedereen maakt het zo bont (nog niet), maar de tendensen zijn wel duidelijk.

Het recht op volledige informatie

Dr. Anastasis Gkikas, die politieke wetenschappen studeerde aan de Universiteit van York (Engeland), ontluistert herhaaldelijk 'zwarte' historische legendes. O.a. over een ander Grieks heet hangijzer, nl. de zogenaamde hetze in de Sovjet-Unie tegen de Grieken van het Zwarte Zeegebied, de Pontische Grieken. Daar is veel over te doen in Griekenland met een nieuwe hype n.a.v. het historisch revisionisme, zoals de gelijkstelling fascisme-communisme. Zo schreef hij een diepgaande studie over deze Grieken, gepubliceerd in boekvorm en getiteld 'De Grieken in het proces van opbouw van het socialisme in de USSR'. Hij citeert o.a. uit het handboek voor het leren van het Pontische dialect uitgegeven door de Panhelleense Bond van Pontische Leerkrachten. In de inleiding van dit handboek staat onder meer, dat "de Sovjet-autoriteiten in 1937 en 1938 een golf van vervolgingen ontketenden, niet alleen van Grieken die aan de Russische kustgebieden van de Kaukasus en Zuid-Rusland woonden, maar ook van andere minderheden... omdat ze een hinderpaal vormden voor de poging tot culturele homogeniseringen inlijving in het politieke Sovjet-systeem".

Gkikas toont aan, dat er in de Sovjet-Unie nooit sprake is geweest van vervolgingen met etnische criteria en vermeldt tevens dat de Pontiërs, die na de Tweede Wereldoorlog gevlucht waren met de terugtrekking van de legers van de Asmogendheden, o.a. Duitsland, Italië, Japan, om uiteindelijk in de VS te belanden als getuigen van de 'hel' van het communisme, toegeven dat "de gelijkheid tussen de etniciteiten beschouwd moet worden als een prestatie van het Sovjet-systeem."[1]

In de jaren 1937-1939 ging de Sovjet-leiding inderdaad over tot bijzondere maatregelen voor een zo goed mogelijke voorbereiding van 's lands verdediging in de duidelijk naderende oorlog. Doelwit van die maatregelen werden de restanten van de voormalige uitbuitende klassen, die net de slag om de collectivisering verloren hadden en overgegaan waren tot andere vormen van ondermijning. Deze kregen in sommige regio's een etnische dekmantel. De noodzakelijkheid van de bewuste maatregelen (ondanks de fouten, de willekeur en de overdrijvingen die daarbij plaatsvonden) worden o.a. erkend door de toenmalige ambassadeur van de VS in Moskou, J. Davis. Hij schreef in zijn dagboek dat het feit dat er in 1941 geen vijfde colonnes meer in Rusland waren, juist te danken was aan de zuivering die had plaatsgevonden en het land tegen verraad veilig stelde.[2] Wat men er verder ook van denkt, eenieder heeft recht op deze meestal verzwegen informatie.

Arrestaties en repatriëringen

Het aantal arrestaties en repatriëringen die in het handboek voor het Pontische dialect genoemd worden is, aldus A. Gkikas, zo overdreven dat er na 1938 geen enkele Pontiër meer zou zijn overgebleven in de Kaukasus. En hij vraagt zich af waar dan die duizenden Griekse strijders in het Rode Leger vandaan kwamen (alleen uit Tsalka in Zuid-Georgië al 13.000!) die samen met de anderen in 1941-1945 de nazistische oorlogsmachine zo'n verpletterende nederlaag toebrachten. Eén van de negen Grieken die geëerd werden met de onderscheiding 'Held van de Sovjet-Unie' kwam uit de Kaukasus, een piloot die later door Youri Gagarin genoemd zou worden als één van de wegbereiders van de eerste vlucht van de mens in de ruimte. Een krater op de maan kreeg zelfs de naam van deze Griek.

