Dirk Nimmegeers
Het nationale partijcongres in China zal vooral politiek belangrijk zijn. Op de agenda staan drie punten: beoordeling, planning en verjonging. Slaat de partij een andere weg in of is dat al gebeurd en levert dit congres hiervan de historische bekrachtiging?
In het Chinese politieke systeem ligt de dominante macht bij de Communistische Partij van China.
In de Volksrepubliek geven de niet-communistische partijen advies. Ze hebben inspraak, geen medezeggenschap. De CPC beheerst de wetgevende, uitvoerende en juridische instellingen. Daarom zegt ze zelf dat er geen scheiding van machten is in China en dat die scheiding ook niet gewenst is.
Miljoenen leden, functionarissen en adviseurs van de partij bereiden congressen maandenlang in talloze vergaderingen voor. De bijeenkomsten zelf dienen om laatste wijzigingen aan te brengen en de besluiten met een stemming te bekrachtigen. Daarom kan het lijken alsof het een 'rubber-stamp'-gebeuren is, een ritueel om beslissingen die van bovenaf komen automatisch goed te keuren. Dat beeld miskent de breedte en de zorgvuldigheid van de besluitvorming, al wordt die ook door één partij bepaald.
De economie vormt de basis van de samenleving en dat vertaalt zich in sociale ontwikkelingen. Die terreinen krijgen met recht en reden veel aandacht in de berichtgeving over China. Toch is er meer (onbevooroordeelde) aandacht nodig voor de Chinese politiek, die de route voor de economie en de samenleving uitzet. De beslissingen van het 19e Nationale Partijcongres eind oktober 2017 zullen immers richting geven aan hoe de staatsinstellingen zoals de overheden, het Nationale Volkscongres, de Volksgerechtshoven en het leger te werk moeten gaan tot 2022.
De vergadering zal (1) de beoordeling afronden van het partijbeleid in de voorbije periode. Dan komen (2) de grote beleidslijnen voor de komende periode aan de orde. Ten slotte (3) zullen de afgevaardigden stemmen over de personele herschikking op alle niveaus in de partij.
De CPC heeft heel wat op haar schouders genomen, en gekregen. Ze bestreed corruptie, milieuvervuiling, ongelijkheid en discriminaties en probeerde het publiek daar nauw bij te betrekken. Ze opende het debat over 'de socialistische rechtsstaat'. Een grote en ingrijpende hervorming van alle strijdkrachten is doorgevoerd. Toezichthouders namen de media, academische wereld en justitie onder de loep. Censuur en rechters grepen streng in. Er waren oproepen voor een herleving van de marxistische scholing. (*)
De partij eiste onderwijs in 'socialistische kernwaarden'. De communicatie met de burgers werd intensiever en moderner. Voor nieuwe wetgeving waren er internetpeilingen. Er was meer openbaarheid bij processen. Nieuwe ideeën kregen een kans, werden in pilots getest. De CPC verzette zich krachtig tegen alles wat naar separatisme neigde, in Hongkong, Taiwan en Xinjiang. Ze kwam op voor de Chinese territoriale rechten in de Oost- en Zuid-Chinese zee.
De CPC heeft haar leidende rol bewaakt en verstevigd. Ze wilde het vertrouwen van de bevolking in de partij herstellen. Dat deed ze door een versterking van de band met de burgers en door een verbeterde belangenbehartiging. Daar stond een strenger toezicht op ideologie, territorium, eenheid tegenover. De weg naar de twee eeuwfeesten, 2021 en 2049, kwam meer in beeld. Dat leverde een reeks concrete doelstellingen op en maatstaven. De Chinezen kunnen hiermee het werk van de partij toetsen.
Door de partij is beslist dat de tijd waarin China zich geopolitiek op de vlakte moest en kon houden nu voorbij is. Het land ging onder impuls van de partij actieve en gediversifieerde buitenlandse betrekkingen aan. Het stelde aan de VS en de EU een 'nieuwe verhouding tussen grote staten' voor. Het Belt&Road Initiative werd aangeboden aan Europa, de BRICS, de ASEAN landen en de derdewereldlanden. China moest kiezen voor een intensieve internationale samenwerking bij milieu- en klimaatinitiatieven zoals het Akkoord van Parijs. Diplomaten en politici kregen opdracht om weerwerk te bieden tegen westerse inmenging in territoriale en juridische kwesties. China kwam met eigen voorstellen om de strijd tegen het terrorisme internationaal aan te pakken. Het land leidde de zoektocht naar vredelievende oplossingen voor twee kwesties in Azië: Korea en aanspraken in de Zuid- Chinese en Oost-Chinese Zee.
Er is een actieve, soms assertieve geopolitiek uitgewerkt, met daarbij een nauwlettende bewaking van het principe van niet-inmenging. China ging voluit voor de ontwikkeling en promotie van een strategie voor wederzijds voordeel en vrede, op basis van economische betrekkingen. Voor een multipolaire en tegen een unipolaire wereld. China verzette zich tegen het opleggen van eenzijdige sancties aan andere landen en tegen de gretigheid om militair te interveniëren.
De partij wil, naar eigen zeggen, de belangen van de meerderheid van de bevolking behartigen en die van minderheden respecteren. Dat werk wordt complexer door de sociale ontwikkelingen. Diverse bevolkingsgroepen komen op, belangen zijn moeilijk verzoenbaar. De middenklasse roept om individuele vrijheden en snelle oplossingen (voor vervuiling bijvoorbeeld). China is daar met de stand van de economie vaak nog niet aan toe. Interne migranten eisen in de steden terecht dezelfde rechten als hun medeburgers, die het daar niet altijd mee eens zijn. Stadsregeringen vrezen dat dit hun budget zwaar onder druk zal zetten. De corruptiebestrijding kent een grote bijval, maar er zijn CPC-functionarissen of ondernemers die er passief of angstig van worden, of er domweg genoeg van hebben. Een tendens om het socialisme helemaal overboord te gooien en te vervangen door liberalisme blijft zichtbaar onder zogenaamde mensenrechtenadvocaten en dissidente academici. Anderzijds zijn er nationalistische oprispingen waarneembaar in de sociale media.
We zien bovendien een voortdurende wisselwerking tussen buiten- en binnenlandse politiek, in de manier waarop de CPC haar beleid verder ontwikkelt. Agressieve vijandige stromingen in de elite van de VS promoten een omsingeling van China bij oude en nieuwe bondgenoten in de regio, zoals Zuid-Korea of Vietnam. China kampt met wantrouwen in de buurlanden en ondervindt de rivaliteit van de sterksten onder hen, Japan en India. Wantrouwen blijft er ook in Europa: klachten over dumping en over oneerlijke concurrentie bij toewijzing van contracten in China. Een achterdochtige EU ziet een gevaar voor aparte betrekkingen van China met Centraal- en Oost-Europa. Dat alles bindt soms de handen van de Chinese regering in eigen land.
Waarom voorzichtig zijn? De geslotenheid van de interne debatten in de CPC (die weliswaar minder wordt) maakt buitenlandse waarnemers roekeloos. Chinakenners en commentatoren vertellen een verhaal over 'fracties' op basis van de informatie die wél bekend is: namenlijsten, concrete nieuwsfeiten, levensbeschrijvingen van leiders. Uitgaand van hun eigen cynisme over socialisme en over politiek, verzinnen ze vaak maar wat. Sommigen gaan daarin zeer ver. Anderen beseffen bij vlagen dat ze in feite weinig kunnen hardmaken. Wel kunnen we een en ander afleiden uit de praktijk in de afgelopen vijf jaar en rekening houden met de problemen en tegenstellingen die hierboven zijn gesignaleerd.
De CPC zal wellicht binnenlands de controle en waakzaamheid nog meer versterken, ook in eigen rangen. Ze zal echter de bevolking aan haar zijde proberen te houden door de burgers te laten zien dat de strijd tegen armoede, corruptie en vervuiling ernstig wordt aangepakt. Ze zal het separatisme onderdrukken, maar tegelijk de bevolking de economische voordelen van de nationale eenheid voorhouden.
In de buitenlandse politiek zal de neiging naar een actievere diplomatie verder toenemen. Met de VS en de EU zal China een partnerschap nastreven met bedrijven en politici die belang hebben bij goede handelsrelaties. Via het reusachtige project van de nieuwe zijderoutes, het Belt&Road Initiative, en samen met de BRICS (een gezelschap dat stilaan aan uitbreiding toe is) zal een door de CPC geleid China een andere, multipolaire wereldorde promoten.
Het is niet uitgesloten dat er niet beslechte discussies overblijven. Een mogelijk voorbeeld is het debat tussen voor- en tegenstanders van voortgezette liberalisering, over de inhoud van de nodige economische hervormingen. Een oplettende, kritische en onbevangen blik op de reële praktijk blijft nodig na het 19e Partijcongres.
Het huidige Centraal Comité (CC) heeft Xi Jinping aangeduid met een term die min of meer 'het centrum van de leiding' betekent. In het Engels werd dat 'core leader'. Het comité zette die stap tijdens de meest recente algemene vergadering, eind vorig jaar. Alles wijst erop dat Xi zich intussen die benaming heeft waardig getoond. Er is een grote zekerheid dat Xi Jinping partijleider blijft. Belangrijk is dat Xi daarmee ook de meest verantwoordelijke en aansprakelijke persoon van de partij werd. Dat zien waarnemers vaak over het hoofd.
In de leidende instellingen van de CPC, het Politiek Bureau en in het Centraal Comité, betekent elk congres het aantreden van nieuwe krachten. Er is intussen, sinds het ontstaan van de partij in 1921, een afwisseling van zes generaties geweest. Hoe sterk de opkomst van de nieuwe generatie zal zijn hangt af van verschillende factoren. Het verloop kan dit jaar erg groot zijn. In augustus 2017 waren 298 van de 369 leden van de provinciale partijcomité's (net onder het nationale niveau) geboren in de jaren zestig, een indrukwekkende 80,7 procent van het totaal. Het dubbele van het aantal opgetekend in 2015. Een sterke verjonging zal zich doorzetten op het 19e congres. De best geïnformeerde buitenlandse waarnemers hebben met beschikbare cijfers en naamgegevens uitgerekend dat de meerderheid van het nieuwe Centraal Comité waarschijnlijk zal bestaan uit vijftigers. In het huidige Centraal Comité maakt die groep maar 18 procent uit.
Sinds 2002 zijn alle leiders in de top, het Permanent Comité van het Politiek Bureau, die op een congres 68 jaar of ouder waren, met pensioen gegaan. Voor het 19e congres zou dit betekenen dat alleen Xi Jinping en Li Keqiang in het Permanent Comité blijven, vanwege hun leeftijd. Een andere traditie sinds 2002 is dat de hoogste partijleider na twee termijnen opstapt. Er vallen op het congres vijf jaar voor zijn aftreden aanwijzingen te bespeuren voor wie zijn opvolger zal zijn. Het is goed mogelijk dat de leiders zelf en het centraal comité dit keer van die 'vaste, maar niet vastgelegde, regels' afwijken.
Functionarissen van de opkomende generatie moeten twee dingen bewijzen om promotie te kunnen maken of opgenomen te worden in leidinggevende structuren. Ze moeten laten zien dat ze de aangenomen en gevoerde binnen- en buitenlandse politiek standvastig hebben gesteund. Ze moeten laten zien dat ze de capaciteiten hebben om dat beleid mee te bepalen en uit te voeren. Over sommige beleidslijnen en hete hangijzers zijn er scherpe discussies, waarvan sommige nog lang niet afgelopen zijn (zie boven) Dat kan de benoemingen en promoties beïnvloeden.
Waarnemers die geloven dat streven naar macht en rijkdom onder de CPC-functionarissen het zwaarste weegt, zien binnen de partij groepen op basis van vriendschap, zaken- en familierelaties. Die zouden elkaar bestrijden of helpen, en af en toe 'compromissen moeten sluiten'. Het is zeer de vraag of dat klopt. Het zesde Plenum van het Centraal Comité, waar Xi de core leader werd genoemd, nam ook een scherpe veroordeling aan van elke neiging tot kliekjesvorming in de partij.
Een ander voorbeeld: er zijn vragen over de strijd tegen de corruptie. Ook (vroegere) kameraden en medewerkers van Xi Jinping zijn aangepakt. Zou dat een list zijn om voor te wenden dat Xi boven de partijen staat? Is het niet waarschijnlijker dat die vroegere kameraden of collega's inderdaad afgegleden zijn? Het meest recente voorbeeld is Sun Zhengcai, door buitenlandse waarnemers bestempeld als een bondgenoot en mogelijke opvolger van Xi. Hij wordt sinds juni 2017 vervolgd voor corruptie. De conclusies uit dat onderzoek zijn nog niet bekend. Dan zijn er twee houdingen mogelijk: ofwel voorbarig speculeren, ofwel afwachten en zodra er duidelijkheid is analyseren.
Een uitgangspunt zonder cynisme of westerse superioriteitswaan is goed denkbaar, ook in onze tijd. Het is wat het leven en de loopbaan van Corbyn en Sanders, maar ook die van Xi Jinping en zijn collega's laten zien. De oprechte wil om de bevolking te dienen van CPC-politici sluit de vervulling van een persoonlijke ambitie niet uit. Wie de partijregels en het partijbeleid naleeft uit overtuiging kan daaraan voldoening ontlenen.
Voor leidende figuren is dit bovendien een waardevolle 'nalatenschap'.
Dat het 19e Nationale Partijcongres van de CPC politiek belangrijk wordt lijdt geen twijfel. Het keerpunt voor de partij ligt echter al in het recente verleden. Meteen na het aantreden van Xi Jinping en zijn team is er een krachtige strijd tegen de corruptie en allerlei vormen van sluipend verval begonnen. Het geopolitieke plan van de nieuwe zijderoutes is ook door Xi & Co. bedacht. Het kan bijdragen aan een duurzame welvaart en vrede in Eurazië en grote delen van Afrika. Als de CPC hierop verder bouwt en haar projecten in handen laat of geeft van betrouwbare en integere functionarissen, wordt haar 19e congres niet nog een keerpunt, maar eerder een mijlpaal op de weg naar 2021 en 2049.
Bron:
Een schoolklas in Guilin, Guanxi Provincie, China op weg naar een picknick. (Bron: yewenyi/Flickr/cc/by-)
Chinees onderwijs wordt weer socialistischer (*)Tientallen miljoenen Chinese kinderen begonnen het schooljaar met nieuwe boeken met meer aandacht voor eigen Chinese cultuur en socialistische ideologie. Het blijft niet bij een extra hoofdstukje over de communistische revolutie in het geschiedenisboek. Er zijn twee gloednieuwe boeken over de geschiedenis van de Communistische Partij, met de biografieën van veertig historische helden. De operatie om schoolboeken te herschrijven is begonnen in 2012, toen het ministerie van Onderwijs besloot tot een duidelijkere ideologische lijn. De politieke veranderingen in het onderwijs betreffen vooral sociale vakken en literatuurlessen op elk niveau in het onderwijs. De nieuwe boeken voor literatuur behandelen hoofdzakelijk klassieke poëzie. Bij aardrijkskunde is geen misverstand mogelijk over de status van Taiwan, Tibet, Xinjiang, de Diaoyu-eilanden en de Zuid-Chinese Zee. Kinderen leren dat deze gebieden onlosmakelijk zijn verbonden met de Volksrepubliek. De veranderingen strekken zich ook uit tot het hoger onderwijs. Universiteitscampussen moeten 'bolwerken van de partij' worden, volgens partijvoorzitter Xi Jinping. Onlangs kregen 29 universiteiten 'een politieke check-up' van de centrale inspectiecommissie voor discipline. De meeste onderwijsinstellingen leverden daarop gedetailleerde plannen om studenten en docenten meer vertrouwd te maken met het marxisme. De Tianjin-universiteit signaleerde 1.656 'problemen', waaronder 'publicatie van verkeerde meningen'. In het lager onderwijs moet van de nieuwe boeken een versterkende werking uitgaan op de vorming van de kindergeest. 'De socialistische kernwaarden worden belichaamd in het vlees en bloed van het Chinees taalonderwijs', zo verklaarde Wen Rumin, hoofdredacteur van de nieuwe leermethode, bij de presentatie van de boeken. Tijdens de economische hervormingen in de jaren tachtig werd in schoolboeken over literatuur meer buitenlands materiaal opgenomen. Het buitenlandse aandeel is in het nieuwe literatuurlesboek teruggedrongen tot tien procent. De nieuwe schoolboeken maken een eind aan de relatieve vrijheid die dertig uitgeverijen met een publicatievergunning voor schoolboeken de laatste jaren hadden. Nu wordt de inhoud door de overheid in Peking samengesteld. Elke letter is grondig gecontroleerd op 'ongewenste politieke gedachten',zo meldt het tijdschrift Caixin. (*) Bewerkt 'zuur' artikel uit de Volkskrant van donderdag 31 augustus 2017. Het artikel geeft juist door de 'zuurgraad' prima weer hoe het tij keert in China. |