Arrestaties hebben wel plaatsgevonden. Volgens het Griekse ministerie van Buitenlandse Zaken in totaal 2.177 Grieken tot 1939 in de hele USSR, waarvan al snel een derde weer werd vrijgelaten. En repatriëringen? Ja, zegt Dr. Gkikas, die waren er, maar alweer niet om de in de handleiding genoemde redenen. Uit geciteerde interviews met gerepatrieërde Pontiërs blijkt dat het eeuwige verlangen naar het land van herkomst het motief was. Vervolgingen door het Sovjet-bewind worden ontkend, ondanks de aandrang van interviewers om deze informatie uit hen te peuren. Het verlangen terug te gaan naar het eigen land leefde vooral onder de Pontische vluchtelingen van Turkije, ondanks de talloze belemmeringen die de Griekse regeringen hen in de weg legden uit vrees dat zij 'in hun bagage ook de microben van het communisme meebrachten'!

Velen van de gerepatrieerden echter gingen weer terug naar de Sovjet-Unie vanwege de harde realiteit in het Griekenland van de jaren '20, maar nog meer sloten zich aan bij de KKE (Communistische Partij van Griekenland). Dat laatste gebeurde in die mate, dat de krant Voorwaarts op 12 maart 1930 schreef: "in de hele regio van Kilkis (naam stad en streek in Centraal Macedonië, A.I.) en vooral in enige grensdorpen, bewoond door Kaukasiërs, was het communisme overheersend". Tijdens de bezettingsjaren sloten de meesten zich aan bij de verzetsbeweging en tijdens de Burgeroorlog (1946-1949) bij het Democratische Leger.

'Which side are you on?'[3]

Er waren onder de Pontische Grieken dus duidelijk twee kampen. 'Niets is neutraal', is ook de boodschap van Pete Seegers song. De overgrote meerderheid leverde een bijdrage aan de opbouw in de Sovjet-Unie en een minderheid (meestal de gegoeden) verzette zich tegen het nieuwe historische experiment. In A. Gkikas' boek staan ook heel wat voorbeelden van Grieken die uitmuntten en gehonoreerd werden met onderscheidingen. Velen lieten het leven tijdens de Duitse invasie in de Sovjet-Unie.

Anastasios Gkikas besluit zijn betoog met stukjes uit brieven, in 1933 geschreven door Griekse boeren op de Kaukasus in antwoord op de antiSovjet-campagne van de Griekse pers, die schreef dat bijna alle Griekse baby's in de Kaukasus van honger waren gestorven, terwijl de volwassenen zelfs 'gehaktballen van mensenvlees aten'. Theodorakis' kreet was kennelijk niet uit de lucht gegrepen... Dit soort verhalen deden de ronde. Een greep uit de antwoorden: "Zoals jullie nu uitgebuit worden door kapitalisten en grootgrondbezitters, zo werden wij vóór de Revolutie uitgebuit... De Oktober Revolutie heeft ons bevrijd."

Na vermelding van een reeks gegevens over hun leven van toen, wordt gewezen op de armoede, werkloosheid en terreur in het vaderland (over de crisisjaren 1929-1933). Verder wordt gewaarschuwd dat nieuwe oorlogen in aantocht zijn en dat de Grieken in Griekenland de wapens waarmee ze de oorlog ingestuurd zullen worden, maar moeten gebruiken tegen het kapitalisme om 'de macht zelf in handen te nemen zodat jullie een gelukkig leven kunnen leiden, net als wij hier'.[4]

Gkikas' boek levert een verpletterend bewijsmateriaal, dat de lezer ertoe brengt eens ernstig na te denken over wat hem eigenlijk voorgeschoteld wordt. Dergelijke boeken worden zeker niet gepromoot in het grote commerciële circuit. Censuur wordt subtieler toegepast dan vroeger. Geen lijst van hogerhand met verboden boeken, maar wel systematisch verzwijgen.

Noten: